Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktreglement 2010 |
Citeertitel | Marktreglement 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | bijlage 2 bij Marktreglement 2010 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2010 | nieuwe regeling | 23-08-2010 Wegwijs, 10-11-2010 | 10/8949 |
Het college van burgemeester en wethouders van Wijchen;
gelet op artikel 160, eerste lid onder h van de Gemeentewet;
gelet op artikel 4 van de Marktverordening 2010;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De in artikel 1 van de Marktverordening 2010 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.
Artikel 5 Inhoud vaste standplaatsvergunning
Artikel 6 Inschrijving op de anciënniteitlijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
Artikel 8 Overschrijving vaste standplaatsvergunning
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij tenminste twee jaar in loondienst of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in het marktbedrijf van vergunninghouder heeft gefunctioneerd en gedurende deze periode ook daadwerkelijk met de vergunninghouder op de markt heeft gestaan.
Artikel 9 Toewijzing dagplaats
Alvorens tot een dagplaats toegelaten te kunnen worden dient diegene die zich aanmeldt aan te tonen dat hij kan voldoen aan de in artikel 7 van de Marktverordening 2010.
HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 15 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tijdig voor de desbetreffende marktdag schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
Wijchen, 23 augustus 2010
burgemeester en wethouders
drs. J.W.M. van der Knaap G.H.W. Noordewier
secretaris burgemeester
TOELICHTING BIJ HET MARKTREGLEMENT 2010
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
Aangezien het reglement feitelijk een uitwerking is van artikel 3 van de marktverordening 2010, is het wenselijk de in de verordening gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.
Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen
Artikel 5. Inhoud vaste standplaatsvergunning
In dit artikel wordt weergegeven welke onderdelen een vaste standplaatsvergunning ten minste weergeeft.
Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam én voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Ook de eis van het tweede lid dient dit laatste doel.
Onder een duidelijke omschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt bij voorkeur gedacht aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen en de nummering daarvan zijn aangegeven. Deze tekening is bijgevoegd als bijlage 1 bij dit reglement.
Ingevolge het vermelde onder c worden in de vergunning de verkoopmaterialen (kramen, tafels, (verkoop)wagens en dergelijke) opgesomd die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken.
Artikel 6. Inschrijving op de anciënniteitlijst
Gebleken is dat er binnen de gemeente Wijchen geen werkbare anciënniteitlijst meer aanwezig is. Afschaffing is echter geen optie omdat deze lijst voor de ondernemers als belangrijk ervaren wordt. Er zal echter een werkbare, nieuwe lijst moeten worden opgesteld. In 2005 is aan alle op dat moment bestaande vergunninghouders een nieuwe vergunning verstrekt. Deze vergunningen zijn inmiddels onherroepelijk. Om te voorkomen dat in 2005 reeds gevestigde vergunninghouders achter worden gesteld bij nieuwkomers worden alle vergunninghouders verzocht om de vergunning te overleggen waarbij hen voor het eerst vergunning is verstrekt voor een vaste standplaats in Wijchen, zodat de anciënniteitlijst op basis hiervan kan worden aangepast.
Artikel 7. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen
In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld.
In 2005 is de wachtlijst afgeschaft, maar is verzuimt te bepalen om welke wijze vrijkomende vaste standplaatsen worden verdeeld.
Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het redelijk dat in eerste aanleg aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid wordt geboden een naar hun oordeel betere standplaats te verkrijgen. Bij meerdere gegadigde aanwezige kooplieden wordt de standplaats toegewezen aan degene die de hoogste plaats bezet op de anciënniteitlijst.
Nadat plaatsverbetering heeft plaatsgehad, waarbij tevens sprake zou kunnen zijn van vergroting van de bestaande standplaats, komen niet aanwezige kooplieden uit dezelfde (sub)branche in aanmerking. Als laatste kan de standplaats worden toegewezen aan een niet aanwezig kooplied uit een andere (sub)branche.
Artikel 8. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
Komt een vergunninghouder te overlijden, wordt hij blijvend arbeidsongeschikt, of is er sprake van bedrijfsbeëindiging, dan moet het op sociale overwegingen gerechtvaardigd worden geacht, dat zijn vergunning voor een vaste standplaats op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner (als bedoeld in artikel 1:80a van het Burgerlijk Wetboek) of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde kan worden overgeschreven. In het eerste lid is vastgelegd dat de echtgenoot en de daarmee gelijkgestelde partners recht hebben op de vaste standplaats van de vergunninghouder.
Een kind van de vergunninghouder dat voldoet aan de in het tweede lid gestelde eisen heeft recht op een vaste standplaats op de markt. Bij de herziening van de verordening en het opstellen van het reglement in 2008 is hier de mogelijkheid aan toegevoegd, dat de vergunning ook op een medewerk(st)er kan worden overgeschreven. Dit omdat het tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is dat een kind het bedrijf van zijn ouders voort wil zetten en het in de praktijk wenselijk bleek dat deze mogelijkheid ook voor medewerkers werd geboden.
Artikel 9. Toewijzing dagplaats
De in het eerste lid vereiste vergunning wordt veelal mondeling verleend, doch het verdient aanbeveling de marktmeester in mandaat een (standaard voorbedrukte) schriftelijke vergunning te laten afgeven waarop hij het nummer van de standplaats invult.
Artikel 10. Toewijzing standwerkerplaats
Wanneer standwerkerplaatsen worden toegewezen, is het gewenst dat dit zo objectief mogelijk gebeurt om de bekende en de minder bekende standwerkers een gelijke kans te geven. Daarom is in het eerste lid bepaald dat de toewijzing geschiedt door loting.
Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkerplaatsen, zowel bij de marktbeheerders als bij de marktgebruikers, in het bijzonder bij de standwerkers zelf. Deze groep kooplieden heeft een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek.
Teneinde verstarring tegen te gaan en om te voorkomen dat de standwerker, die jaar in jaar uit dezelfde plaats bezet, langzamerhand een stille kramer zou worden, wordt het in het algemeen ongewenst geacht aan deze categorie kooplieden vaste standplaatsen toe te wijzen. Dit standpunt wordt door de officiële landelijke organisatie van standwerkers (Stibesta) steeds met klem naar voren gebracht. Vooral ook omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het voorts gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standplaatsen aan deze bijzondere categorie kooplieden op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn.
Belangrijk is voorts de in het derde lid opgenomen mogelijkheid om als koppel of duo een standwerkerplaats te kunnen betrekken. Uitdrukkelijk is hierbij echter de voorwaarde gesteld dat een duo zich tevoren als zodanig bij de marktmeester moet melden en dat een duo als één loting wordt aangemerkt.
Alhoewel in principe een scherpe scheiding tussen dagplaatsen en de voor standwerkers bestemde standplaatsen dient te blijven bestaan, zal het in sommige gevallen in het belang van de markt niet van overwegend bezwaar zijn, opengebleven dagplaatsen aan standwerkers toe te wijzen, met dien verstande, dat de standwerker geen artikel verkoopt dat tot het normale assortiment van een vaste standplaatshouder behoort en mits het totale aantal standwerkers per marktdag niet meer bedraagt dan vier.
Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats
Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
In artikel 11 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Aangezien in artikel 7 van de marktverordening 2010 is bepaald dat de vergunninghouder een natuurlijk persoon moet zijn, betekent dit dat de standplaats niet door bijvoorbeeld een medevennoot van de vergunninghouder kan worden ingenomen.
De vergunninghouder kan zich doen bijstaan op grond van het tweede lid. De artikelen 15 (‘bijzondere omstandigheden’) en 16 geven aan de vergunninghouder de mogelijkheid om zaken te regelen, bijvoorbeeld om naar de veiling te gaan.
Door het Hoofdbedrijfsschap Detaïlhandel (HBD) is een handreiking veiligheid op de markt opgesteld in samenwerking met de VNG, de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel (CVAH), de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en de Nederlandse Vereniging van Marktbeheerders (NVM). Dit artikel vloeit voort uit deze handreiking.
toestellen en installaties uitgevoerd zijn conform Europese veiligheidsregels en voorzien zijn van het CE-keurmerk (is voorschrift 1.21 RI&E Ambulante handel en op grond van artikel 11.1 Warenwetbesluit Drukapparatuur; dit werkt rechtstreeks en artikel 3.29 lid 2 Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
gasgestookte toestellen en installaties die na oplevering door de fabrikant (conform Europese veiligheidsregels/CE) nog aan een installatieproces worden onderworpen, vóór de eerste ingebruikneming gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting; de keuring kan feitelijk een onderdeel zijn van het installatieproces (op grond van artikel 12b Warenwetbesluit Drukapparatuur; dit werkt rechtstreeks en artikel 3.29 lid 2, artikel 3.30 en 3.31 Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
een adequate rookgasafvoervoorziening gerealiseerd is bij toestellen en installaties die dat behoeven; de bij bakken, braden en frituren vrijkomende dampen dienen via een onbrandbaar, hittebestendig en gasdicht rookafvoerkanaal waarin een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter is geplaatst, te worden weggeleid (tenzij het om een elektrische frituurpan van maximaal 4 liter gaat dan wel een kookketel met een inhoud van niet meer dan 25 liter) (op grond van artikel 2.1.1 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken; dit werkt rechtstreeks
afsluiters in vaste gasleidingen goed bereikbaar zijn en aangebracht aan het einde van elke aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel en in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas (op grond van artikel 3.29 lid 2 en artikel 3.30 Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
toestellen voor koken, bakken, braden en frituren op een plaat van onbrandbaar materiaal dat warmte slecht geleidt (NEN 6065 klasse 2), zijn geplaatst en wanden binnen een afstand van 0,30 meter van de toestellen op dezelfde manier bekleed zijn (op grond van artikel 2.1.4 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken; dit werkt rechtstreeks
toestellen en installaties schoon en vetvrij worden gehouden en installaties voor koken, bakken, braden en frituren tenminste jaarlijks aan onderhoud worden onderworpen en tweejaarlijks gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting
bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren, in de verkoopinrichting aanwezig is een blusapparaat dat goedgekeurd is door een erkend keuringsbedrijf en voorzien van een geldige keuringssticker (op grond van artikel 2.4.1 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken; dit werkt rechtstreeks, voorschrift 1.12 en 1.13 RI&E van de ambulante handel
Artikel 15. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college of de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld. Het college kan bepalen dat kortstondige afwezigheid zonder mededeling of ontheffing is toegestaan. Dit is van belang voor vergunninghouders, bijvoorbeeld voor veilingbezoek, inkoop, bezoek aan vergaderingen en overige bedrijfs- en sociale verplichtingen.
Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan. Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet meer in de marktverordening opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroeporganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Er bestaat geen wettelijke basis op grond waarvan het college de vergunninghouder zou kunnen verplichten een geneeskundige keuring te ondergaan. Het college kan de vergunninghouder wel aanbieden zich door bijvoorbeeld de GG&GD of Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen.
Artikel 16. Ontheffing en vervanging
Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan.
Tweede lid: In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats toestaan zich op zijn standplaats te laten vervangen. Een maximumtermijn van zes weken is voor vakantie gebruikelijk.
Artikel 17. Legitimatie en identiteit vergunninghouder
In dit verband is artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Artikel 18. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
Het derde lid maakt duidelijk dat het in het algemeen, in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten. Ontheffing kan worden verleend wanneer de vergunninghouder op dezelfde marktdag na de Wijchense weekmarkt over nog een vaste standplaats beschikt op een middagmarkt in een andere gemeente.
Op grond van het vierde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.
Voor wat betreft de inwerkingtreding van het reglement wordt logischerwijze aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van de marktverordening, op basis waarvan deze nadere regels zijn opgesteld.
In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van eventuele voorgaande reglementen.
Bijlage 1 behorende bij het Marktreglement 2010
Zie het bijgevoegde .pdf bestand.
Bijlage 2 behorende bij het Marktreglement 2010
Intrekking/schorsing van een (vaste) standplaatsvergunning is mogelijk op grond van artikel 9 Verordening. Voor een dagplaatshouder of standwerker kan dat op grond van artikel 10 Verordening.
(let op: aanvullingen in rood zijn na vaststelling toegevoegd aan deze sanciematrix ter informatie voor BeL, maar zijn niet door het college vastgesteld)
Wangedrag: Onder wangedrag kan in ieder geval worden begrepen: seksuele intimidatie, belediging van klanten dan wel een ambtenaar in functie, dan wel ander gedrag waardoor het aanzien van de markt schade wordt toegebracht.
** Met schorsen wordt bedoeld het tijdelijk intrekken van een standplaatsvergunning op grond van artikel 8 Marktverordening 2010.
*** Op grond van artikel 10 Marktverordening 2010 kan wanneer er sprake is van spoedeisend belang een koopman direct verwijderd worden.
Bij het veroorzaken van direct gevaar in die zin dat de doorgang voor brandweer en hulpdiensten wordt belemmerd wordt de zaak die de belemmering veroorzaakt zonder voorafgaande waarschuwing direct verwijderd, de eigenaar kan dit tegen betaling van de door de gemeente gemaakte kosten weer ophalen op de plaats van bewaring.