Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordenveld

Regeling melding vermoeden misstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordenveld
Officiële naam regelingRegeling melding vermoeden misstand
CiteertitelRegeling melding vermoeden misstand
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Car, artikel 15:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2010nieuwe regeling

30-03-2010

De Krant, 6 april 2010

Geen
01-04-201019-02-2015nieuwe regeling

30-03-2010

De Krant, 6 april 2010

Geen

Tekst van de regeling

Melding vermoeden misstand

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1:2, onderdeel c, d, e, g, h van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Noordenveldse Uitwerkingsovereenkomst, alsmede de persoon die anders dan op basis van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam is, alsmede de hiervoor genoemde categorieën personen tot een jaar na de dag dat hun arbeidsverhouding met de gemeente is beëindigd.

  • -

    vertrouwenspersoon: de bedrijfsmaatschappelijk werker

  • -

    het Interne Meldpunt Integriteit: de klachtencoördinator.

  • -

    het Externe Meldpunt Integriteit: de voorzitter van de Commissie Bezwaar en Beroep.

  • -

    een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie waar de ambtenaar werkzaam is omtrent:

    • a

      een strafbaar feit;

    • b

      een schending van regelgeving of beleidsregels;

    • c

      het misleiden van justitie;

    • d

      een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, of

    • e

      het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.

Artikel 2 Interne melding

Lid 1

De ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden, doet dit bij het Interne Meldpunt Integriteit. De ambtenaar kan een vermoeden van een misstand ook melden bij de vertrouwenspersoon die dit vervolgens meldt bij het Interne Meldpunt Integriteit.

Lid 2

De gewezen ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden doet dit eveneens bij het Interne Meldpunt Integriteit of de vertrouwenspersoon. Hij doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag bij de gemeente. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden.

Lid 3

De ambtenaar kan het Interne Meldpunt Integriteit of de vertrouwenspersoon aan wie hij het vermoeden van een misstand meldt verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. De ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

Lid 4

Het Interne Meldpunt Integriteit draagt er zorg voor dat burgemeester en wethouders op de hoogte worden gesteld van de melding overeenkomstig de bepalingen in het onderzoeksprotocol.

Lid 5

Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een misstand, met behulp van en onder advisering van het Interne Meldpunt Integriteit onverwijld een onderzoek in, overeenkomstig de bepalingen in het onderzoeksprotocol.

Lid 6

Ten behoeve van het integriteitsonderzoek kan het Meldpunt Integriteit worden uitgebreid met benodigde specifieke expertise.

Lid 7

Burgemeester en wethouders zenden aan de ambtenaar, dan wel het Interne Meldpunt Integriteit dan wel de vertrouwenspersoon die een vermoeden van een misstand heeft gemeld, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden aan het Interne Meldpunt Integriteit of aan de vertrouwenspersoon heeft gemeld.

Lid 8

Burgemeester en wethouders informeren de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.

Artikel 3 Standpunt college

Lid 1

Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel, het Interne Meldpunt Integriteit of de vertrouwenspersoon, binnen de gestelde termijn zoals opgenomen in het onderzoeksprotocol, schriftelijk op de hoogte van hun standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een misstand.

Lid 2

Indien het standpunt niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan worden gegeven, kunnen burgemeester en wethouders de termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel het Interne meldpunt Integriteit of de vertrouwenspersoon, hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Het Externe Meldpunt Integriteit

Het Externe Meldpunt Integriteit heeft tot taak een gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en daaromtrent te adviseren aan burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Melding bij het Externe Meldpunt Integriteit

Lid 1

Het vermoeden van een misstand kan gemeld worden bij het Externe Meldpunt Integriteit, indien:

  • a

    de ambtenaar het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 3

  • b

    de ambtenaar geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijnen bedoeld in artikel 3.

Lid 2

In bijzondere gevallen, ter beoordeling aan de ambtenaar, kan deze vermoedens van misstanden ook melden bij het Externe Meldpunt Integriteit zonder dat daarvoor de interne procedure is bewandeld. De ambtenaar doet hiervan met redenen omkleed melding bij het Externe Meldpunt Integriteit.

Lid 3

De ambtenaar kan het Externe Meldpunt Integriteit verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. Hij kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging en onderzoek

Lid 1

Het Externe Meldpunt Integriteit bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld en stelt het Interne Meldpunt Integriteit, alsmede burgemeester en wethouders op de hoogte van de melding.

Lid 2

Het Externe Meldpunt Integriteit stelt naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een misstand, overeenkomstig de bepalingen in het onderzoeksprotocol, een onderzoek in.

Lid 3

Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een misstand is het Externe Meldpunt Integriteit bevoegd bij burgemeester en wethouders alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht.

Lid 4

Wanneer de inhoud van bepaalde door burgemeester en wethouders verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het Externe Meldpunt Integriteit dient te blijven, dan wordt dit aan het Externe Meldpunt Integriteit meegedeeld.

Artikel 7 Niet ontvankelijkheid

Het Externe Meldpunt Integriteit adviseert burgemeester en wethouders de melding niet ontvankelijk te verklaren indien:

  • -

    de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 heeft gevolgd, maar de termijnen bedoeld in artikel 3 nog niet zijn verstreken.

Artikel 8 Advies van het Externe Meldpunt Integriteit

Lid 1

Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is, legt het Externe Meldpunt Integriteit binnen de gestelde termijn als bedoeld in het onderzoeksprotocol, zijn bevindingen omtrent de melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies aan burgemeester en wethouders. Het Externe Meldpunt Integriteit bericht de ambtenaar dat een advies is uitgebracht.

Lid 2

Indien het advies niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan worden gegeven, wordt dit door het Externe Meldpunt Integriteit aan burgemeester en wethouders meegedeeld en kan deze termijn met ten hoogste zes weken worden verlengd. Burgemeester en wethouders, stellen de ambtenaar, dan wel, indien de ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan burgemeester en wethouders, het Externe Meldpunt Integriteit, hiervan schriftelijk in kennis.

Lid 3

Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan het Externe Meldpunt Integriteit verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het Externe Meldpunt Integriteit geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Kosten van de openbaarmaking komen ten laste van de gemeente. Het advies wordt niet eerder openbaar gemaakt dan nadat burgemeester en wethouders hun nadere standpunt aan de ambtenaar, dan wel, indien de ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken, het Externe Meldpunt Integriteit, hebben meegedeeld.

Artikel 9 Nader standpunt

Lid 1

Burgemeester en wethouders stellen op basis van het advies van het Externe Meldpunt Integriteit bedoeld in artikel 7 en 8, binnen twee weken een nader standpunt vast, en stellen de ambtenaar alsmede het Externe Meldpunt Integriteit op de hoogte van hun standpunt.

Lid 2

Aan de ambtenaar die het Externe Meldpunt Integriteit heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken zullen burgemeester en wethouders het standpunt aan de ambtenaar via het Externe Meldpunt Integriteit bekend maken.

Lid 3

De ambtenaar ontvangt tevens een afschrift van het advies, als bedoeld in artikel 7 en 8, met inachtneming van het eventueel vertrouwelijk karakter van aan het Externe Meldpunt Integriteit verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen.

Artikel 10 Bescherming van de ambtenaar

Lid 1

De ambtenaar zal als gevolg van de melding van een vermoeden van een misstand geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie. Onder nadelige gevolgen worden in ieder geval verstaan besluiten tot:

  • a

    het verlenen van ongevraagd ontslag;

  • b

    het niet verlengen van een aanstelling voor bepaalde tijd;

  • c

    het niet omzetten van een aanstelling voor bepaalde tijd in een vaste aanstelling;

  • d

    de opgelegde benoeming in een andere functie;

  • e

    het treffen van disciplinaire maatregelen;

  • f

    het onthouden van salarisverhoging, incidentele beloning of toekenning van vergoedingen;

  • g

    het onthouden van promotiekansen en het afwijzen van een verlofaanvraag,

voor zover deze besluiten worden genomen vanwege de door de ambtenaar gedane melding van een vermoeden van een misstand.

Lid 2

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de ambtenaar ook anderszins bij de uitoefening van zijn functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt.

Lid 3

Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt ook voor de ambtenaar die te goeder trouw een vermoeden van een misstand meldt in een andere organisatie dan die van de gemeente volgens de bij die organisatie geldende regeling. De bescherming geldt alleen als de ambtenaar:

  • -

    uit hoofde van zijn functie met die andere organisatie samenwerkt of heeft samengewerkt;

  • -

    uit hoofde van zijn functie kennis heeft verkregen van de vermoede misstand;

  • -

    het vermoeden van de misstand tijdig bij zijn leidinggevende heeft gemeld en

  • -

    zich heeft gehouden aan de afspraken die ter zake van deze melding met hem zijn gemaakt door burgemeester en wethouders.

Artikel 11 Bescherming van de vertrouwenspersoon

De vertrouwenspersoon geniet bescherming overeenkomstig het bepaald in artikel 10 lid 1 en 2 tegen benadeling als gevolg van de hem bij deze regeling toebedeelde taken.

Artikel 12 Jaarverslag

Lid 1

Jaarlijks wordt door zowel het Interne als het Externe Meldpunt Integriteit een verslag opgemaakt.

Lid 2

In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke bepalingen gemeld:

  • a

    het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand

  • b

    het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek geleid heeft;

  • c

    het aantal onderzoeken dat zowel het Interne als het Externe Meldpunt Integriteit heeft verricht en

  • d

    het aantal adviezen en de aard van de adviezen die zowel het Interne als het Externe Meldpunt Integriteit heeft uitgebracht.

Lid 3

Deze jaarverslagen worden aan de gemeenteraad en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.

Artikel 13 Intrekking en inwerkingtreding

Lid 1

De regeling Klokkenluiders gemeente Noordenveld wordt ingetrokken per 1 april 2010.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2010.

Ondertekening