Regeling Stedendriehoek Onderneemt

Artikel 1 Algemene bepalingen

• 1.

  Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening (Asv) en de uitvoeringsregeling Asv.

• 2.

  In het kader van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2008 met bijbehorende uitvoeringsregeling Asv

  • b.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht

  • c.

    Economische Visie Stedendriehoek, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 14 september 2009

  • d.

    Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek Onderneemt 2009-2012, als uitwerking van de Economische Visie, is op 14 september 2009 ter kennisname gebracht aan de gemeenteraad

  • e.

    Stichting SO: de Stichting Stedendriehoek Onderneemt die een subsidieaanvraag beoordeelt en het college daaromtrent adviseert;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    Regio Stedendriehoek: samenwerkingsverband volgens de Wet Gemeenschappelijke Regeling tussen de gemeente Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen;

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling is bedoeld ter stimulering van projecten ter versterking van de economie in de regio Stedendriehoek middels het verstrekken van een subsidie.

Artikel 3 Subsidiabele projecten

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet het project in ieder geval;

• a.

  plaatsvinden in de regio Stedendriehoek

• b.

  bijdragen aan de doelstellingen uit de Economische Visie en voldoen aan de criteria zoals opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek Onderneemt 2009-2012;

• c.

  een regionale meerwaarde hebben;

• d.

  gericht zijn op het ontwikkelen, faciliteren, dan wel realiseren van concrete projecten die leiden tot nieuwe producten of diensten;

Subsidieplafond en bedragen

• 1.

  Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond voor een bepaald tijdvak vast, als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht;

• 2.

  De verdeling van subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen.

• 3.

  De subsidie bedraagt niet meer dan (80 %) van de subsidiabele kosten met een maximum van € 80.000,-- per project

Artikel 5 Subsidieaanvraag

De aanvraag wordt uiterlijk 8 weken voor de aanvang van het project ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:61 Awb en artikel 9 van de Asv bevat de aanvraag ten minste de volgende informatie;

• a.

  de innovatie en/of activiteit die wordt beoogd;

• b.

  een beschrijving van de concrete, realistisch beoogde resultaten;

• c.

  de looptijd van het project;

Artikel 6 Termijn voor beslissing op aanvraag

Het college handelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst af, en neemt binnen twaalf weken na ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing. Wanneer de aanvrager krachtens 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 7 Advies door Stichting SO

• 1.

  Het college beschikt op een aanvraag, als bedoeld in artikel 4, nadat de Stichting SO binnen 6 weken advies daaromtrent heeft uitgebracht aan het college.

• 2.

  De Stichting SO toetst de subsidieaanvraag aan de eisen genoemd in artikel 3 van deze regeling.

Artikel 8 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 4 van de Asv, kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien:

a. er gegronde redenen zijn dat het project niet of niet geheel zal plaatsvinden;

Artikel 9 Verantwoording en subsidievaststelling)

• 1)

  De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na afloop van het project een aanvraag tot subsidievaststelling bij het college in;

• 2)

  Onverminderd het bepaalde in artikel 4:75, 4:76 en 4:78 Awb en de Asv legt de subsidieontvanger bij een aanvraag tot subsidievaststelling de volgende informatie over:

  • a)

    de gerealiseerde arbeidsplaatsen

  • b)

    bijdrage aan regionale economie

• 3)

  Het college stelt de subsidie definitief vast met inachtneming van de in artikel 4 genoemde maximale bijdragen.

Artikel 10 Voorschotverlening

Aan de subsidieontvanger kan een voorschot van maximaal (80) % van het verleende subsidiebedrag worden uitbetaald.

Artikel 11 Mandaat

De directeur van de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling wordt bevoegd verklaard te beslissen op aanvragen voor een subsidie in het kader van deze regeling.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Stedendriehoek Onderneemt en treedt in werking op 20 september 2010.