Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorziening gehandicapten gemeente Urk |
Citeertitel | Verordening voorziening gehandicapten gemeente Urk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2004 | Herziening | 02-09-2004 Het Urkerland | 2004001387 |
De raad van de gemeente Urk;gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 19 juli 2004;gezien het advies van commissie I van 17 augustus 2004;besluit:gelet op artikel 2 van de Wet Voorziening Gehandicapten Stb. 1993 nr. 545 en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet Stb. 1993, 610;overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen;vast te stellen de:<vet>‘Verordening voorziening gehandicapten gemeente Urk’</vet><vet>Afdeling I Algemeen</vet>
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het bruto-inkomen wordt verminderd met de daarover verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, behoudens de nominale premie zieketekostenverzekering.
hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de gehandicapte met een briefadres is ingeschreven.
gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de gehandicapte gebruik moet kunnen maken;
woonruimte-aanpassing: ingreep van bouw- of woontechnische aard, die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen danwel beperkingen als gevolg van gedragsproblemen die een gehandicapte ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte, met dien verstande, dat bij ingrepen van bouw- of woontechnische aard slechts het opheffen of verminderen van ergonomische beperking als aanpassing wordt aangemerkt en waarvan de kosten een bedrag van € 45.378,02 niet te boven gaan.
ergonomische beperkingen: beperkingen, die rechtstreeks worden ondervonden als gevolg van beperkingen van de gehandicapte in een woonruimte voor wat betreft haar bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid, welke ten gevolge van de bouwkundige en woontechnische opzet van de woonruimte of van haar ligging in een woongebouw niet afdoende kunnen worden ondervangen.
een financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening op de voor vergoeding in aanmerking komende kosten van die voorziening in mindering moet worden gebracht en op welk bedrag de bepalingen van het “Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten” van toepassing zijn.
auto-aanpassingen: voorzieningen die voor de gehandicapte niet algemeen gebruikelijk zijn en gericht zijn op het opheffen/reduceren van diens ergonomische belemmeringen/beperkingen opdat de gehandicapte zelfstandig danwel als passagier gebruik kan (blijven) maken van de eigen (aan te schaffen) (rolstoel)auto c.q. rolstoeltoegankelijke auto.
Paragraaf 1 Algemene omschrijving
Artikel 2.1 Soorten woonvoorzieningen
de risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;ad. 1 en 2: Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen die blijkens raadpleging van het Handelsregister, als bedoeld in de Handelsregisterwet, niet bedrijfsmatig op soortgelijke werkzaamheden is ingericht, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10 % van de aanneemsom, met dien verstande dat:· dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de bond van Nederlandse architecten BNA;· de noodzaak tot het inschakelen van een architect voortvloeit uit de aard, de omvang en de complexiteit van de betreffende aanpassing;
de administratiekosten gemaakt door een verhuurder ten behoeve van de gehandicapte, voor zover de kosten, bedoeld onder 1 t/m 12 tezamen:
onderhoud, keuring en reparatie van een in het kader van deze verordening, danwel de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten, dan wel de Beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten verstrekte voorziening, mits ten tijde van het onderhoud, de keuring of de reparatie, de gehandicapte de woonruimte als hoofdverblijf bewoont;
Artikel 2.3 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt
De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kamers in verzorgingshuizen, vakantie-woningen, tweede woningen en kamerverhuur. Hoofdstuk 2 is evenmin van toepassing op onbewoonbare of onbewoonbaar verklaarde woningen.
Paragraaf 2 Het recht op een woonvoorziening
Artikel 2.4 Het primaat van de verhuizing
Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1 onder a genoemd in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen van ergonomische aard, waaronder mede worden begrepen beperkingen als gevolg van gedragsproblemen direct verband houdende met de handicap, het normale gebruik van de woning belemmeren.
Paragraaf 3 Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen
In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan - na verkregen toestemming van de eigenaar - een financiële tegemoetkoming worden verleend voor het bezoekbaar maken van één woonruimte, indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZinrichting. Onder het bezoekbaar maken van de woonruimte wordt uitsluitend verstaan, dat de gehandicapte de woonruimte, de woonkamer en één (1) toilet kan bereiken.
Artikel 2.7 Frequentie van woonruimte-aanpassingen
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b en c wordt geweigerd indien:
Artikel 2.8 Duidelijkheid over financiering van niet-gesubsidieerde deel van de kosten
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1 onder b en c indien in de financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de voorziening is voorzien.
Artikel 2.9 Aanvang werkzaamheden en bezichtiging van de woonruimte in verband met woonruimte-aanpassing
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming indien:
Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden van aanpassing van de woonruimte, doch uiterlijk binnen vijftien maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart de gerechtigde van de financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 2.2 aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
Paragraaf 4 Beperking in de verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.11 Het verwerven van grond
Voor zover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder b betreft het
uitbreiden van bestaande woonruimte, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woonruimte dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woonruimtes, zoals vermeld in bijlage I.
Artikel 2.12 Woonruimte-aanpassingen van de gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte, indien zonder deze woonruimte-aanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft, zoals:
Paragraaf 5 Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen, indien:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien:
Artikel 2.15 Beperking in de aanpassingskosten van een woonwagen of woonschip
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten € 907,56.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip, indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987, 466), van een binnenschip, dat:
Paragraaf 7 Facultatieve woonvoorzieningen
Artikel 2.19 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van:
De financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a en b wordt slechts verleend voor de periode, dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woonruimte-aanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan.
Burgemeester en wethouders verlenen een financiële tegemoetkoming ter hoogte van de werkelijke kosten per maand, met een maximum gelijk aan de maximale huursubsidiegrens, als tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het vierde lid onder a en c met een maximum van de helft van de maximale huursubsidiegrens per maand ter tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het vierde lid onder b.
Artikel 2.20 Kosten in verband met huurderving
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, welke op verzoek van het college van burgemeester en wethouders is gereserveerd voor het gebruik door een gehandicapte, kan het college van burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met de derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden.
Artikel 2.21 Verwijdering van woonruimte-aanpassingen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van verwijdering van voorzieningen die zijn aangebracht met toepassing van:
de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten indien:- de woning langer dan drie maanden leeg staat;- bekend is dat binnen een periode van drie maanden na het verstrijken van de termijn genoemd onder sub 1 geen gehandicapte in aanmerking voor de woning zal komen en- de aanpassingen zo specifiek zijn dat het door de aanwezigheid van de voorzieningen niet goed mogelijk is om de woning aan een niet-gehandicapte te verhuren.
Artikel 2.22 Anit-speculatie-beding
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening van tenminste € 2.500,00 heeft ontvangen en die binnen een periode van 10 jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woonruimte verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening dient overeenkomstig de tabel in het tweede lid aan de gemeente te worden teruggestort met dien verstande dat ieder reeds ingetreden jaar wordt gerekend als een volledig jaar.
De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt:Voor het eerste jaar 100% van de financiële tegemoetkoming;Voor het tweede jaar 90% van de financiële tegemoetkoming;Voor het derde jaar 80% van de financiële tegemoetkoming;Voor het vierde jaar 70% van de financiële tegemoetkoming;Voor het vijfde jaar 60% van de financiële tegemoetkoming;Voor het zesde jaar 50% van de financiële tegemoetkoming;Voor het zevende jaar 40% van de financiële tegemoetkoming;Voor het achtste jaar 30% van de financiële tegemoetkoming;Voor het negende jaar 20% van de financiële tegemoetkoming;Voor het tiende jaar 10% van de financiële tegemoetkoming;
Hoofdstuk 3 Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Voor zover de vervoersbehoefte van echtgenoten voor elk van hen bestaat uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van gebruik van een auto of een bruikleen-auto van de bedrijfsvereniging, of gebruik van een taxi c.q. vervoer door derden of een rolstoeltaxi/bus, wordt een financiële tegemoetkoming verleend tot maximaal elk driekwart van de hoogte van de krachtens artikel 3.3 vastgestelde maximum bedragen.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de gehandicapte zelf kan worden bezocht, terwijl het bezoek noodzakelijk is voor de gehandicapte om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 3.3 Vaststelling van de financiële tegemoetkoming
Burgemeester en wethouders houden bij het verstrekken van een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder b, c en d rekening met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte met dien verstande, dat de door hen bij nadere regels vastgestelde maximum-bedragen niet worden overschreden.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking komen wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in belangrijke mate noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
Hoofdstuk 5 Eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en forfaitaire, dan wel gemaximeerde vergoedingen
Artikel 5.1 Financiële tegemoetkomingen bij vervoers- en woonvoorzieningen en rolstoelen
Burgemeester en wethouders stellen, ter bepaling van de hoogte van de financiële
tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen het “Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten” vast.<vet>Afdeling II procedures</vet>
Hoofdstuk 6 Het verkrijgen van een voorziening
Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Hoofdstuk 7 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders
Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies
In afwijking van het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders zonder advies van de door hen aangewezen adviesinstantie tot een verstrekking of de verlening van een financiële tegemoetkoming overgaan, wanneer zij naar hun oordeel anderszins beschikken over voldoende betrouwbare en volledige informatie om, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het geval, op basis daarvan een verantwoorde beslissing te nemen.
Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders onverwijld mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 7.3 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming, dan wel een gemaximeerde vergoeding, kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of vergoeding binnen zes maanden na de beslissing niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor deze was verleend, dan wel dat niet binnen zes maanden uitvoering is gegeven aan het besluit.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen / hardheidsclausule
Indien een bouwkundige woonruimteaanpassing het bedrag van € 45.378,02 te boven gaat en het orgaan als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders ondanks het gestelde in artikel 1.1 onder i besluiten tot verstrekking van deze voorziening.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening
Het door de gemeente gevoerde beleid wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Urk, gehouden op 2 september 2004,
De voorzitter, De griffier,
Aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden verleend ingevolge artikel 2.11 “het verwerven van grond” 1
Ingevolge artikel 2.11 is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.1a. Aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.
1b. Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2.
Maximale vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie van liften ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder d. 2
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt (per 01 januari 2002)
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Lifteninstituut (voorrijkosten + keuringstarieven) vermenigvuldigd met een factor 2 (er komen twee personen) vanwege de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma.* Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt. Beginkeuringen zullen daarom nauwelijks nog voorkomen. Bestaande balansliften kunnen nog wel gewoon gekeurd en onderhouden worden. Het liftinstituut berekent de kosten voor periodieke keuring van balansliften op grond van een uurtarief van € 76,50.Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:- 50 % voor installaties geplaatst buiten de woning;- 50 % voor installaties die meer dan één verdieping overbruggen;- 50 % voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch wegklapbare raildelen