Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Inburgering |
Citeertitel | Verordening Wet Inburgering gemeente Urk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet inburgering, art. 8,19, 23 en 35
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2007 | Nieuwe regeling | 29-03-2007 Het urkerland (12-4-2007) | 2007 / 176 |
De Raad van de gemeente Urk;Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 februari 2007Gezien het advies van commissie I van 13 maart 2007Gelet op de artikelen 8, 9 vijfde lid, 23 derde lid en 35 van de Wet Inburgering;Overwegende dat de raad bij verordening regels dient vast te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;Besluit vast te stellen de volgende verordening:<vet> VERORDENING WET INBURGERING</vet>
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:a. Het verstrekken van schriftelijk voorlichtingsmateriaal;b. Het inrichten van een gemeentelijke informatie- en adviesfunctie;c. Het geven van digitale informatie op de website van de gemeente Urk.
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria: a. Inburgeringsplichtigen die algemene bijstand of een uitkering op grond van een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen sociale zekerheidswet of -regeling ontvangen.b. Oudkomers die zelf geen inkomen uit werk of uitkering hebben
Artikel 6 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:a. het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;c. Het deelnemen aan voortgangsgesprekken;d. Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;e. Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.
Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening
Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod
Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod weigert is hij zelf verantwoordelijk voor zijn voorbereiding op het inburgeringsexamen. Het college zal binnen vier weken na ontvangst van de weigering een handhavingbeschikking versturen waarmee de termijn aanvangt waarbinnen de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen moet hebben gehaald.
Artikel 8 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;c. de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;d. de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening