Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijchen

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Wijchen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijchen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Wijchen
CiteertitelVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Wijchen 1998
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het basisonderwijs, art. 76, lid 6 
  2. Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, art. 84, lid 6
  3. Wet op het voortgezet onderwijs, art. 76m 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-1998nieuwe regeling

28-05-1998

Wegwijs

1.851/02

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Wijchen

De raad van de gemeente Wijchen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2006

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

gezien het verslag van het op overeenstemming gericht overleg met vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid en de mogelijkheid te bieden over het voortgezet onderwijs in regionaal verband met de desbetreffende school- en gemeentebesturen overleg te voeren;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK 2 OVERLEG

Paragraaf 2.1. Bestuurlijk overleg lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2. Functie overleg

Artikel 3. Samenstelling bestuurlijk overleg

  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het bestuurlijk overleg. Een schoolbestuur wijst daartoe ten hoogste twee vertegenwoordigers aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voeren.

  • 2.

    De schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het bestuurlijk overleg. Ze wijzen daartoe twee vertegenwoordigers aan.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het bestuurlijk overleg. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het bestuurlijk overleg.

Artikel 4. Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het bestuurlijk overleg dit wenst of vier vertegenwoordigers van schoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg

Artikel 5. Uitnodiging

  • 1.

    Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel doen over een onderwerp zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen tenminste vier weken.

  • 3.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6. Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het bestuurlijk overleg.

Artikel 7. Voorbereiding

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het bestuurlijk overleg. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a.

Artikel 8. Agendaoverleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het bestuurlijk overleg aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2.

    Aan het agenda overleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en twee vertegenwoordigers van schoolbesturen deel.

Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg

Artikel 9. Advies Onderwijsraad

  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk binnen vier weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad tevens over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders nemen gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een af meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader overleg.

  • In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is.

  • Burgemeester en wethouders geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen vier weken plaats nadat het advies is uitgebracht.

Artikel 10. Verslaglegging; informeren gemeenteraad

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

    • Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hieraan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het bestuurlijk overleg stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen.

  • Binnen twee weken na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen dit verslag vast, met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen in het kader van de actieve informatieplicht verslag uit aan de raad over het overleg en geven daarbij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen.

Artikel 11 Regionaal overleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders voeren over de voorbereiding en uitvoering van het onderwijsbeleid in de regio overleg met vertegenwoordigers van de gemeente- en schoolbesturen uit deze regio.

  • 2.

    Op het overleg genoemd in lid 1 zijn de paragrafen 2.1. en 2.2. van toepassing met dien verstande dat voor het schoolbestuur wordt gelezen de schoolbesturen volgens de Interimwet Voortgezet Speciaal Onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs van de scholen in de regio en voor burgemeester en wethouders de colleges van de gemeenten in de regio, als bedoeld in artikel 1 onder f.

  • 3.

    Ten behoeve van dit overleg dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening een reglement wordt opgesteld.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de veror- dening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 14. Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Wijchen 1998.

  • 2.

    De verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Wijchen 1996, in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28-09-2006

De Raad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter,