Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bevoegdhedenregeling gemeente Asten 2010 |
Citeertitel | Bevoegdhedenregeling gemeente Asten 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Toelichting
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 01-05-2009 | 27-01-2012 | Onbekend | 27-04-2010 Peelbelang 29-04-2010 | B&W |
Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester, de Heffingsambtenaar en de Invorderingsambtenaar van de gemeente Asten, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
dat het doelmatig is dat zij gebruik maken van mandaat bij de uitoefening van hun bevoegdheden;
tot het verlenen van bevoegdheden aan de ambtelijke organisatie, overeenkomstig het aan dit besluit gehechte register en onder de volgende algemene bepalingen:
Conform het bepaalde in afdeling 9.1 van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, blijft onder bepaalde omstandigheden het recht van toepassing dat gold vóór de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening d.d. 1 juli 2008. Indien vanaf de datum inwerkingtreding van onderhavige bevoegdhedenregeling met bijgehorend register nog sprake is van lopende dossiers die onder het recht van de voormalige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) vallen, worden in mandaat genomen besluiten geacht te zijn genomen op basis van het mandaatbesluit en bijbehorend mandaatregister zoals dit rechtens gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening.
Indien het college c.q. de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van (de uitvoering van) een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder mede verstaan:
Waar volmacht is verleend tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe ook worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten die hiermee verband (kunnen) houden.
1.Bij de uitoefening van (onder)mandaat worden stukken van het college respectievelijk de burgemeester als volgt ondertekend:
1. namens het college van burgemeester en wethouders van Asten,
team- of functie-aanduiding van de (onder)gemandateerde,
namens de Heffingsambtenaar van Asten,
Aldus vastgesteld door de burgemeester, het College van burgemeester en wethouders, de Heffingsambtenaar en de Invorderingsambtenaar van de gemeente Asten op 27 april 2010.
College van burgemeester en wethouders van Asten,
de secretaris,
mr. W.M.A. Verberkt
burgemeester van Asten,
ir. J. Beenakker
Heffingsambtenaar van Asten,
Hoofd afdeling Interne Dienstverlening
T.Koolen
Invorderingsambtenaar van Asten
Hoofd afdeling Interne Dienstverlening
T.Koolen
Toelichting Bevoegdhedenregeling Asten 2010
Deze toelichting maakt integraal onderdeel uit van de Bevoegdhedenregeling
Bij een gemeente moeten burgemeester en wethouders vaak honderden beslissingen per dag nemen. Het is logisch dat het College deze beslissingen niet allemaal zelf kan nemen. Een manier om dit probleem op te lossen is door bevoegdheden te mandateren aan anderen. Hierdoor kan het werk feitelijk worden uitgevoerd door ambtenaren, die ondergeschikt zijn aan het College en voor wie het College ook primair verantwoordelijk is.
In principe is geen specifieke wettelijke basis nodig om de bevoegdheden te mandateren. Echter, de aard van een bevoegdheid kan zich verzetten tegen mandatering. Soms ook blijkt uit een wettelijke regeling dat een bestuursbevoegdheid niet mag worden gemandateerd.
In artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht is mandatering van een aantal bevoegdheden uitdrukkelijk verboden.
Bij het verlenen van een mandaat blijft de mandaatgever primair verantwoordelijk voor de besluiten die genomen worden. Een in mandaat genomen besluit geldt als een besluit van het bestuursorgaan.
De mandaatgever kan algemene of bijzondere aanwijzingen geven aan degene die namens hem een beslissing neemt. Ook kan de mandaatgever inlichtingen vragen. Hij kan zelfs te allen tijde zelf de bevoegdheid uitoefenen zonder hiervoor het mandaat te hoeven intrekken. Het besluit moet uitdrukkelijk vermelden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.
Een mandaatbesluit kan zowel algemeen zijn, als een bepaald geval betreffen. Het kan aan één of meerdere gemandateerden worden verleend. Dit moet in principe schriftelijk gebeuren. Mandaat om een besluit te nemen omvat tevens het vaststellen van een ontwerp-besluit.
Indien het bevoegde bestuursorgaan hiermee instemt, kan ondergemandateerd worden.
2. Uitgangspunten Bevoegdhedenregeling Asten
In het Organisatiebesluit zijn de uitgangspunten voor de wijze van inrichting en functioneren van de gemeentelijke organisatie vastgelegd. In dit besluit is opgenomen dat het college danwel de burgemeester hun bevoegdheid tot het nemen van besluiten, niet zijnde algemeen verbindende voorschriften, zoveel mogelijk mandateren aan ambtenaren. Het organisatiebesluit geeft daarbij grenzen aan (o.a. geen mandaat bij strijd met beleidsregel, bij politieke gevoeligheid, bij ongewenste precedentwerking) die zijn verwerkt in deze algemene mandaatregeling.
Met deze regeling geeft het college en de burgemeester invulling aan de algemene bedrijfsmatige uitgangspunten van de gemeente Asten. Voor speciale gevallen kan het college danwel de burgemeester een afzonderlijk mandaatbesluit nemen.
Deze regeling wordt gekenmerkt door de volgende onderdelen:
Mandaatbesluiten worden geregistreerd op een besluitenlijst en ter kennis gebracht van het college. In mandaat genomen besluiten treden in werking conform artikel 3:40 Awb, derhalve na bekendmaking. Onder bekendmaking wordt verstaan de bekendmaking aan de aanvrager en eventueel direct belanghebbenden.
Het bij deze regeling behorende register bevat zowel bestuurs- als beheersbevoegdheden van het college en de burgemeester.
Het begrip “bestuursbevoegdheden” omvat onder meer alle bevoegdheden om een besluit in de zin van de Awb te nemen met uitzondering van de bevoegdheden tot regelgeving, voor zover deze zijn geattribueerd aan het college.
Met de term “beheersbevoegdheden” wordt gedoeld op de bevoegdheden van het college die buiten de externe beleidsfeer liggen. Het gaat in hoofdzaak om handelingen die van interne, huishoudelijke aard zijn en om handelingen die in eigen beheer worden verricht. Hierbij moet worden gedacht aan privaatrechtelijke handelingen en feitelijke handelingen.
De uitoefening van bestuursbevoegdheden in mandaat zal zich concentreren op het verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen. De uitoefening van beheersbevoegdheden ziet via volmacht op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en via machtiging op het verrichten van feitelijke handelingen en procesvertegenwoordiging.
Deze regeling ziet op het mandateren van bevoegdheden door het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester. De bevoegdheden van de Invorderingsambtenaar en de Heffingsambtenaar zijn bij de actualisering in 2010 in deze regeling opgenomen.
Bij inwerkintreding van de wet Dualisering medebewindsbevoegdheden is een aantal bevoegdheden bij wet van de raad overgegaan naar het college. Het college kan deze bevoegdheden dus mandateren.
Voor zover de raad of andere bestuursorganen (commissies) bevoegdheden wensen over te dragen aan ambtenaren dient dit in afzonderlijke besluiten vorm te krijgen.
5. Artikelsgewijze toelichting
Mandaat: mandaat is volgens artikel 10.1 Awb de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of enig ander persoon of college met openbaar gezag bekleed) een besluit te nemen. Dit laatste zijn volgens artikel 1:3 Awb schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, gericht op rechtsgevolg, bijvoorbeeld het afgeven van vergunningen en ontheffingen op grond van de algemene plaatselijke verordening. Kenmerk van mandaat is dat de bevoegdheid niet overgaat, maar in naam van de mandaatgever wordt uitgeoefend. De mandaatgever blijft dan ook verantwoordelijk voor de uitoefening van de bevoegdheid. Mandaat is eigenlijk de publiekrechtelijke tegenhanger van de volmacht uit het privaatrecht.
Volmacht: Volmacht heeft betrekking op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen in naam van de gemeente, bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst. Artikel 10:2 Awb verklaart de hele afdeling 10.1.1 Awb van toepassing op de volmacht.
Machtiging: Hiervan is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Dit zijn handelingen die geen privaatrechtelijke handelingen zijn of geen besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb.
Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie, het vragen van inlichtingen, het uitbrengen van advies of het afsluiten van een straat. Artikel 10:12 Awb verklaart de hele afdeling 10.1.1 Awb over mandaat van overeenkomstige toepassing op de machtiging.
De tekstuele wijziging van dit artikel maakt duidelijk dat de leidinggevende altijd ook bevoegd is.
Voorbeeld: bij afwezigheid van de bevoegde medewerker is de coördinator, bij diens afwezigheid het afdelingshoofd, en bij diens afwezigheid de directie bevoegd.
Uitgangspunt van deze regeling is reeds het maximaal gebruik van mandaat; waar het desondanks mogelijk is en noodzakelijk wordt geacht verdergaand of persoonlijk ondermandaat toe te staan (deze bevoegdheid is beperkt tot directie en afdelingshoofden) is registratie wenselijk.
In elk geval gelden voor de aangewezen plaatsvervangende afdelingshoofden dezelfde bevoegdheden als voor het afdelingshoofd (in MT 7.4.2010 bekrachtigd)
Overige ondermandaatbesluiten worden aangeleverd bij de beheerder van het register.
In de praktijk is mandaatverlening sterk verweven met het vertrouwen van het mandaterende bestuursorgaan in degene die het mandaat uitoefent. Er moet vanuit worden gegaan dat hij dat zal doen in de geest van dat orgaan en dat bij twijfel het bestuursorgaan wordt geraadpleegd: besluiten die strijdig zijn met een beleidsregel, belangrijke politieke gevolgen of ongewenste precedentwerking hebben, of ingrijpende financiële gevolgen hebben dienen door het bestuursorgaan zelf te worden genomen. Dit heeft tevens als consequentie dat het bestuursorgaan slechts in uitzonderingsgevallen de bevoegdheid weer naar zich toetrekt. Bij de toepassing van onderhavige mandaatregeling wordt verondersteld dat deze vertrouwensbasis aanwezig is binnen onze organisatie.
Toegevoegd is een bepaling over de actualiteit van een mandaat bij veranderende wetgeving, evenals specifieke overgangsbepalingen in verband met de WRO.
Beslissingen op bezwaar worden niet gemandateerd. Dit betekent dat ook niet worden gemandateerd de beslissingen tot het instellen van (hoger) beroep.
In geval van persoonlijke betrokkenheid of de schijn hiervan bij de behandeling van een dossier, dient een collega, die niet persoonlijk betrokken is, de behandeling van het desbetreffende dossier over te nemen. Persoonlijk betrokken is een ambtenaar in ieder geval wegens bloed- en aanverwantschap, en wanneer de dossiers betrekking hebben op mensen uit zijn of haar vrienden- en/ of kennissenkring.
Een speciale vorm van mandaat is het ondertekeningsmandaat. Dit betreft de mogelijkheid om de bevoegdheid tot ondertekening van beslissingen te mandateren aan anderen. Uit het ondertekende besluit moet blijken dat het besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf is genomen.
In artikel 10:11 Awb en artikel 59a Gemeentewet is hiervoor een speciale bepaling opgenomen. In principe is ondertekeningsmandaat toegestaan, tenzij de aard van de in het besluit uitgeoefende bevoegdheid zich ertegen verzet of indien het wettelijk is verboden.
De ondertekening is aangepast aan de nieuwe huisstijl. Er is gekozen voor een persoonlijke ondertekening. De kenbaarheid vereist dat eenduidig is te herleiden dat een functionaris bevoegd is. In het register zijn de functionele bevoegdheden geregistreerd per afdeling en/of per team, en als zodanig te herleiden. Afdelingshoofden vermelden wel hun functie bij de ondertekening.
Toegevoegd is de wijze van ondertekening namens de Invorderings- en Heffingsambtenaar.
In verband met de ontwikkeling van de afdeling Publiekszaken heeft het college eerder besloten tot een overgangsregeling tot 1 mei 2009. Om die reden wordt inwerkingtreding met een terugwerkingsbepaling tot en met die datum voorgesteld