Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen voor de polderwegen in de Zuidpolder van Eemnes |
Citeertitel | Beleidsregel ontheffing polderwegen gemeente Eemnes |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Externe bijlage | Beleidsregel ontheffing polderwegen Toelichting |
Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht per 19 februari 2010 in werking.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-11-2011 | 04-11-2011 | Intrekking | 25-10-2011 De Rotonde 04-11-2011 | Collegebesluit 25-10-2011 | |
30-07-2010 | 19-02-2010 | 04-11-2011 | nieuwe regeling | 20-07-2010 Laarder Courant De BEL 29-7-2010 | Collegebesluit d.d. 20-7-2010 |
1. Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, artikel 87 juncto artikel 62
2. Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde wetgeving)
Het college van burgemeester en wethouders van Eemnes,
Overwegende dat een evaluatie van het gevoerde beleid aan deze beleidsregels ten grondslag ligt en dat men te zeer hinder ondervindt op het onderliggende wegennet van sluipverkeer op de polderwegen in de Zuidpolder van de gemeente Eemnes;
Gelet op artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen van het verbod als bedoeld in artikel 2 t/m 6 van het verkeersbesluit als vastgesteld op 9 februari 2010 door het college van burgemeester en wethouders van Eemnes betreffende het voor gemotoriseerd verkeer beperken van de toegang van de polderwegen in de Zuidpolder,
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eemnes.
Het gebied gelegen tussen de Anna Louwenweg, Geerenweg, Zuid Ervenweg, Stammeweg en de Jonge Jaapeweg te Eemnes.
Kenteken als bedoeld in artikel 36 of 37, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Een ontheffing die wordt verleend wanneer de bestuurder van een motorvoertuig voor tijdelijke activiteiten een verbod als bedoeld in artikel 62 RVV 1990 moet overtreden.
Een ontheffing die wordt verleend wanneer regelmatig of langdurig een verbod als bedoeld in artikel 62 RVV 1990 moet worden overtreden zonder dat de bestuurder van een motorvoertuig daarvoor een alternatief heeft.
De kosten die verbonden zijn aan het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de “bijlage behorende bij de Legesverordening” (tarieventabel).
Het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990.
De feitelijke en rechtmatige bestuurder van een motorvoertuig waarvoor een ontheffing op basis van het kenteken is verleend.
De schriftelijke verklaring dat een verbod als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 op basis van aan deze schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring die is gekoppeld aan het kenteken van een motorvoertuig.
De Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Stammeweg, Geerenweg, Creekenweg en Jonge Jaapeweg te Eemnes.
Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459.
Bij de aanvraag voor een ontheffing dienen tenminste de volgende documenten te worden meegestuurd:
a. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;
b. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring (niet voor bewoners als bedoeld in artikel 4);
c. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig;
Ontheffing voor het gebruik van de polderwegen door motorvoertuigen kan worden verleend aan:
1. Bewoners van de percelen aan de Stammeweg en de Geerenweg voor zover gelegen in de gemeente Eemnes.
2. Agrarische ondernemingen die voor de bedrijfsvoering afhankelijk zijn van de afgesloten wegen als toegangs- of verbindingsweg naar hun agrarische gronden binnen het gebied;
4. Ondernemingen / instellingen ten behoeve van het beheer en onderhoud van het gebied;
5. Taxi’s of vergelijkbare vervoerders ten behoeve van gehandicapten.
6. Veehoudende (koe, paard, pony, schaap en/of geit) hobbyboeren die minimaal 1 ha grond huren, pachten of in eigendom hebben aan de Stammeweg, Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Jonge Jaapeweg of Creekenweg;
7. Elk inwonend kind onder de 18 jaar wonend aan de Stammeweg of Geerenweg.
Bewoners als bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze beleidsregel, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van een ontheffing als de aanvrager op het moment van de aanvraag in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eemnes staan ingeschreven als permanent woonachtig op een adres gelegen aan de Geerenweg of de Stammeweg.
Ondernemingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze beleidsregel, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van de ontheffing als de eigenaar/directeur van de onderneming eigenaar dan wel pachter is van één of meer percelen in het Gebied en daarop op een bedrijfsmatige wijze grondgebonden agrarische werkzaamheden verricht.
Een ontheffing met (on)beperkte geldigheidsduur voor het berijden van de Polderwegen tijdens de duur van de gesloten verklaring wordt verleend aan, artsen en andere diensten of personen die beschikbaar dienen te zijn voor acute hulpverlening binnen de gemeente Eemnes.
Artikel 7 Ondernemingen en/of instellingen ten behoeve van het beheer en onderhoud buitengebied Zuidpolder
Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van het uitvoeren van een werkzaamheid, mits die aantoonbaar niet buiten de duur van de gesloten verklaring kan worden verricht, aan een onderneming/instelling die belast is met:
b. Beheer en onderhoud van de openbare ruimte en watergangen;
d. Beheer en onderhoud ten behoeve van natuurdoeleinden (inventarisatie vogels).
Artikel 8a Veehoudende hobbyboeren
Veehoudende hobbyboeren als bedoeld in artikel 3, lid 6, van deze beleidsregel, die minimaal 1 ha grond huren, pachten of in eigendom hebben aan de Stammeweg, Anna Louwenweg, Zuid Ervenweg, Jonge Jaapeweg of Creekenweg, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing indien zij een registratie- of aankoopbewijs van het vee, alsmede een huur-, pacht-, of eigendomsbewijs overleggen.
Artikel 8b Inwonende kinderen onder de 18 jaar
Elk inwonend kind onder de 18 jaar, als bedoeld in artikel 3, lid 7, van deze beleidsregel, kan in aanmerking komen voor een ontheffing en mag gebruik maken van een ontheffing als het betreffende kind op het moment van de aanvraag in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eemnes staat ingeschreven als permanent woonachtig op een adres gelegen aan de Geerenweg of de Stammeweg
Artikel 10 Koppeling aan kenteken
Behoudens de gevallen als bedoeld in artikel 5, lid 2, artikel 6 en artikel 8b van deze beleidsregel wordt een ontheffing gesteld op het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend. Op een ontheffingskaart kan slechts 1 kenteken worden vermeld.
Artikel 14 Verlenen ontheffing en afgifte ontheffingskaart
Op de ontheffing en ontheffingkaart wordt duidelijk en specifiek vermeld:
a. Naam en adres van de ontheffinghouder;
b. Het kenteken van het voertuig van de ontheffinghouder waarvoor de ontheffing is verleend;
c. De periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvlak gedurende welke de ontheffing kan worden gebruikt;
d. Een duidelijke en specifieke beschrijving van de geboden en verboden waarvan een ontheffing is verleend.
Artikel 15 Intrekking/wijziging ontheffing
De ontheffing wordt ingetrokken:
a. indien niet aan de voorwaarden of beperkingen die zijn verbonden aan de ontheffing, wordt voldaan.
b. Indien niet aan de inhoud van het van kracht zijnde bestemmingsplan dan wel projectbesluit wordt voldaan.
c. Voor zover op grond van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.
d. Voor zover ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend.
e. Voor zover er sprake is van misbruik of onbevoegd gebruik van de ontheffing.
f. Op verzoek van de ontheffinghouder;
g. Bij ingebreke blijven van de betaling van de leges voor een verlenging van de ontheffing als bedoeld in artikel 13, lid 2, van deze beleidsregel, vervalt een ontheffing na afloop van de in ontheffing gestelde termijn;
h. De ontheffing vervalt bij verhuizing of overlijden van de ontheffinghouder indien de ontheffing is verleend aan een persoon en in geval van faillissement of beëindiging van de onderneming in het geval de ontheffing is verleend aan een rechtspersoon.
Het College handelt overeenkomstig de beleidsregels tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Handelen en/of nalaten in strijd met de voorwaarden van de op basis van deze beleidsregel verleende ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177, lid 1 van deze wet.
Artikel 20 Overgangsbepalingen
Voor alreeds verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd geldt dat:
1. door of namens het College wordt beoordeeld of een alreeds verleende ontheffing kan worden omgezet in een ontheffing conform het beleid zoals dat is vastgelegd in het verkeersbesluit polderwegen Zuidpolder Eemnes, vastgesteld op 9 februari 2010 en deze beleidsregel;
2. bij omzetting van een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, behoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend; de ontheffinghouder wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld;
3. indien door of namens het College is vastgesteld dat de alreeds verleende ontheffing niet kan worden omgezet, kan de houder van een ontheffing binnen drie maanden na inwerkingtreding van het verkeersbesluit als genoemd in lid 1 en deze beleidsregel een aanvraag om een nieuwe ontheffing indienen bij het College;
4. bij niet tijdige indiening als bedoeld in lid 3 wordt de alreeds verleende ontheffing drie maanden na inwerkingtreding van het verkeersbesluit als genoemd in lid 1 en als bedoeld in lid 3 ingetrokken;
5. bij tijdige indiening als bedoeld in lid 3 is artikel 11 van deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing;
6. bij een besluit tot afwijzing van de aanvraag als bedoeld in het derde lid wordt de alreeds verleende ontheffing ingetrokken hetwelk nog gedurende een periode van zes maanden na het besluit tot intrekking kan worden gebruikt.