Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-09-2011 | 01-01-2014 | art. | 12-09-2011 Onbekend | ||
12-09-2011 | 12-09-2011 | art. | 12-09-2011 Onbekend | ||
12-09-2011 | 12-09-2011 | art. | 12-09-2011 Onbekend | ||
12-09-2011 | 12-09-2011 | art. | 12-09-2011 Onbekend | ||
12-09-2011 | 12-09-2011 | art. | 12-09-2011 Onbekend | ||
01-09-2004 | 12-09-2011 | Onbekend | 01-09-2004 Onbekend |
Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer
Regeling ter uitvoering van artikel 4a:3 CAR/UWO
Accessoires: met de fiets samenhangende zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer*.
Spreidingsperiode: een periode van 3 kalenderjaren, die aanvangt op de dag van de aankoop van de fiets en eventuele accessoires, waarbinnen een fiets kan worden aangeschaft tot een maximum van het bedrag genoemd in het in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).
De deelnemer koopt een fiets en/of eventuele accessoires en eventueel een fietsverzekering bij een door hem uit te kiezen erkende fietsenhandelaar, niet zijnde een particulier, in ruil voor één of meerdere bronnen met maximum bedragen per spreidingsperiode zoals genoemd in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).
De aanschaf van een fiets zoals bedoeld in het voorgaande lid geschiedt met eigen geld van de deelnemer.
Na de aanschaf van de fiets moet de aanvraag binnen drie maanden plaatsvinden.
Een fiets mag eens in de drie jaren fiscaal voordelig worden verrekend. Gerekend wordt in hele kalenderjaren.
De verrekening van het fiscale voordeel gebeurt met de door de deelnemer gekozen bron(nen) in een door de deelnemer gekozen aantal maanden binnen de maximale spreidingsperiode van drie jaar.
Om van de bron zoals omschreven in artikel 1 lid 5 a. en/of f.. gebruik te kunnen maken, dient een aanvraag tot verkoop van vakantie-uren tussen 10 september en 10 december in het voorgaande kalenderjaar gedaan te worden. De deelnemer dient de ontvangen vergoeding voor de verkochte uren zelf aan zijn spaartegoed toe te voegen.
Een aanvraag voor uitsluitend het aanwenden van de bruto vakantietoelage, de bruto eindejaarsuitkering of een deel van het bruto salaris kan op elk moment gedurende het jaar gedaan worden.
Artikel 3 Fiets en Vervoermanagement
De deelnemer die in een kalenderjaar gebruik maakt van optie 2 (parkeervergunning), 4 (bijdrage in parkeervergunning) of 5 (parkeervergunning op medische gronden) van de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement mag in datzelfde jaar geen gebruik maken van de fiscale verrekening van een fiets woon-werkverkeer.
De deelnemer is verplicht de originele factu(u)r(en) van de aangeschafte fiets en/ of fietsverzekering te scannen en bij de aanvraag als bijlage te voegen. De factuur moet op naam van de deelnemer staan. Voor de accessoires hoeven geen betaalbewijzen bij de aanvraag worden gevoegd.
De deelnemer is verplicht een betaalbewijs, zijnde een bankafschrift en/of een kwitantie te scannen waaruit blijkt dat de fiets betaald is door de deelnemer en deze bij de aanvraag als bijlage te voegen.
De deelnemer is verplicht de originele bonnen conform de fiscale wetgeving te bewaren.
Bij inzet van vakantie-uren moet er voor een fulltime medewerker per kalenderjaar minimaal 144 uur aan verlof resteren (parttime medewerkers naar rato).
Per jaar mag er maximaal 30% van de bezoldiging fiscaal vriendelijk worden ingezet ten behoeve van alle onderdelen van het cafetariamodel met de Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer als onderdeel van dit cafetariamodel.
Artikel 5 Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen
De deelnemer is zich bewust van de gevolgen die de in artikel 3 bedoelde tijdelijke verlaging van zijn bezoldiging, vakantietoelage, eindejaarsuitkering of een combinatie hiervan heeft of kan hebben voor diverse inkomensafhankelijke regelingen, zoals vakantietoelage, eindejaarsuitkering, sociale verzekeringsuitkeringen, jubileumuitkeringen, pensioen en dergelijke en deze te aanvaarden. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen die deze tijdelijke verlaging heeft voor welke inkomensafhankelijke regeling dan ook en de deelnemer verklaart zich akkoord met die uitsluiting van elke aansprakelijkheid.
Artikel 6 Aansprakelijkheid werkgever
De deelnemer kan de werkgever op geen enkele wijze aanspreken voor verplichtingen die voortvloeien uit de garantiebepalingen van de leverancier of fabrikant. De deelnemer dient zich in dat geval uitsluitend te wenden tot de leverancier of de fabrikant.
De deelnemer vrijwaart de werkgever tegen aanspraken van derden, voortvloeiende uit of in verband staande met het gebruik van de fiets en accessoires.
Bij ontslag van de deelnemer, voordat het totale bedrag van de fiets is verrekend, vervalt de aanspraak op het fiscaal voordeel.
De werkgever besluit in alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet en volgt daarbij de bepalingen die zijn opgenomen in Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).
De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer’ en treedt in werking per 12 september 2011.
Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Vervoermanagement’ van 1 september 2004.
Zodra de fiscale faciliteit zoals genoemd in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964), vervalt kan er geen aanvraag meer voor een fiets gedaan worden grond van deze regeling.
Voorwaarde is dat het moet gaan om zaken die bij uitstek bij woon-werkverkeer op de fiets van pas komen. Voorbeelden zijn de benodigde reparaties, een extra slot, een steun voor de aktetas en het regenpak dat praktisch alleen op de fiets wordt gebruikt. Zaken die normaal ook zonder de fiets worden gebruikt (zoals warme kleding) kunnen niet belasting- en premievrij worden vergoed of verstrekt.