Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen |
Citeertitel | De beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Geen. |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2014 | 21-02-2015 | Nieuwe regeling. | 03-01-2011 | Geen. | |
01-01-2011 | 01-01-2011 | 28-08-2017 | Nieuwe regeling. | 03-01-2011 | Geen. |
01-01-2011 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling. | 03-01-2011 | Geen. |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
particulier graf: een graf, een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het:*doen begraven en begraven houden van overledenen;*al dan niet ondergronds doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;*doen verstrooien van as.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de lijkbezorging
Artikel 11 Over te leggen stukken / verlenging grafrecht particulier graf
Begraving in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Deze verlenging betreft een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. Het verzoek om verlenging dient te zijn ondertekend door de rechthebbende
of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
Hoofdstuk 4 Indeling van een begraafplaats
Artikel 13 Indeling van een begraafplaats
Daarnaast kan op een begraafplaats ruimte aanwezig zijn voor:
-een veld voor het verstrooien van as;
-een urnenwand of columbarium;
-een algemeen gedenkteken voor het doodgeboren kind;
-een plaats voor het aanbrengen van een gedenkplaatje voor een overledene waarvan de as is verstrooid;
-een plek voor gedenking en meditatie (stiltetuin; monument voor het vervlogen leven).
Artikel 18 Verlenging van termijnen
Op verzoek van een rechthebbende kunnen de in artikel 17, lid 1, bedoelde termijnen worden verlengd. De aanvraag hiertoe dient, binnen twee jaar voor het verstrijken van de desbetreffende termijn, te worden gericht aan het college. Is een dergelijk verzoek niet gedaan één (1) jaar voor het verstrijken van de termijn waarvoor het graf is uitgegeven dan doet de houder van de begraafplaats hiervan schriftelijk bericht aan de rechthebbende. Wordt niet binnen drie maanden na die kennisgeving om verlenging van het recht verzocht dan wordt van deze mogelijkheid tot verlenging bij het graf én bij de ingang van de begraafplaats mededeling gedaan. Deze mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn waarvoor het recht op een particulier graf werd gevestigd.
Artikel 19 Overschrijving van rechten
Indien de rechthebbende komt te overlijden en niet in het desbetreffende graf wordt begraven noch daarin bijzetting van diens asbus plaatsvindt dan kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een verzoek daartoe dient binnen zes (6) maanden na het overlijden van de rechthebbende aan het college te worden gericht.
Artikel 21 Uitgifte van een algemeen graf en van een urnennis
Is binnen de in lid 3 bedoelde periode een verzoek om verlenging niet ingekomen en is de wettelijke termijn voor ruiming van een asbus na het verlopen van die termijn nog niet verlopen, dan wordt aangenomen dat daarmee de desbetreffende gebruiker toestemming heeft / hebben gegeven om tot ruiming van de asbus over te gaan. Waar mogelijk wordt de gebruiker wiens adres bij de beheerder bekend is hiervan voor de ruiming op de hoogte gesteld.
Artikel 24 Niet – blijvende grafbeplanting
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Op een vooraf, door de rechthebbende gedaan verzoek aan de beheerder, worden linten, siervazen en dergelijke voorwerpen na de verwijdering drie (3)
maanden worden bewaard. In die periode kunnen deze voorwerpen bij de beheerder worden afgehaald. Na verloop van die periode vervallen deze voorwerpen aan de gemeente.
Artikel 25 Verwijdering van grafbedekking
De op of aan een particulier graf aanwezige grafbedekking wordt, na het beëindigen van de grafrechten als bedoeld in artikelen 20, lid 1 of 20, lid 1 en 3 jo lid 4, van deze verordening, door het college verwijderd. In de procedure over het verlengen of beëindigen van de grafrechten of over het vervallen verklaren daarvan wordt hierop gewezen.
Is een verzoek als bedoeld in het tweede lid niet ingekomen of wordt de grafbedekking niet binnen de daarvoor geldende termijn afgehaald dan vervalt de te verwijderen grafbedekking aan de eigenaar / beheerder van de begraafplaats. De voormalig rechthebbende hebben geen aanspraak op enige vergoeding.
Het algemene onderhoud aan een begraafplaats vindt uitsluitend plaats door of vanwege het college. De rechthebbende op een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf is hiervoor een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is vastgelegd in en wordt ingevorderd op basis van de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten.
De rechthebbende is verplicht de – door welke omstandigheid ook – aan een grafbedekking ontstane schade op eerste aanschrijving van het college te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Indien – door welke omstandigheid ook – een situatie ontstaat die gevaar oplevert voor het omvallen, wegzakken, verschuiven of inzakken van een grafdekking dan kunnen door burgemeester en wethouders direct maatregelen worden getroffen. De rechthebbende op een graf wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld en verzocht die maatregelen te treffen om (vervolg)schade te voorkomen en tot herstel of vernieuwing van de grafbedekking over te gaan.
Indien binnen acht (8) weken, te rekenen na de dag van aanschrijving als bedoeld in lid 3, geen herstel of vernieuwing van de grafbedekking heeft plaatsgevonden dan is het college bevoegd tot, het op kosten van de rechthebbende, verwijdering en vernietiging van de desbetreffende grafbedekking over te gaan. Het college gaat tot het uitoefenen van één van deze bevoegdheden niet over dan nadat de rechthebbende hierop, binnen de termijn van acht (8) weken, nadrukkelijk is gewezen.
Hoofdstuk 7 Het ruimen van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 28 Het ruimen van een graf, urnengraf of urnennis
Van de ruiming van een graf, urnengraf of urnennis wordt door het college ten minste één (1) jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer de desbetreffende adressen niet bekend zijn maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf of urnennis gedurende ten minste één (1) jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij
de ingang van de begraafplaats op het mededelingen bord bekend. Hierbij wordt melding gemaakt van het gestelde in lid 5 van dit artikel.
De rechthebbende op een graf of de gebruiker van een algemeen graf kunnen, binnen de in lid 2 genoemde termijn, bij de beheerder een aanvraag indienen om:
-de stoffelijke resten te verzamelen voor herbegraving of crematie;
-de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of bijzetting dan wel voor het verstrooien van de as.
Hoofdstuk 8 Inrichting register
Binnen de administratie wordt een register bijgehouden van alle overledenen die zijn begraven. In het register worden daartoe opgenomen de:
-geslachtsnaam plus voornamen van de overledene;
-de naam en het adres van de eventuele partner en zijn of haar geboortedatum;
-datum van geboorte, van overlijden en van de desbetreffende begraving;
Binnen de administratie wordt daarnaast een register bijgehouden van alle daar bijgezette asbussen. In het register wordt daartoe opgenomen:
-de naam en voornamen van de overledene, dan wel de naam van de doodgeborene, als ook het registratienummer van de asbus;
-de naam en het adres van de eventuele partner en zijn of haar geboortedatum;
-de datum van geboorte, van overlijden en van de desbetreffende bijzetting;
-de naam en het adres van de houder van het crematorium waar de verbranding heeft plaatsgevonden;
-de precieze aanduiding van de bijzetting van de asbus;
-in het voorkomende geval, de plaats van bestemming van de as;
-in het voorkomende geval, de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus ter beschikking is gesteld.
Binnen de administratie wordt een register bijgehouden van de uitsluitende rechten op een graf of urnengraf. In het register wordt daartoe opgenomen de:
-naam en de voornamen van de rechthebbende;
-naam van de partner en zijn of haar geboortedatum;
-desbetreffende adresgegevens;
-gegevens over het ontstaan, de duur, de verlenging, de overschrijving en de beëindiging van het uitsluitend recht.
Binnen de administratie wordt aantekening gehouden van een verleende vergunning voor het hebben en houden van een grafbedekking voor of op een particulier graf, een particulier urnengraf of voor een urnennis. Daartoe wordt geregistreerd de:
-naam, het adres en de woonplaats van de rechthebbende c.q. de vergunninghouder en van de eigenaar van de grafbedekking;
Binnen de administratie wordt aantekening gehouden van het aanbrengen van een gedenkplaatje op de urnenwand in de stiltetuin. Daartoe wordt geregistreerd de:
-naam, het adres en de woonplaats van de nabestaande op wiens verzoek de ruimte voor een gedenkplaatje is uitgegeven;
-de termijn waarvoor de ruimte is uitgegeven en de datum van verwijdering.
De administratie is zo ingericht dat daaruit een chronologisch overzicht van begravingen kan worden gemaakt. Het overzicht bestrijkt een kalenderjaar. Dit overzicht vermeldt:
-de precieze plaats van begraving of bijzetting;
-de naam, de geboortedatum, de datum van overlijden en de datum van begraving of bijzetting van iedere overledene.
Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 30 Overgang van rechten en plichten
Indien voor het tijdstip van het in werking treden van deze verordening een aanvraag om vergunning of ontheffing op grond van de:
Beheersverordening op de gemeentelijke begraafplaats Sneek 2007 Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Bolsward 2005 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met de artikel 5, lid 3, artikel 6, leden 1, 2, 4, 5 en 6,
of artikel 7, lid 2 van deze verordening wordt gestraft met een
geldboete van de eerste categorie als bedoeld in het Wetboek van strafrecht.