Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening gemeente Brummen 1994 |
Citeertitel | Marktverordening gemeente Brummen 1994 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
bekendmakingsdatum bij benadering ingevuld.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-1994 | nieuwe regeling | 22-12-1994 Onbekend, 28-12-1994 | 94.5331 |
De raad van de gemeente Brummen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 1994;
gelet op het advies van de Commissie Grondgebiedzaken van 6 december 1994;
gelet op het advies van de Marktcommissie van 7 september 1994;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende gewijzigde "Marktverordening gemeente Brummen 1994".
In deze verordening wordt verstaan onder:
In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.
Er is een marktcommissie bestaande uit:
a. een lid van het college van burgemeester en wethouders, aan te wijzen door het college, welk lid tevens voorzitter is;
b.twee marktkooplieden met een vaste standplaats op de markt, die op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze worden aangewezen door de gezamenlijke standplaatshouders;
c.een door het hoofdbestuur van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel uit zijn midden aan te wijzen lid;
d. een gevestigde ondernemer uit de kern Eerbeek, aan te wijzen door de plaatselijke middenstandsvereniging;
e. een ambtenaar, aan te wijzen door de gemeentesecretaris, die tevens het secretariaat van de commissie vervult.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub b. van de Winkelsluitingswet 1976 (Stb. 294), een andere marktdag vaststellen.
Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering van deze verordening op te dragen aan de marktmeester.
Een ieder, die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen. Voorts dient hij in bezit te zijn van een registratiekaart afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detail-Ambacht namens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 5, lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan een wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.
De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zolang de aanspraken als bedoeld in artikel 15, lid 3, bestaan.
Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen, is vereist, dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:
a. dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;
b. dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;
c. dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.
Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:
a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats en adres;
b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;
c. de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de door hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder c., vermeld
Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.
Degene die op grond van artikel 12, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, ingeschreven op de in artikel 15, lid 2 bedoelde lijst.
De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:
a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel;
c. wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 13, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3;
d. indien de vergunninghouder niet ten minste eenmaal per twee weken en ten minste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22, 23 en 24.
Bij overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de daartoe overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen een maand na het overlijden dan wel na het verstrijken van de in lid 2 vermelde termijn na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.
Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 14, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.
Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 17, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.
De inschrijving op de in artikel 12, lid 1 bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:
a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
b. bij overlijden van de ingeschrevene;
c. wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, bedoeld in artikel 12, lid 2 of lid 3;
d. indien de ingeschrevene niet ten minste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 18, lid 2, 22, 23, 24 van toepassing is;
e. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden;
f. wanneer de ingeschrevene zijn inschrijving jaarlijks (bij de opschoning van de in artikel 12, lid 1 bedoelde lijst) niet verlengt.
De toewijzing van standwerkersplaatsen door de marktmeester geschiedt per marktdag om 13:00 uur. De toewijzing geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken. De marktmeester bepaalt op welke wijze de loting zal geschieden. Indien standwerkers zich aanmelden voor dezelfde artikelen-groep, wordt de keuze in voorkomende gevallen overgelaten aan de marktmeester.
Tot de loting voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 13, lid 1, sub. a. en c., gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:
a. door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;
dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten: b. andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker
Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts een soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks voor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.
Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.
De in artikel 16, lid 1, onder d. vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats, teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, alsmede de in artikel 19, onder d. vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst gehandhaafd te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het onder lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.
De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan wel als op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.
De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen, dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.
In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 14 lid 2, bedoelde lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagplaats.
Het is verboden vroeger dan 10.30 uur goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd om 13.00 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.
De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk een uur na de sluitingstijd van de markt.
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.
Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.
Het is de standplaatshouder verboden:
a. zich behoudens toestemming van de marktmeester langer dan dertig minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag de houder zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;
b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;
c. meer ruimte in te nemen dan de houder is toegestaan;
d. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;
e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;
f. zich behoudens toestemming van de marktmeester aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;
g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor toestemming is verleend.h. op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.
Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.
Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ter verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.
Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ter verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.
De vergunninghouder, aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.
Behoudens het bepaalde in artikel 28, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.
Degene, die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van de marktmeester, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 44 en 45, door de marktmeester gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:
a. de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;
b. van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;
c. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
d. de rechthebbende niet of niet tijdig het marktgeld voldoet.