Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen |
Citeertitel | Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De "Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen" van 13 februari 2007 wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2007 | Nieuwe beleidsregel | 04-12-2007 Gemeenteinfo, 19-12-2007 | 8 | ||
20-12-2007 | Nieuwe beleidsregel | 04-12-2007 Gemeenteinfo, 19-12-2007 | 8 |
Overwegende, dat het vanuit het oogpunt van de bescherming van natuur- en milieuwaarden,
overlast en veiligheid wenselijk is over te gaan tot vaststelling van een beleidsregel in het kader
van het rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen, waarmee bij het verlenen
van een ontheffing rekening dient te worden gehouden;
gelet op Hoofdstuk 4, Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en op het artikel 5.4.2 van de
Algemene plaatselijke verordening;
vast te stellen “Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen”
Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen
Artikel 1 begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. natuurgebieden: het strand, de duinen en het wad;
b. motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder c, Wegenverkeerswet 1994;
c. bromfiets: als bedoeld in artikel 1, onder e, Wegenverkeerswet 1994;
d. rijbewijs: als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet;
e. zomerseizoen: 1 mei tot en met 14 september en herfstvakantie regio noord van 08.00 uur tot 19.00 uur;
f. winterseizoen: 15 september tot en met 30 april en herfstvakantie regio noord van 19.00 uur tot 08.00 uur;
g. Apv: Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Ameland;
h. toezichthouder: de door het college aangewezen ambtenaar;
i. ontheffinghouder: natuurlijk persoon of instantie aan wie, door het college, een ontheffing voor
het rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen is verleend;
j. beheerder terrein: de beheerder van een natuurgebied.
1. Een ontheffing wordt schriftelijk aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld
2. De aanvraag dient tenminste 8 weken voordat men gebruik wil maken van de ontheffing
ingediend te worden bij het college.
3. Afhankelijk van de ontheffing, moet u een pasfoto, rijbewijs, bewijs lidmaatschap vereniging,
kentekenbewijs en verzekeringsbewijs of registratiebewijs toevoegen.
Voorwaarden mogelijkheid ontheffing zomerseizoen
Artikel 3 Voorwaarden zomerseizoen
Gelet op de bescherming van de natuur- en milieuwaarden en het recreatieve gebruik van de natuurgebieden, wordt slechts bij zeer hoge uitzondering in het zomerseizoen een ontheffing verleend. De duur van deze ontheffing wordt zoveel mogelijk beperkt. Voor de ontheffing gelden strikte voorwaarden.
Aan de volgende groepen belanghebbenden kan in het zomerseizoen een ontheffing worden verleend:
1. Verenigingen die strandactiviteiten ontplooien in deze periode in het belang van het eiland (bv. Juttersvereniging in geval van strandschoonmaakacties);
2. Bedrijfseconomische belanghebbenden, in het belang van het eiland (bv. NAM, evenementen etc.);
3. Inwoners van Ameland voor het te water laten van de boot (zowel in verenigingsverband als buiten verenigingsverband). De eigenaar van de boot moet echter wel in het bezit zijn van een verzekeringsbewijs danwel een registratienummer van de boot zodat kan worden aangetoond dat de persoon daadwerkelijk eigenaar is van de boot. Het te water laten van de boot wordt uitsluitend verleend voor het strand gelegen 500 meter weerszijden van strandopgang Tjettepad of het Jan Sietjespad (zie kaart behorende bij de beleidsregel). Het motorvoertuig met trailer moet, zodra de boot te water is gelaten, verwijderd worden van het strand. Bij het Tjettepad is de mogelijkheid om het motorvoertuig met trailer naast het pand van de CAT-club te plaatsen (zoveel mogelijk tegen de duinen aan).
4. Belanghebbenden, maximaal 20, voor het te water laten van de boot. De eigenaar van de boot moet echter wel in het bezit zijn van een verzekeringsbewijs danwel een registratienummer van de boot zodat kan worden aangetoond dat de persoon daadwerkelijk eigenaar is van de boot. Het te water laten van de boot wordt uitsluitend verleend voor het strand gelegen 500 meter weerszijden van strandopgang Tjettepad of het Jan Sietjespad (zie kaart behorende bij de beleidsregel). Het motorvoertuig met trailer moet, zodra de boot te water is gelaten, verwijderd worden van het strand. Bij het Tjettepad is de mogelijkheid om het motorvoertuig met trailer naast het pand van de Cat Club te plaatsen (zoveel mogelijk tegen de duinen aan). De ontheffing wordt maximaal voor één jaar verstrekt. De ontheffing kan worden aangevraagd vanaf 1 januari van het betreffende jaar voor dat betreffende jaar.
Voorwaarden mogelijkheid ontheffing winterseizoen
Artikel 4 Voorwaarden winterseizoen
Gelet op de bescherming van de natuur- en milieuwaarden en het recreatieve gebruik wordt slechts bij uitzondering in het winterseizoen een ontheffing verleend. De duur van deze ontheffing kan langer zijn dan in het zomerseizoen (één week, één maand of langer), maar maximaal één winterseizoen zijn. Voor de ontheffing gelden strikte voorwaarden.
Aan de volgende groepen belanghebbenden kan in het winterseizoen een ontheffing worden verleend:
1. Aan alle inwoners van Ameland wordt een collectieve ontheffing verleend;
2. Bedrijfseconomische belanghebbenden, in het belang van het eiland (bijv. NAM, en bij
3. Belanghebbenden, maximaal 50, die zich aantoonbaar noodzakelijk moeten bevinden op het strand met een motorvoertuig. Belanghebbenden die in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing zijn:
• Leden van de Juttersvereniging;
• Leden van de Wildbeheereenheid Ameland;
• Leden van visvereniging de Vette Bot;
• Leden van visvereniging Schultenbrau;
De leden moeten echter wel praktiserend lid zijn om in aanmerking te komen voor een ontheffing. Als uit inlichtingen bij de betreffende vereniging blijkt dat een lid geen praktiserend lid is, wordt een ontheffing geweigerd. De ontheffing wordt maximaal voor één jaar verstrekt. De ontheffing kan worden aangevraagd vanaf 1 januari van het betreffende jaar voor dat betreffende jaar.
De ontheffinghouder dient zich, op eerste verzoek van een toezichthouder of de politie, te
kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs.
Artikel 6 Ontheffingvoorschriften
In de ontheffing wordt tenminste vermeld:
1. De ontheffing wordt gegeven aan een natuurlijk persoon. In geval van tijdelijke ontheffing voor bedrijfseconomische belanghebbenden kan deze ontheffing ook aan een rechtspersoon worden verstrekt;
2. De ontheffing mag alleen worden gebruikt door de ontheffinghouder;
3. De ontheffing mag alleen gebruikt worden als dat noodzakelijk is voor de activiteit waarvoor de ontheffing is verleend;
4. De ontheffing geldt alleen voor het strand (van de waterlijn tot aan de duinvoet) en de strandopgangen;
5. Het strandgedeelte waarvoor de ontheffing geldt kan in omvang afgebakend zijn;
6. De ontheffing is alleen geldig in de periode vermeld in de ontheffing;
7. De ontheffinghouder moet beschikken over een rijbewijs voor het motorvoertuig;
8. Op het strand geldt een maximumsnelheid van 60 km per uur voor motorvoertuigen en voor bromfietsen geldt een maximumsnelheid van 30 km per uur. In de nabijheid van mensen of dieren en bij en op de strandopgangen moet stapvoets gereden worden;
9. De ontheffinghouder moet de ontheffingspas duidelijk zichtbaar achter de voorruit plaatsen als hij/zij op het strand rijdt. Bij tractoren, motoren en bromfietsen draagt de ontheffinghouder de ontheffingspas bij zich als hij/zij op het strand rijdt;
10. Aanwijzingen van ambtenaren van politie, gemeente, beheerder terrein of Rijkswaterstaat moeten onmiddellijk worden opgevolgd;
11. Er mag geen schade worden aangebracht aan de plaatselijke flora en fauna;
12. Het rijden op het strand en de strandovergang moet zodanig gebeuren, dat de op het strand en de strandovergang bevindende personen en dieren daarvan geen overlast ondervinden;
13. De ontheffinghouder is verplicht de schade, die hij/zij door het rijden op het strand veroorzaakt, te vergoeden en voorts redelijkerwijs maatregelen te nemen om te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de ontheffing schade lijden;
14. Bij misbruik of niet-nakoming van de voorschriften van de ontheffing, kan deze onmiddellijk worden ingetrokken.
De ontheffing kan in elk geval worden ingetrokken:
a. Als de ontheffinghouder het bij of krachtens deze beleidsregel bepaalde overtreedt;
b. Als de ontheffinghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
c. Bij misbruik of niet-nakoming van de voorschriften van de ontheffing;
d. in het belang van de natuur- of milieuwaarden;
e. in het belang van de veiligheid van strandrecreanten;
In geval van het intrekken van een ontheffing vallende onder de collectieve ontheffing, wordt de betreffende persoon op een zogenaamde “zwarte lijst” geplaatst. Dit betekent dat deze persoon niet langer gerechtigd is om op het strand en de strandovergangen te rijden met een motorvoertuig.
Artikel 9 Onmiddellijke intrekking ontheffing
De ontheffinghouder die in strijd handelt met de ontheffing of zich aan wangedrag of bedrog
schuldig maakt, de toezichthouder in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of
indirect de orde verstoort of de veiligheid van strandrecreanten in gevaar brengt, kan door de
politie, beheerder terrein of toezichthouder mondeling worden gelast zijn ontheffing in te leveren danwel direct op de zwarte lijst worden geplaatst.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen”.
1. Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking in het gemeentelijk informatieblad heeft plaatsgevonden.
2. De “Beleidsregel rijden in natuurgebieden met motorvoertuigen” van 13 februari 2007 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 4 december 2007