Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening van 12 december 1994, no. 3, houdende regels ter voorkoming en beperking van gevaar, schade of hinder aan het milieu door milieubelastende aktiviteiten (Hinderverordening Bonaire) |
Citeertitel | Hinderverordening Bonaire |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van JUL - 7 2008 no. 1 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid van de Hinderverordening Bonaire (A.B. 1995, no. 4)
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van JUL - 7 2008 no. 2 ter uitvoering van artikel 6, tweede lid en artikel 8, eerste en tweede lid, van de Hinderverordening Bonaire (A.B. 1995, no. 4)
Hinderbesluit garagebedrijven Bonaire
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 22 december 2009, no. 1 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, sub b van de Hinderverordening Bonaire (A.B. 1995, no. 4)
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 07 FEB 2011 no. 4 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, sub b van de Hinderverordening Bonaire (A.B. 1995, no. 4) en tot wijziging van het eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 16 juni 2010, no. 7 (A.B. 2010, no. 7)
Vuurwerkbesluit Bonaire
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | Onbekend | ||
14-02-1995 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 12-12-1994 A.B. 1995, no. 4 | onbekend |
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen
In deze eilandsverordening wordt onder het begrip milieubelastende aktiviteit verstaan elke door de mens ondernomen aktiviteit of handeling die, al dan niet gebonden aan een vaste plaats, een beroeps- of bedrijfsmatig karakter heeft of als zodanig kan worden aangemerkt, ten gevolge waarvan gevaar, schade of hinder aan het milieu kan ontstaan.
Indien bij of krachtens enige bepaling van deze eilandsverordening een verplichting wordt opgelegd of een bevoegdheid wordt gegeven aan een rechtspersoon, een vennootschap of enige andere vereniging van personen, rust de verplichting tevens, respectievelijk komt de bevoegdheid tevens toe aan de bestuurders van de rechtspersoon, de vennootschap of de vereniging van personen.
Een vergunning als bedoeld in het eerste en tweede lid is niet vereist voor uitbreidingen of wijzigingen van een milieubelastende aktiviteit of voor veranderingen van binnen het kader van een milieubelastende aktiviteit gebezigde werkwijzen waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat zij geen gevolgen danwel uitsluitend gunstige gevolgen zullen hebben voor de belasting van het milieu.
De vergunninghouder stelt het bestuurscollege uiterlijk een maand voordat uitbreidingen, wijzigingen of veranderingen als bedoeld onder a plaatsvinden, daarvan schriftelijk in kennis, onder vermelding van de redenen op grond waarvan moet worden aangenomen dat zij geen gevolgen dan wel uitsluitend gunstige gevolgen zullen hebben voor de belasting van het milieu.
Degene die voornemens is een milieubelastende aktiviteit, een wijziging of uitbreiding daarvan of een verandering van een in het kader daarvan gebezigde werkwijze als bedoeld in het eerste lid aan te vangen stelt het bestuurscollege uiterlijk een maand voor de voorgenomen aanvang daarvan schriftelijk in kennis.
HOOFDSTUK II Beschikkingen van het bestuurscollege naar aanleiding van een verzoek om vergunning
Vergunningen, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, worden door het bestuurscollege verleend.
Wanneer een verzoek om vergunning wordt ingediend voor de uitbreiding of de wijziging van een milieubelastende aktiviteit waarvoor reeds één of meer vergunningen werden verleend, danwel voor de verandering van een in het kader van een zodanige milieu-belastende aktiviteit gebezigde werkwijze, kan het bestuurscollege eisen dat door betrokkene een verzoek wordt ingediend voor een nieuwe, de gehele milieubelastende aktiviteit omvattende vergunning (zg. revisievergunning).
In de kennisgeving, bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder b, wordt tenminste vermeld:
Indien in een stuk dat ingevolge deze eilandsverordening ter inzage wordt gelegd, gegevens voorkomen of uit zodanig stuk gegevens kunnen worden afgeleid waarvan de geheimhouding gerechtvaardigd is, kan het bestuurscollege op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van degene die de vergunning heeft verzocht toestaan dat deze ten behoeve van de bekendmaking een door het bestuurscollege goedgekeurde tweede tekst overlegt waarin die gegevens niet voorkomen, onderscheidenlijk waaruit deze niet kunnen worden afgeleid.
Het bestuurscollege betrekt bij de beslissing op het verzoek om vergunning in ieder geval:
De termijn, genoemd in het eerste lid, onder a, kan door het bestuurscollege uiterlijk een maand na de datum van ontvangst van het verzoek om vergunning worden verlengd bij een met redenen omklede beschikking met een daarbij te bepalen termijn, indien het verzoek een zeer ingewikkeld onderwerp betreft.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze waarop aan de verplichtingen, bedoeld in het derde lid, moet worden voldaan alsmede omtrent de vergoeding van het deel van de daaruit voor de vergunninghouder voortvloeiende kosten dat redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de vergunninghouder behoort te blijven.
Aan de vergunning kan voorts het voorschrift worden verbonden dat de vergunninghouder verplicht is aan alle in diens bedrijf werkzame personen een schriftelijke instructie te verstrekken ter vermijding van gedragingen hunnerzijds die tot gevolg kunnen hebben dat de vergunninghouder de milieubelastende aktiviteit aanvangt of uitvoert anders dan overeenkomstig de vergunning of dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden overtreden.
Indien over de te verwachten belasting van het milieu van een voorgenomen bedrijfsmatige aktiviteit of een voorgenomen verandering van een gebezigde werkwijze niet met voldoende zekerheid kan worden geoordeeld of indien uit de aard van de aktiviteit of handeling het tijdelijk karakter ervan voortvloeit dan wel indien het verzoek om vergunning daartoe strekt, kan het bestuurscollege de vergunning verlenen voor een bepaalde termijn.
HOOFDSTUK III Het opleggen van nieuwe voorschriften en het wijzigen of intrekken van opgelegde voorschriften
Indien het bestuurscollege voornemens is toepassing te geven aan artikel 22, eerste lid, geeft het van dat voornemen schriftelijk kennis aan degene tot wie de te geven beschikking zal zijn gericht, onder vermelding van tenminste een korte redengeving en van de zakelijke inhoud van de voorgenomen toepassing van bedoelde bepaling.
De beschikking, bedoeld in artikel 22, eerste lid, wordt vastgesteld uiterlijk een maand na de kennisgeving, bedoeld in artikel 23.
HOOFDSTUK IV Sanering en het vervallen van de vergunning
Het bestuurscollege kan een vergunning ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende geheel of gedeeltelijk intrekken indien ten gevolge van een milieubelastende aktiviteit in ontoelaatbare mate gevaar, schade of hinder voor het milieu ontstaat en wijziging of aanvulling van de aan de vergunning verbonden voorschriften geen oplossing biedt.
HOOFDSTUK V Financiële zekerheid
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen kan worden bepaald dat ter bestrijding van kosten die moeten worden gemaakt ter verzekering van een stipte naleving van hetgeen bij of krachtens deze eilandsverordening is bepaald, door de verzoeker van een vergunning financiële zekerheid wordt gesteld.
Ingeval het bestuurscollege een gestelde financiële zekerheid heeft aangesproken, is de vergunninghouder verplicht binnen een door het bestuurscollege vast te stellen termijn de financiële zekerheid aan te vullen tot het oorspronkelijke bedrag of tot een hoger bedrag, indien het bestuurscollege daarom verzoekt.
HOOFDSTUK VI Sanctiebepalingen
Het bestuurscollege kan op kosten van de overtreder doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen hetgeen is of wordt gehouden, gemaakt, gesteld, ondernomen, nagelaten, beschadigd of weggenomen in strijd met een bij of krachtens deze eilandsverordening vastgestelde regeling of gegeven bevel dan wel met een voorschrift, verbonden aan een krachtens deze eilandsverordening verleende vergunning.
Behoudens in spoedeisende gevallen maakt het bestuurscollege van de in het eerste lid gegeven bevoegdheid geen gebruik zonder de overtreder schriftelijk te hebben gewaarschuwd en deze in de gelegenheid te hebben gesteld binnen een daartoe te bepalen termijn alsnog aan diens verplichtingen te voldoen.
Voor zover elders in deze eilandsverordening niet anders is bepaald, wordt het niet beslissen op een verzoekschrift gelijkgesteld met het weigeren om een beschikking te geven indien het bestuurscollege niet uiterlijk zes maanden na de datum van ontvangst van het verzoek een exemplaar van de daarop betrekking hebbende beschikking aan de verzoeker heeft gezonden.
Met het toezicht op de naleving van deze eilandsverordening en de opsporing van de hierin vermelde strafbare feiten zijn belast de personen, vermeld in artikel 8, onder 1° tot en met 4°, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen alsmede de daartoe door het bestuurscollege aangewezen andere personen.
Ieder is verplicht aan de personen, bedoeld in artikel 40, desgevraagd alle medewerking te verlenen en alle inlichtingen te verstrekken die zij redelijkerwijs bij de uitvoering van de hen op grond van deze eilandsverordening opgedragen taak behoeven.
Iedereen aan wie ter zake van de uitvoering van deze eilandsverordening een toezichthoudende taak of enige andere taak is opgedragen of opgedragen geweest, is verplicht tot geheimhouding van hetgeen uit dien hoofde te zijner kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt.
Degenen die met de opsporing van de bij deze eilandsverordening strafbaar gestelde feiten zijn belast, hebben te allen tijde toegang tot alle plaatsen waarvan naar hun redelijk oordeel de binnentreding voor de vervulling van de aan hen ingevolge deze eilandsverordening opgedragen taak nodig is; zo nodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.
Degene die overgaat tot beëindiging van een milieubelastende aktiviteit of van een werkwijze als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, en artikel 4, eerste lid, zonder te voldoen aan de in artikel 30 neergelegde verplichting, terwijl de beëindiging geschiedt op voor het milieu onverantwoordelijke of nadelige wijze, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
Indien tijdens het plegen van een strafbaar feit als bedoeld in het eerste of tweede lid nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijksoortig strafbaar feit onherroeplijk is geworden of vrijwillig is voldaan aan de voorwaarde door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen gesteld, worden de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedreigde straffen verhoogd met het dubbele van de daarbij gestelde maxima.
De rechter kan voorwerpen die door middel van het plegen van de strafbare feiten vermeld in de artikelen 44, eerste en tweede lid, en 45, eerste lid, zijn verkregen en van de voorwerpen waarmede bovenbedoelde strafbare feiten zijn gepleegd, verbeurd verklaren voor zover deze de veroordeelde toebehoren.
HOOFDSTUK X Overgangs- en slotbepalingen
Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze eilandsverordening een milieubelastende aktiviteit verricht, is bevoegd, voorzover deze binnen een jaar na vorenbedoeld tijdstip een verzoek om vergunning indient conform de bepalingen van deze eilandsverordening, de uitoefening van die aktiviteit voort te zetten, totdat op het verzoek om vergunning wordt beslist.