Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
Deze regeling vervangt de "Verordening Parkeerbelastingen 2010" van 12 november 2009, welke is ingetrokken per 1 januari 2011. De "Verordening Parkeerbelastingen 2010" blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
Gemeentewet, art. 225
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2010 Ede Stad 22-12-2010 | 637019 en 637361 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet:
de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren, met uitzondering van de parkeerterreinen waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden. Op deze parkeerterreinen moet achteraf bij het beëindigen van het parkeren worden betaald.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 52,--.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 12 Overdracht bevoegdheden
De raad draagt aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid over om de tarieven genoemd in onderdeel 1a van de bij deze verordening behorende tarieventabel vast te stellen conform de tariefstructuur zoals genoemd in de “Wijzigingsverordening Parkeerbelasting 2010”, indien de uitkomst van het experiment daartoe aanleiding geeft.
Artikel 13 Inwerkingtreding van citeertitel
De "Verordening Parkeerbelastingen 2010" van 12 november 2009, bekendgemaakt op 23 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ede, gehouden op 16 december 2010, nr. V.R. 2010/100-h.
de griffier
, w.g. HAGELSTEIN
de voorzitter
, w.g. VAN DER KNAAP
Bijlage Tarieventabel, behorende bij de "Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011".
Het basistarief voor 2011 voor terreinen waar achteraf betaald moet worden, bedraagt € 1,50 per uur, met een maximum van € 12,00 per dag. Het basistarief dient als grondslag voor de berekening van de tarieven in publiek toegankelijke parkeervoorzieningen.
Het tarief voor het parkeren op het Kuiperplein, Van Dijkeplein en Bunschoterplein bedraagt € 0,80 voor een periode van 30 minuten (of een gedeelte daarvan) en € 0,70 voor de volgende 30 minuten (of een gedeelte daarvan). Deze tariefstructuur geldt tevens voor de daarop volgende uren.
Het minimumtarief per parkeerhandeling bedraagt € 0,80.
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011 bedraagt:
€ 1,80* | |||
Het minimumtarief per parkeerhandeling bedraagt voor alle locaties € 0,90.
2. Het tarief voor een parkeervergunning bedraagt:
Behoort bij het besluit van de gemeenteraad van Ede d.d. 16 december 2010, V.R. 2010/100-h.