Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling park Lingezegen |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling park Lingezegen |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | natuur en landschap, gemeenten, financiën, waterschap, bestuurlijke organisatie |
Deze regeling tot instelling van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen is mede gemaakt door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe en het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rivierenland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft.
Provinciale Staten hebben op 30 juni 2010, nr. PS2010-476, toestemming gegeven als bedoeld in artikel 73, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Dit (wijzigings)besluit treedt in werking met ingang van de dag na die, waarop het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt door plaatsing op de voet van de artikelen 139, tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 136, tweede lid van de Provinciewet en treedt in werking op 1 augustus 2014.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2014 | 21-09-2019 | Wijziging regeling | 15-07-2015 Provinciaal Blad 2014. nr. 1440 | zaaknummer 2010-008234 | |
01-12-2010 | 01-08-2014 | Nieuwe regeling | 23-11-2010 Provinciaal Blad 2010/138 | zaaknummer 2010-008234 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Bestuursovereenkomst 2007-2013: de Bestuursovereenkomst 2007-2013 d.d. 18 december 2006, met inbegrip van daarvoor in de plaats tredende wijzigingen en afspraken voor opvolgende investeringstijdvakken, tussen het Rijk en de provincie Gelderland met daarin nadere afspraken over de inzet van aan de provincie Gelderland toegekende middelen op grond van de Wet inrichting
landelijk gebied, de realisatie van doelen en de verantwoording daarover;
Uitvoeringsprogramma: het als bijlage bij de Bestuursovereenkomst gevoegde programma met de titel “Uitvoeringsprogramma Park Lingezegen” d.d. juli 2008 waarin projecten zijn beschreven die tot en met 2013 zullen worden uitgevoerd, welke kosten met die uitvoering zijn gemoeid alsmede een globale weergave van het moment waarop of de periode waarin deze projecten zullen worden uitgevoerd;
Het in het eerste lid genoemde doel verwezenlijkt de Parkorganisatie door:
het inrichten en operationeel houden van een projectbureau zoals in de Bestuursovereenkomst is vastgelegd, het voeren van een actuele financiële boekhouding waaronder het jaarlijks actualiseren van de door de Parkorganisatie gehanteerde grondexploitatie, het verzorgen van programmering, communicatie en promotie betreffende Park Lingezegen, alsmede het bevorderen van betrokkenheid van private partijen daarbij;
Artikel 5. Aanwijzing leden algemeen bestuur
De deelnemende partijen beslissen elk in de eerste vergadering van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Overbetuwe, Lingewaard en Arnhem en Nijmegen en het dagelijks bestuur van het waterschap Rivierenland van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur stelt het jaarplan vast. Het jaarplan bevat ten minste de strategie inzake grondverwering, de realisatie en uitvoering van het Masterplan en Uitvoeringsprogramma, het inrichtingsplan voor Park Lingezegen, de Planexploitatie en de private initiatieven bij de realisatie van Park Lingezegen alsmede de onderlinge samenhang tussen deze verschillende onderdelen en de voortgang daarvan.
Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee leden met dien verstande dat één lid de vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe en één lid de vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard is.
Artikel 9. Aanwijzing leden dagelijks bestuur
Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur openvalt, wijst het algemeen bestuur een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan zal het algemeen bestuur het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitstellen totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur weer is vervuld.
Het dagelijks bestuur is voorts bevoegd tot:
het geven van aanwijzingen aangaande het beheer van gerealiseerde parkonderdelen aan de Deelnemende Partijen die met het beheer zijn belast, met dien verstande dat de Parkorganisatie slechts bevoegd is de met het beheer belaste Deelnemende Partijen aanwijzingen te geven voor zover zij afwijken van de afspraken of het kwaliteitsniveau zoals in het vorige onderdeel bedoeld;
het bepalen of kan worden ingestemd met afwijkingen van het in het vorige onderdeel bedoelde kwaliteitsniveau door met het beheer belaste Deelnemende Partijen. Deze instemming kan slechts worden onthouden voor zover de herkenbaarheid van Park Lingezegen als eenheid of de continuïteit van het beheer in gevaar komen of onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het overeengekomen kwaliteitsniveau;
Als en voor zover de uitoefening van de bevoegdheden, zoals in het eerste lid bedoeld het beheer van gerealiseerde onderdelen van Park Lingezegen betreffen, worden door het dagelijks bestuur slechts besluiten genomen als Staatsbosbeheer in de gelegenheid is gesteld hierover een advies uit te brengen.
Het dagelijks bestuur is bevoegd de provincie Gelderland te verzoeken het ILG-budget en de DLG in te zetten en aan te sturen voor zover het de realisatie van Park Lingezegen betreft met inachtneming van de provinciale begroting, de Bestuursovereenkomst 2007-2013 en de Prestatieovereenkomst of daarvoor in de plaats tredende afspraken. De provincie Gelderland geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.
Hoofdstuk 6. Informatie, verantwoording en ontslag
Artikel 14. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden, provinciale staten en algemeen bestuur waterschap
Hoofdstuk 8. Financiële bepalingen
Als de aanwijzingen van de Parkorganisatie zoals bedoeld in artikel 11 tweede lid sub b. aan de beherende Deelnemende Partijen leiden tot een verhoging van de jaarlijkse beheerkosten voor één of meerdere van die partijen met meer dan 5% behoeven deze aanwijzingen een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van het algemeen bestuur dat daarover met eenparigheid van stemmen dient te beslissen
Hoofdstuk 10. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur kan na een daartoe strekkend besluit van een bevoegd bestuursorgaan van een publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon besluiten over toetreding tot de Parkorganisatie van andere dan de Deelnemende Partijen. Het algemeen bestuur beslist over deze toetreding, eventuele voorwaarden daarbij en aanpassing van de Regeling met eenparigheid van stemmen.
Uittreding, zoals in het vorige lid bedoeld, is slechts mogelijk als voor de resterende financiële verplichtingen van de uittredende deelnemer op grond van de Bestuursovereenkomst of daarop volgende of in de plaats tredende afspraken een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten. Bij het opmaken van deze vaststellingsovereenkomst tussen de Parkorganisatie en de uittredende deelnemer worden de resterende financiële verplichtingen inzake de beheerkosten voor de uittredende deelnemer
gekapitaliseerd voor een periode van 20 jaren vanaf het moment van uittreding. De uittreedbijdrage wordt bepaald door de jaarlijkse bijdrage van de uittredende deelnemer aan de beheerkosten, gecorrigeerd met de jaarlijkse prijspeilstijging, te vermenigvuldigen met 20.
Artikel 26. Wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het opheffen van de Regeling. Het algemeen bestuur maakt van de bevoegdheid in de vorige volzin slechts gebruik nadat de Deelnemende Partijen hierover zijn gehoord. De regels betreffen ten minste de gevolgen die de beëindiging heeft voor het personeel, zoals bedoeld in hoofdstuk 7, alsmede de wijze waarop het batig dan wel nadelig saldo van de Parkorganisatie over de alsdan Deelnemende Partijen wordt verdeeld.