Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling
CiteertitelUitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200601-01-2020art.

01-10-2006

Onbekend

01-10-200601-10-2006art.

01-10-2006

Onbekend

01-10-200601-10-2006Onbekend

01-10-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling

 

 

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Regeling ter uitvoering van artikel 17:1:1 CAR/UWO

  • a

    Medewerker:de ambtenaar ingevolge art. 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO. Voor de toepassing van deze uitvoeringsregeling wordt eveneens, voor zover van toepassing, als deelnemer beschouwd hij die aangesteld is als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer.

  • b

    Werkgever:de gemeente Zoetermeer.

  • c

    Persoonlijk ontwikkelingsplan:plan zoals genoemd in artikel 17:1:1 van de CAR/UWO waarin afspraken tussen de medewerker en werkgever worden vastgelegd over de loopbaanontwikkeling en de vereiste kennis en vaardigheden van de medewerkers, alsmede een in dat kader door hem te volgen opleiding en de te ondernemen activiteiten. Het format persoonlijk opleidingsplan is opgenomen in de bijlage en maakt onderdeel uit van OP KOERS.

  • d

    Studie:de opleiding die in het belang wordt geacht van het functioneren of de loopbaanvorming van de medewerker waaraan het verkrijgen van een diploma of getuigschrift is verbonden op grond van een met gunstig gevolg afgelegd afrondend mondeling dan wel schriftelijk examen. Indien er geen sprake is van een afrondend mondeling dan wel schriftelijk examen, vallen opleidingen / trainingen / seminars / congressen ten bedrage van ten minste € 2.500,- eveneens onder deze definitie.

  • e

    Afsprakenkaart:het format, ingevolge de Procedureregeling Beoordelen, waarop de afspraken die met de betrokken medewerker worden gemaakt, zijn vastgelegd

  • f

    Studiefaciliteiten:een tegemoetkoming in studiekosten en studieverlof.

  • g

    Studiekosten:uitgaven die de medewerker noodzakelijkerwijs heeft moeten doen voor:

    • 1

      cursus- of collegegelden;

    • 2

      reiskosten, indien de studie noodzakelijkerwijs buiten de woonplaats moet worden afgelegd;

    • 3

      verblijfskosten voor verplicht gestelde overnachtingen;

    • 4

      kosten voor deelname aan examens;

    • 5

      kosten voor deelname aan verplicht gestelde excursies;

    • 6

      kosten voor de aanschaf van verplicht voorgeschreven literatuur en studiemateriaal, niet zijnde duurzame gebruiksartikelen.

  • h

    Studieverlof: buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging:

    • 1

      voor het volgen van de in het kader van de studie verplicht gestelde lessen;

    • 2

      voor de in het kader van de studie verplicht gestelde excursies;

    • 3

      voor het afleggen van het examen, ter afsluiting van de studie of onderdelen daarvan.

Artikel 2 Toekenning

De direct leidinggevende legt in overleg met de medewerker op de afsprakenkaart van de medewerker vast welke studie(s) hij in het komende jaar gaat volgen.

De afspraken op de afsprakenkaart van de medewerker met betrekking tot studie worden door de direct leidinggevende uitgewerkt in het persoonlijk ontwikkelingsplan, waarvan het format is opgenomen in de bijlage, en ondertekend door het afdelingshoofd.

De medewerker maakt uitsluitend aanspraak op studiefaciliteiten voor studies die in zijn persoonlijk ontwikkelingsplan zijn vastgelegd, rekening houdend met de voorwaarden zoals gesteld in artikel 3.

Studiefaciliteiten worden voor studies langer dan een jaar, toegekend per vooraf vastgestelde periode van een studiejaar. Bij een gunstige vordering van de studie worden de faciliteiten op aanvraag van de medewerker verlengd per studiejaar.

In het persoonlijk ontwikkelingsplan worden in ieder geval de volgende zaken vastgelegd:

  • a

    de keuze van opleidingsvorm of instituut, alsmede de noodzakelijk te maken kosten;

  • b

    de periode gedurende welke een studie gevolgd zal worden;

  • c

    de minimaal te behalen resultaten en te maken voortgang;

Artikel 3 Soort studies in persoonlijk ontwikkelingsplan

Studies die opgenomen kunnen worden in het persoonlijk ontwikkelingsplan moeten passen binnen de doelstellingen, criteria en budgettaire voorwaarden die zijn vastgelegd in het opleidingsplan van de gemeente Zoetermeer.

Artikel 4 Tegemoetkoming vergoeding kosten

De studiekosten voor een studie die is vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan van de medewerker worden volledig door de werkgever vergoed met dien verstande dat voor het overschrijden van het bedrag van € 5.000,- per kalenderjaar aan studies toestemming moet worden gevraagd aan de algemeen directeur, de directeur van de hoofdafdeling, de griffier of de directeur brandweer.

De factuur van het opleidingsinstituut wordt rechtstreeks voldaan door de werkgever.

De reiskosten worden vergoed op basis van de laagste tarief van het openbaar vervoer of op basis van een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag genoemd in het declaratieformulier studiekosten. De genoemde bedragen zijn inclusief eventueel te maken parkeerkosten.

De verblijfskosten voor een overnachting worden uitsluitend vergoed indien de medewerker verplicht was deze kosten te maken vanuit de studie. Voor een overnachting gelden de maximale vergoedingsbedragen zoals vastgesteld in artikel 6 van de bijlage van de Uitvoeringsregeling Vergoeding Dienstreizen.

Artikel 5 Studieverlof

Studieverlof wordt op grond van het gestelde in artikel 1 sub h toegekend en bedraagt maximaal 40 uur per kalenderjaar. Een saldo studieverlof vervalt aan het einde van het kalenderjaar.

Indien het studieverlof het maximum overschrijdt, wordt voor het meerdere noodzakelijke verlof 2/3e deel studieverlof verleend conform het gestelde in artikel 1 sub h. Het overige benodigde studieverlof wordt de medewerker geacht zelf in te zetten

Bij een deeltijdbetrekking worden het maximum verlof genoemd lid 1 en het 2/3e deel genoemd in lid 2 naar rato verleend.

Indien aan de studie geen mondelinge lessen zijn verbonden bedraagt het studieverlof voor studies met een normale studieduur van:

  • a

    minder dan 18 maanden: ten hoogste 2 uren per week;

  • b

    18 tot 36 maanden: ten hoogste 4 uur per week;

  • c

    36 maanden of meer: ten hoogste 8 uren per week.

Van dit lid kan worden afgeweken, indien de toepassing ervan niet tot redelijke uitkomsten leidt.

Verlof kan enkel worden opgenomen in blokken van halve of hele dagen.

Artikel 6 Inspanningsverplichting

Indien de direct leidinggevende op grond van door hem ingewonnen inlichtingen van oordeel is, dat de medewerker niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen afgesproken termijn te volbrengen, is hij bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de medewerker aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten en/of omstandigheden, die niet aan hemzelf zijn te wijten.

De medewerker is verplicht de inlichtingen te geven die voor de toepassing van deze uitvoeringsregeling nodig worden geacht.

Tenzij dit op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd, is de medewerker, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, verplicht zich na het verstrijken afgesproken studietermijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan de direct leidinggevende mee te delen, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende bewijsstukken.

Artikel 7 Terugbetaling

Er geldt een terugbetalingsverplichting voor studies waarvan de reeds door de werkgever vergoede studiekosten € 2.500,- of meer bedragen.

De medewerker is verplicht tot terugbetaling van 100% van de studiekosten indien:

  • a

    de medewerker de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in het persoonlijk ontwikkelingsplan afgesproken termijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma, certificaat heeft geleid;

  • b

    de verlening van studiefaciliteiten definitief wordt gestaakt op grond van artikel 6 lid 1 eerste volzin;

  • c

    de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen, voor het einde van de studie, waarvoor de vergoeding is toegekend.

De medewerker is verplicht tot terugbetaling van 50% van de studiekosten indien na twee jaar na het verstrijken van de normale duur van de studie het diploma of certificaat niet behaald is.

Indien de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaar na het behalen van het voor deze studie geldende diploma is de medewerker verplicht tot een terugbetaling van de studiekosten van een bedrag van 1/24 van de studiekosten voor elke maand die ontbreekt aan de termijn van twee jaar.

Er geldt geen terugbetalingsverplichting indien de medewerker als gevolg van feiten en omstandigheden die hem niet te verwijten zijn, zijn diploma of certificaat niet behaalt.

Artikel 8 Uitsluiting

Artikelen 5 lid 1, 2 en 3 en artikel 7 zijn niet van toepassing, indien

  • -

    de studie noodzakelijk is vanwege wettelijke verplichtingen;

  • -

    de studie noodzakelijk is vanwege technische verplichtingen;

  • -

    het een studie betreft die incompany wordt aangeboden.

Artikel 2 leden 2 en 3 zijn niet van toepassing op een studie die in groepsverband gevolgd wordt door een gehele afdeling of werkeenheid. In plaats van een uitgewerkt persoonlijk ontwikkelingsplan is een bewijs van deelname, achteraf, vereist.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 10 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling’ en treedt in werking per 1 oktober 2006.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling’ van 1 maart 2005.

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

 

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) behorend bij de uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling