Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Woonschepenverordening Waalwijk 2011 |
Citeertitel | Woonschepenverordening Waalwijk 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2011 | Nieuwe regeling | 03-02-2011 Gemeenteblad, 17-02-2011 | 2011/009 |
De raad van de gemeente Waalwijk;
gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 7 december 2010,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;
overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen met betrekking tot het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van openbare orde, veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;
De in het aanwijzingsbesluit, zoals bedoelt in artikel 5 van deze verordening, genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels, masten, schoorstenen en antennes worden niet meegerekend.
Artikel 3. Verbod innemen ligplaats
Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 van deze verordening aangewezen gedeelten van het openbaar water.
Artikel 4. Woonschepen in aanbouw of reparatie
Het verbod in artikel 3 van deze verordening is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in een reparatie-inrichting of aan een bij die inrichting behorende aanlegsteiger bevinden.
Het college wijst ligplaatsen aan (aanwijzingsbesluit met bijbehorende kaarten). Daarbij worden permanente en tijdelijke ligplaatsen onderscheiden.
Artikel 6. Ligplaatsvergunning
1.Het is de eigenaar van een woonschip verboden om zonder vergunning van het college met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben op een op grond van artikel 5 van deze verordening aangewezen plaats.
Op grond van de in artikel 5, eerste lid, van deze verordening aangewezen plaats mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een vergunning van het college.
Het college beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan voor ten hoogste acht weken verlengd worden. De aanvraag dient te gebeuren door middel van een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag worden in ieder geval als bijlagen gevoegd:
Artikel 7. (Overdragen) ligplaatsvergunning
3.De ligplaatsvergunning of een kopie daarvan dient te allen tijde op het woonschip
4.Op verzoek van de eigena(a)ren en/of de rechtsverkrijgende van het woonschip kan het
college de ligplaatsvergunning op naam van de rechtsverkrijgende zetten.
5.Het in het derde lid bepaalde is niet van toepassing op een vergunning van het college
ten aanzien van een tijdelijke ligplaats.
6.De aanvraag om overdracht wordt, voor zover mogelijk, door de vergunninghouder en
de rechtsverkrijgende gezamenlijk ingediend onder overlegging van een afschrift van de
akte waaruit de gerechtigdheid tot bewoning van het woonschip blijkt.
Artikel 8. Wijziging ligplaatsvergunning
Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, in die gevallen dat de feitelijke situatie niet meer in overeenstemming is met hetgeen is vermeld op de ligplaatsvergunning, dient de vergunninghouder bij het college een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in. De aanvraag tot wijziging dient te gebeuren door middel van een daartoe door het college vastgesteld wijzigingsformulier.
Artikel 9. Intrekking ligplaatsvergunning
Het college kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:
Artikel 11. Aansluiting elektra
Het college kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid indien de afstand van het aansluitpunt voor de elektravoorzieningen tot het woonschip groter is dan 100 meter. Bij een verzoek om vrijstelling van het tweede lid zullen de milieutechnische effecten (bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast) onderzocht worden.
Met de zorg voor naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid lijdt, af te wijken van deze verordening.
Overtreding van de artikelen 3 en 6, eerste lid, van deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete in de tweede categorie.
Artikel 17. Opsporingsambtenaren
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zij die belast zijn met de zorg voor nakomen van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 19. Overgangsbepalingen
Voor zover de voorwaarden vermeld in een vergunning afgegeven voor inwerkingtreding van deze verordening afwijken van de voorwaarden zoals deze thans in deze verordening en of het in artikel 5 van deze verordening bedoelde aanwijzingsbesluit zijn opgenomen, dan wordt deze vergunning geacht in overeenstemming te zijn met deze verordening of genoemd aanwijzingsbesluit.