Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Urk 2008 |
Citeertitel | APV Urk 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | APV Urk 2008 |
Betreft wijziging APV 2008
Gebiedsaanwijzing beperking verspreiding
drukwerk.
Paardenverbod strand.
Aanwijzing openbaar water voor woonschepen.
Gebiedsaanwijzing alcoholverbod.
Gebiedsaanwijzing drugsverbod.
Gebiedsaanwijzing caravanverbod.
Parkeerverbod vrachtwagens.
Beleidsregel evenementen op schepen.
Nota Standplaatsenbeleid.
Terrassen- en uitstallingenbeleid.
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum uitwerkingtreding |
Betreft |
Datum ondertekening Bron bekendmaking |
Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2015 | 20-07-2018 | Wijziging APV 2008 |
18-12-2014 Het Urkerland 29 december 2014 |
2015.000021 | |
18-12-2008 | 15-07-2010 | Herziening |
18-12-2008 Het Urkerland 15-01-2009 |
2007000952 / 2007001031 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 1.7 Vergunning voor onbepaalde tijd
Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
Artikel 1.9 Uitzonderingen positieve fictieve beslissing bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beslissing bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:
- Artikel 2.9 Ontheffing van het verbod optreden als straatartiest;
- Artikel 5.23 Vergunning organisatie snuffelmarkt;
- Artikel 2.10a Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg;
- Artikel 2.25 Vergunning evenementen;
- Artikel 2.39 Exploitatievergunning speelgelegenheid;
- Artikel 3.4 Vergunning seksinrichting;
- Artikel 4.18 Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen.
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2.1 Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 5 Bruikbaarheid ten aanzien van de weg
Artikel 2.10a Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, in strijd met de publieke functie van de weg
Artikel 2.10c Vrij te stellen categorieën
Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid van artikel 2.l0a niet geldt.
Artikel 2.11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op of langs de weg achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 2.15 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2.16 Openen straatkolken e.d.
is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of enigerlei andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2.21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
Onder evenement wordt mede verstaan:
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor eendaagse evenementen, indien:
De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregeld onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2.26a Verbod erotische evenementen
Onder een erotisch evenement wordt verstaan:- Een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak waarbij vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden.- Een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak waarbij aan het publiek de gelegenheid wordt geboden op fysieke wijze deel te nemen aan het erotische vermaak.
Afdeling 8 TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN
Artikel 2.27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;
Artikel 2.30 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2.29 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
Artikel 2.31 Verboden gedragingen
1. Het is verboden in een openbare inrichting:
b. zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn opgrond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid;
c. op het terras spijzen of dranken te verstrekken aan personen die geen gebruik van het terras.
Artikel 2.34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Indien een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.27 geen inrichting is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt niet de burgemeester, maar het college op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van artikel 2.28 en met 2.31.
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- paracommerciële rechtspersoon,
dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.
- Bijeenkomsten van persoonlijke aard: Bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de doelstelling van de paracommerciële rechtspersonen, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke;
- Sportieve- en recreatieve rechtspersonen: rechtspersonen, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richten op activiteiten van sportieve aard (bijvoorbeeld: voetbalvereniging, tennisvereniging, korfbalvereniging);
- Overige rechtspersonen: hier vallen uitsluitend onder sociaal-culturele rechtspersonen en rechtspersonen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard;
- Sociaal-culturele rechtspersonen: rechtspersonen, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richten op activiteiten van sociaal-culturele aard (bijvoorbeeld: dorpshuis);
- Rechtspersonen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard: rechtspersonen, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richten op activiteiten van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard (bijvoorbeeld: verenigingsgebouw van de kerk).
1.a. Een paracommercieel rechtspersoon, categorie sportieve en recreatieve rechtspersonen kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf één uur voor de aanvang en tot uiterlijk één uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.
b. Het is een paracommercieel rechtspersoon, categorie sportieve en recreatieve rechtspersonen in ieder geval verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken op maandag tot en met zaterdag buiten de volgende tijden: maandag tot en met vrijdag van 19.00 uur tot uiterlijk 23.00 uur, en; zaterdag van 12.00 uur tot uiterlijk 23.00 uur.
c. Een paracommercieel rechtspersoon, categorie sportieve en recreatieve rechtspersonen kan alcoholhoudende drank verstrekken tijdens per jaar ten hoogste 12 bijeenkomsten voor leden en introducés welke gericht zijn op de activiteiten die worden uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon (niet zijnde bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en verjaardagsfeesten).
2. a. Overige paracommerciële rechtspersonen kunnen alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf één uur voor de aanvang en tot uiterlijk één uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon;
b Overige paracommerciële rechtspersonen kunnen alcoholhoudende drank verstrekken tijdens per jaar ten hoogste 12 bijeenkomsten van persoonlijke aard.
3. De bijeenkomsten bedoeld in lid 1 onder c en lid 2 onder b moeten twee weken van tevoren schriftelijk worden gemeld bij de burgemeester.
Artikel 2.34d Verbod happy hours
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit of op het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2.36 Kennisgeving exploitatie
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht onverwijld aan de houder van die inrichting volledig en naar waarheid zijn of haar naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst, alsmede de dag van vertrek te verstrekken.
Artikel 2.38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht onverwijld aan de houder van die inrichting volledig en naar waarheid zijn of haar naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst, alsmede de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2.39 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2.44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2.47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
a. op een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;
b. zich op een openbare plaats zodanig op te houden dat aan gebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt.
Artikel 2.48 Verboden drankgebruik
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt
verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken of gesloten flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, wanneer daarmee wordt beoogd op die openbare plaats alcoholhoudende drank te nuttigen.
Artikel 2.50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaarvervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2.51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2.52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en evenementterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, evenement, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2.57 Loslopende honden
De verboden in het eerste lid aanhef en onder a en b zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:
a. die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden; of
b. die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.
Artikel 2.59 Gevaarlijke honden
Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:
a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;
b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijder zonder toedoen van een mens niet mogelijk is; en
c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf
geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.
De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2.68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:
1. dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;
2. van een verandering van de onder a, sub 1, bedoelde adressen;
3. dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan;
b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;
c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;
d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.
Artikel 2.71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2.72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuurposittieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2.74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2.74a Gebruik van verdovende middelen
Het is verboden op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats, of in een voor het publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen dan wel voorbereidingen daartoe te treffen, of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen openlijk voorhanden te hebben.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover het gebruik betrekking heeft op de uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door apothekers, artsen, tandartsen en dierenartsen dan wel door een persoon die het middel in het kader van een ziekte, gebrek of aandoening om medische redenen moet gebruiken en het middel hem rechtmatig is verstrekt door een apotheker, arts of tandarts dan wel door een andere beroepsbeoefenaar die bevoegd is de geneeskunst of de tandheelkunst uit te oefenen.
Artikel 2.74b Verzameling van personen in verband met drugs
Het is verboden op of aan wegen of andere voor publiek toegankelijke plaatsen die door de burgemeester zijn aangewezen indien de openbare orde dat in verband met het openlijk gebruik van en/of de handel in middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet naar zijn oordeel noodzakelijk maakt, aan een verzameling van meer dan vier personen deel te nemen.
Artikel 2.74c Verblijfsontzegging in verband met drugs
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene die zich gedraagt in strijd met artikel 2.74, 2.74a en 2.74b een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste 24 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgehad.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie binnen zes maanden na het opleggen van dit verbod wordt geconstateerd, dat hij zich wederom gedraagt met de in het eerste lid genoemde artikelen, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste veertien dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgehad.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, Veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
Artikel 2.75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2.1, 2.lOa, 2.11, 2.48, 2.49, 2.50, of 2.73 van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2.77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151 c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Artikel 2.78 Gebiedsontzegging
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:-1. de exploitant;-2. de beheerder;-3. de prostituee;-4. het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is;-5. toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2 van deze verordening;-6. andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3.5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
- bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
-de artikelen 137c, 137d, 137e, 137f, 137g, 140, 240b, 242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a, 248b, 248c, 248d, 248e, 248bis, 248ter, 249, 252, 273f, 300, 301, 302, 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
-de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
- de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen; -5. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; -6. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3.13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3.11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-portnografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3.3.2, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer op een zodanige wijzetoestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
Afdeling 2 Bodem-, weg en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4.8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.
Artikel 4.9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4.12a Melding voornemen kappen
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstanden buiten de bebouwde kom in de zin van de Boswet indien het betreft:
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen bevat dan 20.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:
het vellen van een dode houtopstand en Amerikaanse vogelkers mits:- het voornemen tot vellen hiervan schriftelijk bij burgemeester en wethouders is gemeld;- burgemeester en wethouders de ontvangst van de melding schriftelijk hebben bevestigd en hierbij hebben aangegeven dat de gemelde boom c.q. houtopstand een boom c.q. houtopstand is als bedoeld in dit artikellid;
wanneer niet binnen zes weken na indiening van de melding als bedoeld onder e. een schriftelijke bevestiging is verzonden door burgemeester en wethouders, mag tot vellen van de dode houtopstand of de Amerikaanse vogelkers worden overgegaan. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn waarbinnen de bevestiging dient te zijn verzonden met maximaal acht weken verlengen.
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4.13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4.15 Vebod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterrein
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
In deze afdeling wordt verstaan onder:a. voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals: kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;b. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990).
Artikel 5.2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden:a. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren binnen een cirkel met een straal van 25 meter met als middelpunt een dezer voertuigen; dan welb. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken.
Tot de voertuigen bedoeld in het eerste lid worden niet gerekend:a. voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, zulks gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden;b. voertuigen gebezigd voor persoonlijk gebruik van de in het eerste lid genoemde persoon.
Artikel 5.4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5.6 Kampeermiddelen e.a.
Het is verboden een voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Artikel 5.9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5.12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5.13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder venten wordt niet verstaan:a. het aan de huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel, bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het eerste lid op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5.22;
Artikel 5.18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de vergunning worden geweigerd:a. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.
Artikel 5.19 Toestemming rechthebbenden
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5.24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op,in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5.25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5.27 Verbod inneming ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens de artikel 5.26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5.28 Beschadigen van waterstraatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoelingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5.33 Verbod afvalstoffern te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:
a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;
b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aangewezen personen.
Artikel 6.3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1.3 Indiening aanvraag
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
positieve fictieve beslissing bij niet tijdig beslissen
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2.1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2.2 Optochten (gereserveerd)
Artikel 2.3 Kennisgeving betogingen openbare plaatsen
Artikel 2.4 Afwijking termijn (vervallen; opgenomen in artikel 2.3)
Artikel 2.5 Te verstrekken gegevens (vervallen; opgenomen in artikel 2.3)
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2.6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven stukken of gedrukte stukken en afbeeldingen
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2.7 Feest, muziek en wedstrijd e.d.(vervallen)
Artikel 2.8 Dienstverlening (vervallen)
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2.l0a Het plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, in strijd met de publieke functie van de weg
Artikel 2.l0b Afbakeningen en uitzonderingen
Artikel 2.l0c Vrij te stellen categorieën
Artikel 2.11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2.12 Maken en veranderen van een uitweg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2.13 Veroorzaken van gladheid (vervallen)
Artikel 2.15 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Artikel 2.16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2.17 Kelderingangen e.d.
Artikel 2.18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2.19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2.20 Vallende voorwerpen
Artikel 2.21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2.22 Veiligheid op het ijs
Artikel 2.25a Aanvullende eisen grote evenementen
Artikel 2.26a Verbod erotische evenementen
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2.27 Begripsomschrijvingen
Artikel 2.28 Exploitatie horecabedrijf (vervallen)
Artikel 2.30 Afwijking sluitingstijden, tijdelijke sluiting
Artikel 2.31Verboden gedragingen.
Artikel 2.32 Handel in horecabedrijven
Artikel 2.34 College als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2.34a Beperking verstrekken sterke drank
Afdeling 8a Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 2.34c Regulering paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2.34d Verbod happy hours
Afdeling 9 Inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2.36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2.37 Nachtregistratie (gereserveerd)
Artikel 2.38 Verschaffing gegevens nachtregister
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2.39 Speelgelegenheden
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2.41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2.42 Plakken en kladden
Artikel 2.43 Vervoer plakgereedschap e.d. (vervallen)
Artikel 2.44 Vervoer inbrekerswerktuigen (vervallen)
Artikel 2.45 Betreden van plantsoenen e.d. (vervallen)
Artikel 2.46 Rijden over bermen e.d.
Artikel 2.47 Hinderlijk gedrag op Openbare plaatsen
Artikel 2.48 Verboden drankgebruik
Artikel 2.49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2.50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2.51 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2.52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterreinen e.d. Artikel 2.53 Bespieden van personen
Artikel 2.54 Bewakingsapparatuur (vervallen)
Artikel 2.55 Nodeloos alarmeren (vervallen)
Artikel 2.56 Alarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.57 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie
Artikel 2.58 Verontreiniging door honden
Artikel 2.59 Gevaarlijke honden
Artikel 2.60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Artikel 2.61 Wilde dieren (vervallen)
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2.67 Verplichting met betrekking tot het register
Artikel 2.68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2.69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel 2.70 Handel in horecabedrijven (verplaatst naar afdeling 8)
Artikel 2.71 Begripsbepalingen
Artikel 2.72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2.73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2.74 Verbod verhandelen drugs
Artikel 2.74a Gebruik van verdovende middelen
Artikel 2.74b Verzameling van personen in verband met drugs
Artikel 2.74c Verblijfsontzegging in verband met drugs
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
Artikel 2.75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2.76 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2.77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2.78 Gebiedsontzegging
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Artikel 3.2 Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels e.d.
Artikel 3.5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3.7 Tijdelijke afwijking sluitingsuur; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3.8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3.11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3 Beslissingstermijn; Weigeringsgronden
Artikel 3.13 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3.14 Beëindiging exploitatie
Artikel 3.16 Overgangsbepaling
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4.2-4.6 (gereserveerd)
Afdeling 2 Bodem- en weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4.8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4.9 Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4.10 Begripsbepalingen
Artikel 4.11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 4.12 Vergunning van rechtswege
Artikel 4.12a Melding voornemen kappen
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4.13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4.14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen (vervallen)
Artikel 4.15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Artikel 4.16 Vergunningplicht lichtreclame (vervallen)
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4.18 Recreatief nachtverbl ijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4.19 Aanwijzing kampeerplaatsen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5.2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5.3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5.4 Defecte voertuigen
Artikel 5.6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5.7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5.8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5.9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5.10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen (vervallen)
Artikel 5.11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5.12 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5.13 Inzameling van geld of goederen
Artikel 5.18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5.19 Toestemming rechthebbenden
Artikel 5.20 Afbakeningsbepalingen
Artikel 5.23 Organiseren snuffelmarkt
Artikel 5.24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5.25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Artikel 5.26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5.27 Verbod innemen ligplaats
Artikel 5.28 Beschadigen van waterstaatswerken
Artikel 5.30 Veiligheid op het water
Artikel 5.31 Overlast aan vaartuigen
Afdeling 7 Gemeentewapen en gemeentevlag
Artikel 5.32 Gemeentewapen en gemeentevlag
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5.33 Verbod vuur te stoken
oofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.3 Binnentreden woningen
Artikel 6.4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening