Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2009 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling (tevens intrekking) | 06-12-2010 Officiële bekendmakingen 2010, week 49 | 2010-000632/r/E |
Registratienummer: 2010-000632/r/EDe raad van de gemeente Weststellingwerf;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010 met nr. 2010-003536/c;gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;b e s l u i t:vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010”.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
roerende zaak:1. een object, niet zijnde onroerend, dat direct, indirect of niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering;2. een gedeelte van een onder 1. bedoeld object dat blijkens zijn indeling bestemd is om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;3. een samenstel van twee of meer onder 1. bedoelde objecten of onder 2. bedoelde gedeelten daarvan, die bij dezelfde belastingplichtige in eigendom zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing worden twee directe belastingen geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, verder te noemen: rioolheffing hemel- en grondwater.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel van de belastingen wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belastingen geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing rioolheffing afvalwater
De rioolheffing afvalwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Artikel 6 Maatstaf van heffing rioolheffing hemel- en grondwater
De rioolheffing hemel- en grondwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld
De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de rioolheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing en andere heffingen meer dan € 50,00 doch minder is dan € 2.500,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.