Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening Bodembescherming Nijmegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bodembescherming Nijmegen
CiteertitelVerordening Bodembescherming Nijmegen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting verordening bodembescherming

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet bodembescherming, art. 52, art. 96, art. 39, art. 39c, art. 39d in samenhang met art. 88, lid 9; Gemeentewet, art. 147; Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming, art. 1.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-2011Onbekend

26-01-2011

Gemeenteblad 2011/024, d.d. 09-02-2011

Raadsvoorstelnummer 9/2011

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING BODEMBESCHERMING NIJMEGEN

 

De Raad van de Gemeente Nijmegen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 januari 2011;

Gelet op de artikelen 52, 96, 39, 39c en 39d in samenhang met artikel 88, negende lid, van de Wet bodembescherming en artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 1 van het Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming

Besluit:

de Verordening bodembescherming Nijmegen als volgt vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bodemsaneringsprogramma: het programma als bedoeld in artikel 4.14, lid 2, onder a, ten eerste, van de Wet milieubeheer;

  • b.

    de wet: Wet bodembescherming;

  • c.

    nader onderzoek: nader onderzoek als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • d.

    saneringsonderzoek: saneringsonderzoek als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • e.

    saneringsplan: saneringsplan als bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet;

  • f.

    evaluatieverslag: een verslag als bedoeld in artikel 39c van de wet;

  • g.

    nazorgplan: een plan als bedoeld in artikel 39d van de wet.

Artikel 1.2 Procedurele bepalingen

Voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht worden als aanvraag tot het nemen van een besluit aangemerkt:

  • a.

    de indiening van een rapport van het nader onderzoek;

  • b.

    het doen van een melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet;

  • c.

    de indiening van een saneringsplan;

  • d.

    de indiening van een evaluatieverslag;

  • e.

    de indiening van een nazorgplan.

Artikel 1.3 Formulier meldingen bodemverontreiniging/bodemsanering

Bij de meldingen als bedoeld in de artikelen 27 juncto 13, 27 juncto 30 en

28 van de wet en het indienen van een nader onderzoek, saneringsplan, evaluatieverslag en een nazorgplan wordt een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier, naar waarheid ingevuld en ondertekend, overgelegd.

Hoofdstuk 2 Gemeentelijk bodemsaneringsprogramma

Artikel 2.1

Op de voorbereiding van een gemeentelijk bodemsaneringsprogramma is de gemeentelijke Inspraakverordening van toepassing.

Hoofdstuk 3 Bodemsanering

Artikel 3.1 Nader onderzoek

  • 1.

    Het nader onderzoek wordt uitgevoerd op zodanige wijze dat aard, omvang en spoedeisendheid door burgemeester en wethouders kunnen worden vastgesteld.

  • 2.

    De resultaten van het nader onderzoek worden in drievoud bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 3.2 Saneringsplan

Een saneringsplan wordt in drievoud bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 3.3 Inhoud saneringsplan

Onverminderd de eisen die op grond van artikel 39, eerste lid van de wet aan het saneringsplan worden gesteld, dienen in het saneringsplan de volgende gegevens te worden vermeld:

A Algemene gegevens

  • a.

    een tijdschema met een eventuele fasering, waarbij in ieder geval het tijdstip waarop met de sanering zal worden begonnen, en het tijdstip waarop de sanering naar verwachting zal zijn afgerond, zijn aangegeven;

  • b.

    een specificatie van de bij de uitvoering van de sanering betrokken bedrijven en instanties, voor zover deze ten tijde van het indienen van het saneringsplan bekend zijn;

  • c.

    een overzicht van de benodigde vergunningen, meldingen en instemmingen om het werk te kunnen uitvoeren;

  • d.

    de wijze van evaluatie en rapportage van de uitvoering van de sanering, met inbegrip van de voorgenomen wijze van vaststellen van het bereiken van de saneringsdoelstelling (evaluatieverslag);

  • e.

    de wijze waarop belanghebbenden bij de uitvoering van de sanering zullen worden betrokken;

  • f.

    een beschrijving van de relevante bodemkundige opbouw en relevante geohydrologische situatie.

B. Keuze saneringsvariant

a.de gekozen saneringsvariant met het saneringsdoel, waarbij is aangegeven hoe aan

a. artikel 38, eerste lid van de wet zal worden voldaan;

a. b indien de sanering in fasen wordt uitgevoerd: de voorgenomen fasering, alsmede het verzoek om een besluit te nemen als bedoeld in artikel 38, derde lid, van de wet;

a. c indien slechts een gedeelte van de verontreiniging van de bodem wordt gesaneerd, verminderd of verplaatst: het verzoek om een besluit te nemen op grond van artikel 40, eerste lid, van de wet.

C. De te nemen maatregelen

  • a.

    een beschrijving van de te treffen (geo)hydrologische en andere technische voorzieningen met de gekozen dimensionering en de invloed hiervan op de omgeving;

  • b.

    een beschrijving van de veiligheids- en arbeidshygiënische aspecten;

  • c.

    een beschrijving van de maatregelen die overlast als gevolg van de sanering voorkomen of zoveel mogelijk beperken;

  • d.

    een beschrijving van de zorg tijdens de sanering, waarin in elk geval de tijdelijke gebruiksbeperkingen en de controle en eindbemonstering tijdens de saneringsfasen worden beschreven;

  • e.

    gegevens over de hoeveelheid, kwaliteit en herkomst van de eventueel te gebruiken aanvulgrond;

  • f.

    gegevens over de bestemming van overige verontreinigde stoffen die, naast de verontreinigde grond, vrijkomen bij de sanering;

  • g.

    indien verontreinigde grond zal worden afgegraven of verontreinigd grondwater zal worden onttrokken: - de te verwachten hoeveelheid af te graven grond dan wel te onttrekken hoeveelheid grondwater; - indien de grond of het grondwater geheel of gedeeltelijk niet zal worden gereinigd: de redenen daarvoor;

  • h.

    een beschrijving van de wijze waarop de voortgang van de sanering wordt gecontroleerd en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd.

D. Financiële gegevens

Een overzicht van de voorzienbare schade aan derden ten gevolge van het uitvoeren van de sanering. Daarbij wordt aangegeven hoe in de vergoeding van die schade zal worden voorzien.

Artikel 3.4 Meldingen bij de uitvoering

  • 1.

    Degene die saneert dan wel degene die de sanering feitelijk uitvoert volgens een saneringsplan waarmee burgemeester en wethouders op basis van artikel 39, tweede lid, van de wet hebben ingestemd, meldt de aanvangsdatum van de sanering uiterlijk twee weken voor de feitelijke aanvang schriftelijk bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien de sanering niet zal worden gestart op de overeenkomstig het eerste lid gemelde aanvangsdatum, meldt één van de in het eerste lid genoemde personen dit onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders, onder opgave van de nieuwe aanvangsdatum. Indien de nieuwe aanvangsdatum nog niet bekend is, meldt één van de in het eerste lid genoemde personen de nieuwe aanvangsdatum minimaal twee weken voor deze datum aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Indien bij de sanering ontgraving van verontreinigde grond plaatsvindt, stelt één van de in het eerste lid genoemde personen burgemeester en wethouders uiterlijk 24 uur van te voren op de hoogte van het tijdstip waarop de eindbemonstering plaatsvindt, door een bericht te sturen naar het emailadres bodemhandhaving@nijmegen.nl. Bij bemonstering in gedeeltes, geldt voornoemde verplichting tot melding per gedeelte.

  • 4.

    Uiterlijk 24 uur voordat een ontgraving bij een sanering wordt aangevuld stuurt één van de in het eerste lid genoemde personen per email een rapportage van de analyse van de monsters van de putbodem en de putwanden en een milieuhygiënische verklaring van de aanvulgrond naar het emailadres bodemhandhaving@nijmegen.nl.

  • 5.

    Eén van de in het eerste lid genoemde personen meldt de beëindiging van de sanering binnen een week na de beëindiging schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Indien sprake is van een sanering, waarbij burgemeester en wethouders hebben ingestemd met een aanpak overeenkomstig artikel 38, derde lid van de wet, wordt de beëindiging van iedere afzonderlijke fase op de in het vijfde lid beschreven wijze gemeld.

Artikel 3.5 Gegevens bij melding wijziging saneringsplan

Bij een melding tot wijziging van het saneringsplan als bedoeld in artikel 39, vierde lid van de wet worden alle gegevens verstrekt die afwijken van de gegevens die eerder zijn verstrekt op grond van artikel 39, eerste lid van de wet, artikel 3.3 van deze verordening en artikel 1.3 van deze verordening voor zover het de sanering betreft. Ook wordt bij de melding de reden van de wijziging vermeld.

Artikel 3.6 Evaluatieverslag

Het evaluatieverslag wordt uiterlijk vijftien weken na beëindiging van de saneringswerkzaamheden of een fase van de sanering in drievoud bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 3.7 Inhoud evaluatieverslag

Onverminderd de eisen die op grond van artikel 39c, eerste lid van de wet aan een evaluatieverslag worden gesteld, dienen in het evaluatieverslag de volgende gegevens te worden vermeld:

A. Algemene gegevens

  • a.

    naam van de opdrachtgever, directievoerende partij en milieukundige begeleider;

  • b.

    data van uitvoering;

  • c.

    een korte omschrijving van de bodemverontreinigingsituatie voor de uitvoering van de sanering;

  • d.

    welke vergunningen zijn verleend;

  • e.

    een overzicht van de ingevolge artikel 39, vierde lid van de wet gemelde afwijkingen ten opzichte van het saneringsplan waarmee burgemeester en wethouders hebben ingestemd en door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen als bedoeld in artikel 39, vijfde lid van de wet;

  • f.

    inrichting gronddepots;

  • g.

    gegevens over alle overige materialen die, naast de verontreinigde grond, zijn vrijgekomen tijdens de sanering;

  • h.

    indien bij de sanering grond binnen het geval van de verontreiniging is verplaatst, de hoeveelheid, kwaliteit en huidige plaats en plaats van herkomst van die grond;

  • i.

    wijze van onttrekken en zuiveren van grondwater en/of bodemlucht (filterstelling, debiet, vracht);

  • j.

    diepte en toegepaste techniek grondwater en/of bodemlucht onttrekkingen;

  • k.

    hoeveelheid onttrokken grondwater en eventueel geïnfiltreerd gezuiverd grondwater/bodemlucht;

  • l.

    bespreking influent en effluent analyseresultaten in relatie tot verleende vergunning; dit geldt ook voor luchtmonsters;

  • m.

    bespreking analyse resultaten monsters uit waarnemingsfilters;

  • n.

    de wijze van verwerking van het grondwater/bodemlucht.

B. Bijlagen

  • a.

    tekeningen en/of kaarten van de uitgevoerde maatregelen, van bemonsteringen en van eventuele restverontreinigingen;

  • b.

    overzicht technische installaties die nog gedurende langere tijd op de locatie aanwezig blijven;

  • c..

    locatie van bemaling en lozingspunten tijdens grondsanering;

  • d.

    afvoercertificaten en afgevoerde hoeveelheden grond naar verwerker;

  • e.

    grondbalans;

  • f.

    analyse certificaten van:

    • -

      aangevoerde grond of andere niet vormgegeven bouwstoffen (of kwaliteitsverklaringen) schoon zand;

    • -

      gehalten aan verontreiniging voor, tijdens en na sanering;

  • g.

    plaats van controlevoorzieningen.

Artikel 3.8 Nazorgplan

Het nazorgplan wordt tegelijk met het evaluatieverslag in drievoud bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 3.9 Inhoud nazorgplan

Onverminderd de eisen die op grond van artikel 39d van de wet aan het nazorgplan

worden gesteld, dienen in het nazorgplan de volgende gegevens te worden vermeld:

A. Algemeen

  • a.

    een beschrijving van de verontreinigingsituatie na afloop van de sanering;

  • b.

    gegevens van de bij het nazorgplan betrokken personen en instanties waaronder in elk geval: naam- en adresgegevens, taken en verantwoordelijkheden.

B. Gebruiksbeperkingen

Een beschrijving van de beperkingen in het gebruik van de bodem na afloop van de sanering en de duur van deze beperkingen.

C. Nazorgmaatregelen

  • a.

    een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen in verband met de na afloop van de sanering aanwezige verontreiniging, welke maatregelen er voor moeten zorgen dat het saneringsresultaat behouden blijft;

  • b.

    een beschrijving van de wijze waarop het betrokken grondgebied in verband met de nazorgmaatregelen zal worden beheerd;

  • c.

    een begroting van de kosten van de nazorg.

Artikel 3.10 Gegevensverstrekking in voorkomende gevallen

  • 1.

    In voorkomende gevallen worden naast de gegevens, die moeten worden verstrekt volgens artikel 39, 39c en 39d van de wet en de artikelen 1.3 en 3.1 tot en met 3.9 van deze verordening, gegevens verstrekt die nodig zijn voor de beoordeling van een nader onderzoek, saneringsplan, melding tot wijziging van een saneringsplan, evaluatieverslag, nazorgplan of een melding als bedoeld in artikel 27 en 28 van de wet.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 39, 39c, en 39d van de wet kunnen de gegevens die moeten worden verstrekt volgens de artikelen 1.3 en 3.1 tot en met 3.9 van deze verordening achterwege blijven, voor zover zij niet nodig zijn in het kader van uitoefening van taken door het bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming.

Hoofdstuk 4 Tijdelijke opslag van grond en baggerspecie

Artikel 4.1 Tijdelijke opslag van grond en baggerspecie

  • 1.

    Een tijdelijke opslag van grond of baggerspecie als bedoeld in artikel 35, onder h en i van het Besluit bodemkwaliteit moet zijn omgeven door een gesloten hekwerk van minstens 1,80 meter hoog. Een toegang tot de tijdelijke opslag moet zijn afgesloten, behalve tijdens het lossen of laden of wanneer door of namens de eigenaar van de grond toezicht wordt gehouden op de opslag.

  • 2.

    Het eerst geldt niet voor een tijdelijke opslag die niet meldingsplichtig is volgens artikel 42, eerste lid, van het Besluit Bodemkwaliteit .

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 5.1 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 5.2 Strafbaarstelling

Een gedraging in strijd met de artikelen 3.4, 3.6 en 3.8 geldt als een strafbaar feit op grond van artikel 1a van de Wet economische delicten.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6.1 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bodembescherming Nijmegen.

Artikel 6.2 In werking treding

De verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Op de datum van inwerking treding vervalt de Verordening bodembescherming Nijmegen van 19 april 2006.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Nijmegen d.d. 26 januari 2011,

 

De voorzitter,

 

Mr. Th.C. de Graaf

 

De raadsgriffier,

 

Mevr. Drs. M.M.V. Mientjes

Nota-toelichting Verordening Bodembescherming

Toelichting verordening bodembescherming