Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Roosendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Roosendaal
CiteertitelVerordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Roosendaal
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerponderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1) Binnen 12 maanden na inwerkingtreding van de verordening moet de houder van een peuterspeelzaal aan de voorschriften van deze verordening voldoen.

2) Deze verordening vervangt de Verordening peuterspeelzalen d.d. 30 december 2004 en de Nadere regels kindercentra d.d. 21 november 2000.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-201104-06-2021nieuwe regeling

10-02-2011

Gemeenteblad 2011, nr. 20, Roosendaalse Bode 20 februari 2011

BR / 10-65959

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Roosendaal,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2010;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Overwegende dat het gewenst is in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Convenant kwaliteit peuterspeelzaalwerk en de Beleidsregels kwaliteit peuterspeelzalen nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen;

 

Besluit

 

Vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Groepspeelruimte

  • 1.

    In een peuterspeelzaal is voor ieder kind minimaal 3,5 m2 netto-oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar.

  • 2.

    Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 3 Buitenspeelruimte

  • 1.

    De peuterspeelzaal beschikt over aangrenzende buitenspeelruimte.

  • 2.

    De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;

    • b.

      een oppervlakte van minimaal 3 m2 bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind;

    • c.

      ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen de directeur van de GGD aan als toezichthouder.

Artikel 5 Onderzoek door de toezichthouder

  • 1.

    De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen binnen 10 weken of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 2.

    De toezichthouder onderzoekt jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 3.

    Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteelonderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten

  • 1.

    De toezichthouder legt zijn oordeel, naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 5, schriftelijk vast in een inspectierapport.

  • 2.

    De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder van de peuterspeelzaal, die een afschrift daarvan ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

  • 3.

    De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na ontvangst openbaar.

  • 4.

    Indien bij een onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, tekortkomingen zijn geconstateerd zendt de toezichthouder een afschrift van het inspectierapport aan burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Overgangsbepaling

Binnen twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening voldoet de houder van een peuterspeelzaal aan de voorschriften uit deze verordening.

Artikel 9 Intrekking voorgaande regeling en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening peuterspeelzalen 2009 vastgesteld op 30 december 2004 en de Nadere regels kindercentra vastgesteld op 21 november 2000 worden ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Roosendaal.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 februari 2011.

De griffier, De voorzitter,