Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen |
Citeertitel | regels grafbedekkingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
art. 3, lid i, is in 2009 toegevoegd
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Huizen 2005, art. 18, lid 3
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | nieuwe regeling | 16-08-2005 onbekend | Onbekend |
De verordening verstaat onder:
A grafbedekking: gedenkteken en winterharde grafbeplanting;
B gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, te weten: natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.
C grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht
Artikel 2 - Plaatsing gedenkteken
Van het voornemen tot het plaatsen van een gedenkteken wordt schriftelijke een vergunning aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders waarbij een werktekening moet worden ingediend.
Op deze werktekening dienen voor te komen:
Plaatsing van een gedenkteken is mogelijk indien dit 24 uur vooraf is gemeld aan de beheerder rekening houdend met het bepaalde in artikel 6.
Artikel 3 - Technische specificaties
De gedenktekens dienen aan de volgende technische vereisten te voldoen:
a.Alle gedenktekens op eigen graven dienen op een deugdelijke fundering te worden geplaatst. De fundering dient onder het maaiveld te worden aangebracht;
b.de fundering van een zerk dient te bestaan uit een gewapend betonraam van 200 x 100 cm, waarbij de banden van het raam 5 cm dik en 15 cm breed zijn; de daarop geplaatste roef dient de volgende afmetingen te hebben: 190 x 90 x 20 /10 cm, terwijl de dikte van de roef 5 cm dient te bedragen;
c.de afmetingen van een zerk zijn 200 x 100 x 12 cm. De voorkanten van de zerken op de tot één rij behorende graven dienen in één lijn te worden gesteld;
d.een staande steen of gedenkteken dient loodrecht en met de achterzijde op één lijn met de daarvoor geplaatste graven te worden gesteld. De hoogte van een bestaande steen of gedenkteken bedraagt maximaal 100 cm boven het maaiveld; de breedte bedraagt maximaal 90 cm en de dikte van een staande steen bedraagt minimaal 6 cm
e. de hoogte van een eventueel aan te brengen omranding bedraagt maximaal 15 cm boven het maaiveld. De omranding dient te worden aangebracht op een gewapende betonfundering van 200 x 100 x 5 cm.
f.de afmetingen van een gedenkteken op een algemeen graf zijn 50 x 60 x 5 cm. Op een algemeen graf mogen drie van dergelijke stenen worden geplaatst onder een hoek van 30°.
De hoogte van een staande steen of gedenkteken op een algemeen kindergraf bedraagt maximaal 50 cm boven het maaiveld; de breedte bedraagt maximaal 50 cm en de dikte bedraagt minimaal 6 cm;
g.de opschriften op de gedenktekens dienen uit verheven letters te bestaan; ingehakte letters worden toegestaan mits de rechthebbende bij schriftelijke verklaring afstand doet van zijn rechten op onderhoud van de letters door de gemeente;
h.aan de padzijde van het graf mogen maximaal twee zogenaamde bloemblokken worden aangebracht; de afmetingen bedragen 20 x 20 x 10 cm;
i. de afmetingen van een gedenkteken op een eigen kindergraf zijn 50 x 60 x 5 cm. De hoogte van een staande steen of gedenkteken op een eigen kindergraf bedraagt maximaal 50 cm boven het maaiveld; de breedte bedraagt maximaal 50 cm en de dikte bedraagt 6 cm. De hoogte van een eventueel aan te brengen omranding bedraagt maximaal 15 cm. boven het maaiveld. De omranding dient te worden aangebracht op een fundering van gewapend beton van 100 x 65 x 5 cm.
1.Het college van burgemeester en wethouders kan van de in artikel 3 genoemde afmetingen ontheffing verlenen, mits het te plaatsen gedenkteken past in de omgeving van het desbetreffende graf.
2.Het verzoek dient schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouder te worden ingediend met een daarbij behorende werktekening.
3.Indien binnen acht weken na indiening van de aanvraag door het college van burgemeester en wethouders geen besluit is genomen, wordt akkoord gegaan met de ontheffing.
1.Het college van burgemeester en wethouders kan het ontwerp van een gedenkteken, als bedoeld in artikel 3, weigeren als dit als kwetsend en/of aanstootgevend wordt aangemerkt.
2.Indien binnen acht weken na indiening van de schriftelijke melding door het college van burgemeester en wethouders geen besluit tot weigering is genomen, wordt akkoord gegaan met het ontwerp gedenkteken.
Artikel 8 - Winterharde gewassen
1.De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte van het graf kunnen worden gehouden.
2.De hoogte mag de hoogte van het ter plaatse toegestane gedenkteken niet overtreffen.