Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011 |
Citeertitel | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2011 | 28-12-2013 | Nieuwe verordening | 03-01-2011 Gemeentepagina's 4 mei 2011 | Z-11-2056/INT-11-117 |
HOOFDSTUK 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de burgemeester en wethouders. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door burgemeester en wethouders vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 Voorschriften voor lijk- en asbezorging
Artikel 7 Mogelijkheid tot begraving, bijzetting of verstrooiing
Op de begraafplaatsen Bodegraven-Reeuwijk worden alleen de stoffelijke resten begraven of de as bijgezet of verstrooid van hen die tijdens hun leven inwoner waren van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn overleden of naar oordeel van burgemeester en wethouders binding hadden met de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag, voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de administratief ambtenaar. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de administratief ambtenaar zo tijdig mogelijk worden gedaan.
De nabestaanden kunnen in bijzondere gevallen op aanvraag een gedeelte van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden zelf verrichten. Tijdens de uitvoering zijn de nabestaanden verplicht zich te houden aan de schriftelijke aanwijzingen die hiertoe door de beheerder zijn gegeven en zij staan hierbij onder toezicht van de uitvoerende ambtenaren, die voor de naleving van deze aanwijzingen zorgdragen.
De in het vorige lid bedoelde aanvraag dient ten tijde van de aangifte bij de administratief ambtenaar of zo spoedig mogelijk daarna, maar uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag, die aan de dag van de begraving, bijzetting of verstrooiing voorafgaat, schriftelijk aan de beheerder kenbaar te worden gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Artikel 9 Gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen
Het gebruik van de ontvangstruimten en de aula en van het orgel of de muziekinstallatie, voor zover aanwezig, moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag, die aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt voorafgaat, worden aangevraagd bij de administratief ambtenaar. De zaterdag geldt voor de toepassing van dit artikel niet als werkdag.
Bij iedere begrafenis op de begraafplaatsen Bodegraven-Reeuwijk wordt op verzoek de gemeenteklok geluid. Het verzoek om de gemeenteklok te luiden wordt gedaan ten tijde van de aanmelding bij de administratief ambtenaar. Burgemeester en wethouders stellen de tijd vast gedurende welke het klokluiden plaatsvindt.
Artikel 10 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, eerste lid.
HOOFDSTUK 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 12 Indeling graven en asbezorging
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en asbussen (met of zonder urnen) kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Burgemeester en wethouders bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn, vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Artikel 14 Volgorde van uitgifte
Burgemeester en wethouders stellen in overleg met de beheerder de volgorde van uitgifte van de particuliere graven vast.
Artikel 15 Termijnen van particuliere graven en urnennissen
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen of de columbariums zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar het recht op een particulier graf of particuliere urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf of de particuliere urnennis is uitgegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën en bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder, overeenkomstig de door burgemeester en wehouders te stellen voorwaarden.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een schriftelijke aanvraag heeft gedaan bij de beheerder.
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar, voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, bekend gemaakt op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje en door mededeling op het mededelingenbord van de begraafplaats. Indien het adres van de rechthebbende op de grafbedekking bij burgemeester en wethouders bekend is, stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip eveneens behoorlijk per brief van hun voornemen in kennis.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende schriftelijke aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De schriftelijke aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het vorige lid genoemde termijn.
Artikel 23 Onderhoud van de grafbedekking door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Indien de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende niet bekend is, zal van het voornemen tot verwijdering mededeling worden gedaan op het mededelingenbord op de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 24 Onderhoud en werkzaamheden op de begraafplaatsen door de beheerder
Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast voor het door de beheerder schoonhouden van het gedenkteken en het graf. De beheerder voorziet in het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen van de graven en de begraafplaatsen Bodegraven-Reeuwijk in het algemeen.
Indien dit vanwege werkzaamheden op de begraafplaatsen noodzakelijk is, heeft de beheerder de bevoegdheid de grafbedekking en beplanting op een graf in de onmiddellijke nabijheid waarvan de werkzaamheden worden uitgevoerd tijdelijk te verwijderen. Onmiddellijk nadat de werkzaamheden beëindigd zijn, wordt de grafbedekking of beplanting door de beheerder herplaatst. Eventuele beschadigingen, die als gevolg van de verwijdering of herplaatsing ontstaan, worden op kosten van de gemeente hersteld.
HOOFDSTUK 6 Ruiming van graven en urnennissen
Artikel 25 Bekendmaking van het voornemen tot ruiming
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een particulier graf, algemeen graf of kindergraf of een urnennis te ruimen, wordt gedurende tenminste een jaar, voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of de nis geruimd zal worden, bekendgemaakt op een bij het te ruimen graf of bij het columbarium te plaatsen bordje en tevens door een mededeling op het mededelingenbord van de begraafplaats.
De kennisgeving per brief, zoals bedoeld in het vorige lid, vindt plaats twaalf weken voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of de urnennis zal worden geruimd. Indien gedurende deze periode van twaalf weken geen reactie van tenminste één van de in het vorige lid bedoelde personen is ontvangen, wordt het voornemen gepubliceerd in een plaatselijk nieuwsblad en wordt het ruimen van het graf of de urnennis voor een periode van twaalf weken uitgesteld.
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te laten cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende van een particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden, teneinde deze elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaatsen dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het vorige lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven er van in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld, indien de kennisgeving aan het kerkgenootschap niet tot verbetering van het onderhoud of tot herstel heeft geleid.
Artikel 29 Klachten en aanbevelingen (indiening, behandeling en belissing)
Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht of aanbeveling indienen.
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Reeuwijk 2003 en de Beheersverordening begraafplaats Vredehof 1995, respectievelijk vastgesteld in 2003 en op 22 december 1994, worden ingetrokken.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van uitgifte van ... (het gemeenteblad) waarin zij is geplaatst.