Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Urk

Telecommunicatieverordening Urk 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUrk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening Urk 2010
CiteertitelTelecommunicatieverordening Urk 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2010Nieuwe regeling

26-05-2010

Het Urkerland

2010000187

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening Urk 2010

De raad van de gemeente Urk;Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 februari 2010,betreffende vaststellen van de telecommunicatieverordening Urk 2010;gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;gelet op het positieve advies van de commissie II d.d. 12 mei 2010;besluit:vast te stellen de volgende verordening;<vet>Telecommunicatieverordening Urk 2010</vet>

Artikel 1 De raad van de gemeente Urk;

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    Openbaar elektronisch: telecommunicatienetwerk als bedoeld in communicatienetwerk: artikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    Kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    Voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    Openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa van de wet;

  • f.

    Aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    Werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    Gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    Melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    Instemmingbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    Huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 10 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    Werkzaamheden van niet ingrijpende aard: &#x2022;het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen; &#x2022;reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 1 m en niet vallend onder artikel 3, eerste lid; &#x2022;het maken van huisaansluitingen;

  • n.

    A.V.K.K.L.: Algemene Voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen in de gemeente Urk.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang van het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere Gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder een de andere Gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een mededeling aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmeringen of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekte de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      op verzoek dient een uitreksel van inschrijving in het handelsregister van de Kamer van koophandel te worden overhandigt;

    • c.

      een opgave van: &#xB7; de soort kabel en het beoogde gebruik;&#xB7; het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een&#xB7; opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;&#xB7; een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis woerden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, be&#xEB;indiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen: &#xB7; een opgave van het gewenste trac&#xE9;;&#xB7; een kaart met het trac&#xE9; van de kabel, met een schaal niet groter dan 1:500 met daarop duidelijk aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;&#xB7; een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van gewenste situering daarvan;&#xB7; een exacte omschrijving van de eventuele opbrekingen van de verharding;&#xB7; de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;&#xB7; de lengte en breedte van de kabelsleuf, alsmede de locaties van proefsleuven;&#xB7; de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;&#xB7; naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;&#xB7; de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;&#xB7; de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;&#xB7; alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4, leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;

  • 2.

    Het college kan aan de aanbieder nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Beslistermijn en aanhouding

  • 1.

    Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet of de wet milieubeheer is vereist.  

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de:

    • a.

      openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast voor de omgeving;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van openbare gronden;

    • f.

      de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen.

  • 4.

    Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel.

  • 5.

    Aan het herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 6.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen dient te geschieden conform de meest actuele versie van de A.V.K.L.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van ene melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8 Overdracht voorzieningen

Indien kabels en beschermingswerken worden overgedragen aan een nieuwe aanbieder draagt deze zorg voor een voldoende, algemene registratie van zijn kabels; melding bij het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) wordt als voldoende aangemerkt.

Artikel 9 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 10 Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening Urk 2002, vastgesteld 19 september 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Telecommunicatieverordening Urk 2002 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening Urk 2002 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening Urk 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 mei 2010,De Griffier,                                                              De Voorzitter,

Toelichting 1 Telecommunicatieverordening Urk 2010

<vet>Artikelsgewijze toelichting</vet><onderstreept>Artikel 1: Begripsomschrijvingen</onderstreept>De begripsomschrijvingen sluiten voor zover nodig aan bij de wettelijke bepalingen uit de Telecommunicatiewet (hierna: Tw)<onderstreept>Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden</onderstreept><cursief>Lid 1:</cursief> De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 5, lid 1, van de modelverordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.<cursief>Lid 2:</cursief> Wijst de aanbieder uitdrukkelijk op de mogelijkheid om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.<cursief>Lid 4:</cursief> geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.<onderstreept>Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen</onderstreept>In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Tw voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan de melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende Telecombedrijven.<cursief>Artikel 5.6, lid 5</cursief> van de Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is. Hierbij is gedacht aan bijvoorbeeld industriegebieden met daarin liggende buisleiding voor transport van gevaarlijke stoffen. In dergelijke gebieden is het niet aanvaardbaar dat daar zonder toezicht van de gemeente wordt gegraven.<onderstreept>Artikel 4: Gegevensverstrekking</onderstreept>Dit artikel is een aanvulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.<onderstreept>Artikel 5: Beslistermijn en samenloop</onderstreept><cursief>Lid 1</cursief> bepaald dat – aansluitend op artikel 4:13 van de Awb – het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing neemt. Indien dit niet mogelijk is noemt het college een redelijke termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.<cursief>Lid 2</cursief> regelt dat het college de beslissing aanhoudt indien er een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan nodig is, zoals een vergunning op basis van de Woningwet (bouwvergunning) en/of Wet milieubeheer. Deze vergunningen kunnen noodzakelijk zijn indien bijvoorbeeld “kasten” een dergelijke omvang hebben dat een bouwvergunning is vereist en/of een milieuvergunning nodig is vanwege het geluid van de ventilatieapparatuur in de kast. Ook kunnen vergunningen noodzakelijk op grond van de plaatselijke verordening. Artikel 5.5 van de Tw bepaalt dat het college zorg draagt voor de inhoudelijk afstemming tussen de betrokken bestuursorganen.<onderstreept>Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming</onderstreept><cursief>Lid 1</cursief> bepaalt dat werkzaamheden moeten starten binnen zes maanden na afgifte van het instemmingsbesluit en worden voltooid binnen zes maanden na deze start. Indien hieraan niet wordt voldaan, vervalt het instemmingsbesluit. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het leggen van een telecomkabel onwenselijk maken.<cursief>Leden 2, 3 en 6</cursief> geven aan welke voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden. Het gaat in hoofdzaak om belangen van de openbare orde, beheer en onderhoud alsmede de bestemmingen van openbare gronden, verkeersbelangen en afstemming van andere werken. Voorts dienen bij de aanleg van de telecommunicatievoorzieningen de voorschriften uit de meest recente visie van de algemene voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabel en leidingen in de gemeente Urk (A.V.K.L.) te worden gehanteerd.<onderstreept>Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg</onderstreept>De Tw stelt in artikel 5.2, zevende lid, dat de gemeente bij verordening regels opstelt voor het bevorderen van medegebruik van voorzieningen. Het medegebruik beperkt immers het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Medegebruik is verder in de Tw niet uitgewerkt. Wel bepaalt artikel 5.12 Tw dat de aanbieders van openbare elektronische communicatiewerken over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik, maar dit artikel handelt over de verhouding tussen de aanbieders onderling. Her staat de gemeente buiten.<cursief>Lid 1</cursief> hanteert als algemeen uitgangspunt dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van reeds aangelegde voorzieningen, hetzij door andere aanbieders hetzij door of vanwege de gemeente.<cursief>Lid 2</cursief> bepaalt – voortvloeiende uit het eerste lid – dat de in artikel 2, tweede lid, van de verordening aangegeven mogelijkheid tot vooroverleg met de gemeente het onderwerp ‘gebruik maken van reeds aanwezige voorzieningen’ uitdrukkelijk ter sprake dient te komen. Ook kan van de zijde van de gemeente naar aanleiding van een melding vooroverleg worden geëntameerd.<cursief>Lid 3</cursief> verplicht de aanbieder tot het gebruiken van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.<cursief>Lid 4</cursief> behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen zoals vastgelegde in de A.V.K.L. geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels. De aanbieder dient met het gekozen alternatieve tracé de toegankelijkheid te kunnen waarborgen van andere aanbieders naar hun eigen netwerken.<onderstreept>Artikel 8 Overdracht voorzieningen en Artikel 9 Melding wijziging voorzieningen</onderstreept>De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Het instemmingsbesluit dient voor de gemeente evenwel ook om haar registratie up-to-date te houden van de in openbaar gebied liggende kabels en de beheerders c.q. eigenaren daarvan.

 

<onderstreept>Artikel 10: Intrekking oude verordening</onderstreept>De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking treedt.

 

<onderstreept>Artikel 11: Overgangsrecht</onderstreept>Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

 

<onderstreept>Artikel 12: Inwerkingtreding</onderstreept>Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip dient de oude telecommunicatieverordening te worden ingetrokken. De nog lopende instemmingsbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat zij vallen onder de nieuwe verordening.

 

<onderstreept>Artikel 13: Citeerartikel</onderstreept>Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor een ieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.