Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van 10 september 1997 no. 14, ter uitvoering van artikel 7, onderdeel h, van de Beveilgingsregeling (A.B. 1986, no. 10) |
Citeertitel | Werk- en diensttijdenregeling Servisio Sentral di Vigilansia |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
17-09-1997 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 10-09-1997 A.B. 1997, no. 9 | n.v.t. |
In dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:
Wijziging van een voor de bewakings-ambtenaar geldend dienstrooster kan, behoudens het bepaalde in de artikelen 7, 8 en 9 slechts geschieden om dringende redenen van dienstbelang of op verzoek van de bewakings-ambtenaar. Een wijziging van het dienstrooster uit dienstbelang wordt behoudens in bijzondere omstandigheden, uiterlijk tweemaal 24 uren voor de aanvang van de te verrichten dienst ter kennis gebracht van de bewakings-ambtenaar.
De uren waarop de bewakings-ambtenaar, niet in wachtdienst werkzaam, dienst verricht, zijn op werkdagen van maandag tot en met vrijdag van 07.30 uur tot en met 12.00 uur en van 13.30 uur tot en met 17.00 uur. In gevallen waarin het dienstbelang het noodzakelijk maakt en zulks een regelmatig karakter draagt worden andere werkuren voorgeschreven.
In afwijking van het voorgaande lid kan, wanneer zulks uit een oogpunt van dienstbelang noodzakelijk is, voor de bewakings-ambtenaar bij dienstrooster ook het verrichten van dienst op de zaterdag, geen feestdag zijnde, worden voorgeschreven tot een maximum van acht uren per dag. In dit geval wordt op een werkdag in dezelfde of de daarop volgende maand de werktijd van de bewakings-ambtenaar met een overeenkomstig aantal aaneengesloten uren verminderd, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de bewakings-ambtenaar.
Bij het toekennen van een rustdag wordt zorg gedragen dat tenminste 22 uren van een dag deel uitmaken van een onafgebroken dienstvrije periode van 32 uren. Bij het toekennen van twee of meer opeenvolgende rustdagen wordt zorg gedragen dat de bewak-ings-ambtenaar gedurende tenminste 8 uren daaraan voorafgaande dan wel daarop aansluitend geen dienst behoeft te doen.
Indien voor de in het voorgaande lid bedoelde bewakings-ambtenaar het dienstbelang zich verzet tegen toekenning van een rustdag, wordt deze verschoven. In de regel wordt het voornemen daartoe tenminste tweemaal 24 uren voor de aanvang van de rustdag aan de bewakings-ambtenaar bekend gemaakt. In dit geval wordt de rustdag zo spoedig mogelijk daarna toegekend, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de bewakings-ambtenaar.
De rustdagen, genoemd in het eerste lid worden met één dag verminderd voor elke 32 uren waarop de bewakings-ambtenaar wegens ziekteverlof of vrijstelling van dienst wegens ziekte anders dan bedoeld in het derde lid en al dan niet aaneengesloten, geen dienst volgens het geldende dienstrooster heeft verricht. Te veel genoten rustdagen in een kwartaal worden in een volgend kwartaal in mindering gebracht.
Indien een ziekte aanvangt op een rustdag, wordt het ziekteverlof verleend met ingang van de volgende dag, tenzij van ziekte op dezelfde dag aan het hoofd van dienst kennis is gegeven. Bij gebreke van zodanige kennisgeving wordt de rusdag geacht te zijn genoten. In het andere geval wordt ziekteverlof verleend en worden 8 verzuimuren geboekt. Bij de berekening van het aantal verzuimuren als bedoeld in het vijfde lid worden gedeelten van uren verwaarloosd.
Aan het begin van een jaar wordt voor de bewakings-ambtenaar in wachtdienst werkzaam op de dienstroosters een tegoed aan extra rustdagen opgebracht, gelijk aan het aantal in dat jaar aan de bewakings-ambtenaar niet in wachtdienst werkzaam te verlenen feestdagen. Deze extra rustdagen worden in de regel verleend naar rato van één per maand.
Aan de bewakings-ambtenaar die met vakantie, vrijstelling van dienst wegens buitengewone omstandigheden van twee maanden of langer of met ontslag gaat, wordt - onder aftrek van de reeds verleende en ingevolge artikel 9 in mindering gebrachte dagen -voorafgaande daaraan een aantal extra rustdagen verleend gelijk aan het aantal in dat jaar reeds verschenen feestdagen.
Aan de bewakings-ambtenaar die in het lopende jaar geen tegoed meer heeft aan extra rustdagen wordt - ingeval artikel 9, vierde lid of zesde lid, inzake vermindering van tegoed aan extra rustdagen van toepassing wordt - niet op andere wijze rustdagen in mindering gebracht. Ingeval van ziekte is in deze gevallen artikel 9, vijfde lid, van toepassing.
Overwerk en het ter beschikking zijn
Indien het dienstbelang het onvermijdelijk maakt kan de gezaghebber de bewakings-ambtenaren opdragen dat zij zich gedurende een bepaalde tijd van niet minder dan 15 minuten boven de vastgestelde werktijd ter beschikking van de dienst houden in hun woning, dan wel dienstgebouw of een ander daartoe aangewezen lokaliteit of plaats.
Indien het dienstbelang het onvermijdelijk maakt dat in afwijking van het bepaalde in artikel 4, vijfde lid, laatste volzin, een wijziging van het dienstrooster plaatsvindt, wordt aan de bewakings -ambtenaar een beloning in geld toegekend van 50% van het uurloon voor elk uur dat de bewakings-ambtenaar dienst doet buiten het aanvankelijk vastgestelde dienstrooster