Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van 25 juni 1998, no. 2, ter vervanging van de Hondenverordening (A.B. 1961, no. 14) |
Citeertitel | Hondenverordening Bonaire 1997 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Deze regeling vervangt de Hondenverordening (A.B. 1961, no. 14).
De datum van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld bij eilandsbesluit van 16-9-1998 (A.B. 1998, no. 10).
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | onbekend | ||
22-09-1998 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 25-06-1998 A.B. 1998, no. 6 | onbekend |
Voor de toepassing van deze eilandsverordening wordt verstaan onder:
Honden, die niet zijn voorzien van een geldig belastingkenteken, worden, indien zij worden aangetroffen op de openbare weg, op een voor ieder toegankelijk terrein of op een door de rechthebbende hiertoe toegankelijk gesteld terrein, gevangen door de politie of door personen die hiertoe door het bestuurscollege zijn aangewezen.
Gevangen honden, die naar het oordeel van een dierenarts of een arts, gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van mens of dier in geval van ziekten of gevaarlijk gedrag, of die lijden als gevolg van verwondingen of ziekte, worden zo snel mogelijk gedood.
In bewaring gehouden honden zullen aan de houder worden geretourneerd nadat de houder de kosten van onderhoud heeft voldaan. In geval in bewaring gehouden honden niet zijn voorzien van een belasting-kenteken zullen de honden aan de houder worden geretourneerd na overlegging van het bewijs dat de hondenbelasting voor de honden is betaald.
Honden, die zonder toezicht worden aangetroffen op terreinen die niet voor ieder toegankelijk zijn en waarop dieren worden gehouden, kunnen worden gevangen of gedood door of namens de rechthebbende op het terrein of de dieren, indien er letsel aan de dieren is toegebracht of indien valt aan te nemen dat de dieren door toedoen van de honden letsel zal worden toegebracht.
De gezaghebber is bevoegd om honden en/of honden types als gevaarlijk aan te wijzen. Houders van aldus aangewezen honden of honden behorend tot dit aangewezen type, zijn verplicht te zorgen dat deze honden, indien zij zich buiten een afgesloten ruimte of afgesloten terrein bevinden, aangelijnd zijn en voorzien zijn van een muilkorf of muilband, volgens bij eilandsbesluit vast te stellen model.
Indien zich, naar het oordeel van de gezaghebber, feiten of omstandigheden voordoen, welke een gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid en waarbij honden betrokken zijn welke behoren tot een als gevaarlijk aangewezen honden type, dan kan de gezaghebber de invoer van, het te koop aanbieden en verkopen van honden behorend tot dit type verbieden.
Indien zich, naar het oordeel van de gezaghebber, feiten of omstandigheden voordoen, welke een gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid en waarbij honden betrokken zijn, dan kan de gezaghebber maatregelen treffen ter voorkoming van verder gevaar.
In de gevallen waarin gevangen of in bewaring gehouden honden worden gedood, zal dit geschieden door een dierenarts, een arts of door personen hiertoe door het bestuurscollege aangewezen. Het doden dient te geschieden op een wijze welke volgens veterinaire inzichten het minst belastend is voor de honden.
In de gevallen dat honden worden gedood, welke niet gevangen of in bewaring genomen zijn, geschiedt dit behoudens in het geval van artikel 7 door de politie of door personen hiertoe door het bestuurscollege aangewezen. Het doden dient te geschieden op een wijze die gegeven de omstandigheden het minst belastend is voor de honden en die geen gevaar oplevert voor mens of dier.