Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Urk

Verordening op de jeugdgemeenteraad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUrk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de jeugdgemeenteraad
CiteertitelVerordening op de jeugdgemeenteraad
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-2004Nieuwe regeling

02-03-2004

Gemeentelijke website

2003001726

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de jeugdgemeenteraad

Burgemeester en wethouders van de gemeente Urk;gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;besluit vast te stellen de volgende verordening:                                   <vet>Verordening op de commissie jeugdgemeenteraad</vet>

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. Lid: lid van de commissie; b. Voorzitter: voorzitter van de commissie of diens vervanger; c. Griffier: griffier van de raad of diens vervanger; d. Vergadering: vergadering van de commissie; e. Secretaris: secretaris van de commissie; f.  College: college van burgemeester en wethouders; g. Jongerenpartij: partij van jongeren die een relatie heeft met een politieke partij, die zitting heeft in de gemeenteraad van Urk.  

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling

  • 1

    Het college stelt de commissie jeugdgemeenteraad in.

  • 2

    De commissie adviseert en overlegt over onderwerpen die raakvlakken hebben met de leefwereld van de jeugd.

Artikel 3 Taken

De commissie heeft de volgende taken:   •het uitbrengen van advies aan het college over een (raads)voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op het in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerp;    •het uitbrengen van advies aan het college uit eigener beweging;    •het voeren van overleg met het college over door het college verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van het in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerp.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1

    De commissie bestaat uit eenzelfde aantal leden als de gemeenteraad. De commissie is een afspiegeling van de politieke samenstelling van de gemeenteraad.

  • 2

    De in het eerste lid genoemde leden worden door het college op voordracht van de jongerenpartijen benoemd.

  • 3

    De leden van de commissie moeten lid zijn van een jongerenpartij, in de gemeente Urk woonachtig zijn, niet jonger dan 16 en niet ouder dan 26 jaar zijn op het moment van benoeming.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1

    De voorzitter wordt door de jongerenpartijen benoemd.

  • 2

    De voorzitter is geen lid van de commissie en maakt ook geen deel uit van het bestuur van de jongerenpartij.

  • 3

    De voorzitter is belast met:a. het leiden van de vergadering;b. het handhaven van de orde;c. het doen naleven van deze verordening;d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en de secretaris vangt in september aan en eindigt in ieder geval 24 maanden later.

  • 2

    De commissie kan de voorzitter en secretaris ontslaan.

  • 3

    Een lid, de voorzitter en de secretaris kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 4

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist het college zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 5

    Indien een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het vertegenwoordigende commissielid van rechtswege.

  • 6

    Het lidmaatschap vervalt verder:a. bij het ophouden ingezetene te zijn van de gemeente Urk;b. bij ontslag door de jongerenpartij die het lid heeft voorgedragen.

Artikel 7 Griffier

  • 1

    De griffier is in iedere commissievergadering aanwezig.

  • 2

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door zijn plaatsvervanger.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1

    De voorzitter kan de burgemeester en/of één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wenst deel te nemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4

    De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en/of één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9  

Vervallen

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1

    In de regel vinden er jaarlijks tenminste 5 vergaderingen van de commissie plaats.

  • 2

    De vergaderingen van de commissie vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 3

    Een commissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van reden daarom verzoeken.

  • 4

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Oproep

  • 1

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep van de leden verzonden.Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, derde lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2

    De volgende punten worden in de hierna vermelde volgorde, steeds op de voorlopige agenda vermeld.a. Opening en mededelingen.b. Vaststellen van de agenda.c. Spreekrecht burgers.d. Vaststellen notulen.e. Bespreek/adviesstukken.f. Stukken ter kennisname.g. Ingekomen stukken.h. Aan de commissie gerichte brieven.i. Schriftelijke beantwoording van vragen uit een vorige vergadering.j. Rondvraag.k. Sluiting.

  • 3

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 4

    Een voorstel van een lid een onderwerp aan de agenda toe te voegen of af te voeren moet tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk zijn ingediend bij de griffier. De griffier draagt zorg dat de voorzitter en leden van de commissie onverwijld in kennis worden gesteld van een dergelijk voorstel.

  • 5

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen, voor zover voorzien van een toelichting, aan de agenda toevoegen of onderwerpen van de agenda afvoeren.

  • 6

    Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid act, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 7

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.

  • 2

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in een plaatselijke verschijnend huis-aan-huis blad en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2

    De openbare kennisgeving vermeldt:a. de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en bijbehorende stukken kan inzien;c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2

    Het woord kan niet gevoerd worden over:a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit zo mogelijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. Nadat de spreker het woord heeft gevoerd heeft elk van de commissieleden, in één ronde, de mogelijkheid de spreker een vraag ter verduidelijking te stellen. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Notulen

  • 1

    De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerp-notulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2

    Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de commissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergegeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de notulen bij de griffier te worden ingediend, voor zover de voorgestelde verandering van wezenlijke betekenis isEen verandering van eenvoudige aard, dit ter beoordeling van de commissie, kan vóór het vaststellen van de notulen, mondeling aan de commissie worden gedaan.

  • 4

    De notulen moeten inhouden:a. de namen van de voorzitter, de secretaris, de griffier, de burgemeester en de wethouder en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren;b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;d. een samenvatting van het advies aan het college onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;e. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5

    De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6

    De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 18a Ingekomen stukken

  • 1

    Bij de commissie ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de commissieleden toegezonden en ter inzage gelegd.

  • 2

    Na de vaststelling van de notulen stelt de commissie op voorstel van de voorzitter de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

  • 3

    Aan de commissie gerichte vakbladen, algemene brochures, folders ed. worden in de leeskamer voor de commissieleden ter inzage gelegd.

Artikel 19 Spreekregels

  • 1

    Een lid, de burgemeester of een wethouder spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 20 Volgorde sprekers

  • 1

    Een lid, de burgemeester of een wethouder, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen

  • 1

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2

    Per fractie voert in eerste termijn, één spreker het woord. In tweede termijn krijgt ook het andere fractielid de mogelijkheid het woord te voeren.

  • 3

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4

    Een lid mag n een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3

    Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4

    De voorzitter kan een commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1

    De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging over een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1

    De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan het college wordt uitgebracht.

  • 3

    Indien de commissie een advies aan het college uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29 Notulen

  • 1

    De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier

  • 2

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 30 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Indien het college op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of ander communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 4 maart 2004.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Urk, gehouden op 2 maart 2004,De secretaris,                                                                        De burgemeester,