In deze verordening wordt verstaan onder: |
a. | School: | een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495); een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496); een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512); |
b. | ouders: | de ouders, voogden of verzorgers van de leerling; |
c. | leerling: | een leerling van een school als bedoeld onder a; |
d. | gehandicapte leerling: | een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken; |
e. | woning: | de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft; |
f. | afstand: | de afstand vanaf de woning dan wel opstapplaats naar de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg |
g. | vervoer: | openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt; |
h. | openbaar vervoer: | voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto; |
i. | aangepast vervoer: | vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi; |
j. | eigen vervoer: | vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets; |
k. | reistijd: | de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning; |
l. | toegankelijke school: | voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school; voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen; |
m. | inkomen: | het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd; |
n. | opstapplaats: | plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer; |
o. | commissie voor de begeleiding: | commissie ingesteld door het bevoegde van een of meerdere scholen (niet zijnde instellingen) volgens art. 40b van de Wet op de expertisecentra die zodanig is samengesteld dat zij adequaat kan adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de handicap van de leerling |
p. | vervoersvoorziening: | een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen; |
q. | permanente commissie leerlingenzorg: | Commissie bedoeld als in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 10h lid 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs. |
r. | samenwerkingsverband: | het samenwerkingsverband zoals bedoeld in art 18a van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs in de gemeente Zaanstad. |
s. | Regionale verwijzingscommissie: | commissie als bedoeld in artikel 10g, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs. |
t. | opdc: | orthopedagogisch en didactisch centrum als bedoeld in artikel 18a, lid 10a van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a, lid 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs. |
u. | ambulante begeleiding: | de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs; |
v. | commissie voor de indicatiestelling: | de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra |
w. | begeleider | De persoon die door de ouder(s)/verzorger(s) wordt ingezet om de leerling te begeleiden. |
x. | symbiose: | Mogelijkheid voor een leerling in het (V)SO om minimaal 3 uur per week (180 minuten) les krijgen in het regulier onderwijs via een symbioseovereenkomst voor ten minste twee aaneengesloten schooljaren. |
y. | toelaatbaarheidsverklaring: | verklaring afgegeven door een samenwerkingsverband voor de toelaatbaarheid van een leerling tot een school voor speciaal onderwijs of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 18a, lid 6c van de Wet op het primair onderwijs; artikel een 17a lid 8c van de Wet op het voortgezet onderwijs; toelaatbaarheidsverklaring afgegeven door een commissie voor onderzoek van een school voor speciaal onderwijs in cluster 1 en 2. |
z. | Commissie voor onderzoek: | Commissie als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de expertisecentra. |