Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Regeling functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan
CiteertitelRegeling functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De publicatiedatum en bron bekendmaking van deze regeling zijn niet bekend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Car-Nuwo, artikel 17:1:1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-2007nieuwe regeling

19-06-2007

Geen

Geen
19-06-2007nieuwe regeling

19-06-2007

Geen

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan

 

 

Functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze regeling verstaat onder:

  • a

    medewerker: persoon die is aangesteld in dienst van de gemeente Noordenveld, evenals degene die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is binnen de gemeentelijke organisatie;

  • b

    functioneringsgesprek: een formeel gesprek tussen de medewerker en de direct leidinggevende aan de hand van het formulier functioneringsgesprek, over de aspecten die van invloed zijn op het functioneren van de medewerker;

  • c

    pop: het persoonlijk ontwikkelingsplan, gebaseerd op hoofdstuk 17 van de CAR/NUWO, dat onderdeel is van het functioneringsgesprek;

  • d

    formulier functioneringsgeprek/pop:het formulier waarop de gespreksonderwerpen zijn vermeld en waarop tijdens het functioneringsgesprek/pop gemaakte afspraken worden genoteerd. Na het gesprek wordt hier het verslag aan toegevoegd;

  • e

    personeelsdossier: het dossier van de individuele medewerker, waarin alle gegevens ten aanzien van zijn functie en functioneren/pop opgeslagen liggen.

Artikel 2 Doel van het functioneringsgesprek/pop

Het voeren van een functioneringsgesprek/pop is geen doel op zich, maar beoogt de kwaliteit te bewaren en te bevorderen van het functioneren van de medewerker. Mede van daaruit kan de kwaliteit worden bewaard en bevorderd van de diensten die geleverd worden door de gemeente Noordenveld.

Artikel 3 Kenmerken van het functioneringsgesprek/pop

De kenmerken zijn:

  • -

    toekomstgericht;

  • -

    gelijkwaardigheid van de gesprekspartners;

  • -

    wederzijdse inbreng;

  • -

    gericht op het functioneren van de medewerker;

  • -

    maken van afspraken naar aanleiding van het gesprek;

  • -

    geen rechtstreekse rechtspositionele gevolgen mogelijk.

Artikel 4 Gesprekspartner

Lid 1

De direct leidinggevende voert een functioneringsgesprek/pop met zijn medewerkers. De direct leidinggevende kan zijn een teamleider, een afdelingshoofd, de directeur-secretaris of de portefeuillehouder.

Lid 2

De portefeuillehouder personeelszaken voert een functioneringsgesprek/pop met de directeur-secretaris.

Artikel 5 Frequentie van de gesprekken

Lid 1

Ten minste eenmaal per jaar wordt met elke medewerker een functioneringsgesprek/pop gevoerd.

Lid 2

Op verzoek van zowel de leidinggevende als de medewerker kan ook een tussentijds functioneringsgesprek/pop plaatsvinden.

Artikel 6 Gespreksonderwerpen

Lid 1

In ieder geval komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • -

    afspraken, tijdens het vorige gesprek gemaakt;

  • -

    functioneren van de medewerker zowel in het uitoefenen van zijn functie als in relatie tot zijn collega’s en leidinggevende;

  • -

    arbeidsomstandigheden, waaronder vallen de werkdruk, werksfeer, lichamelijke belasting, reisafstand en vormen van overleg;

  • -

    ontwikkeling van de medewerker door scholing en opleiding, of door taakverandering of functieaanpassing;

  • -

    verwachtingen en ambities van zowel de medewerker als leidinggevende.

Lid 2

Daarnaast kunnen zowel medewerker als leidinggevende andere onderwerpen inbrengen aan de hand van het formulier ‘uitnodiging functioneringsgesprek/pop’, dat onderdeel is van het formulier ‘functioneringsgesprek/pop’.

Artikel 7 Uitvoering functioneringsgesprek/pop

Lid 1

De leidinggevende is verantwoordelijk voor het maken van de afspraak voor het functioneringsgesprek/pop.

Lid 2

Dit gebeurt ten minste twee weken voordat het gesprek plaatsvindt door middel van het formulier ‘uitnodiging functioneringsgesprek/pop’.

Lid 3

De onderwerpen genoemd op de ‘uitnodiging functioneringsgesprek/pop’ zijn van tevoren bekend bij beide gesprekspartners evenals de vaste onderwerpen.

Artikel 8 Verloop functioneringsgesprek/pop

De medewerker krijgt als eerste de gelegenheid de door hem ingebrachte onderwerpen te bespreken, daarna worden de onderwerpen van de leidinggevende besproken.

Artikel 9 Verslaglegging functioneringsgesprek/pop

Lid 1

Binnen een week na het gesprek worden de gemaakte afspraken en een beknopt verslag van het gesprek door de leidinggevende vermeld op het ‘formulier functioneringsgesprek/pop’.

Lid 2

Het ‘formulier functioneringsgesprek/pop’ wordt voorzien van een datum en binnen een week door beide partners voor akkoord ondertekend.

Lid 3

De medewerker krijgt een kopie van dit formulier inclusief het ‘gespreksverslag functioneringsgesprek/pop’, het origineel gaat in zijn personeelsdossier.

Lid 4

Het ‘formulier functioneringsgesprek/pop’ inclusief het ‘gespreksverslag functioneringsgesprek/pop’ uit het personeelsdossier wordt na tien jaar vernietigd.

Lid 5

Het functioneringsgesprek/pop en de daarbij behorende administratieve afhandeling dienen elk jaar plaats te vinden.

Artikel 10 Inzage in personeelsdossier

De volgende personen hebben inzage in personeelsdossiers:

  • -

    de medewerker heeft inzage in zijn eigen dossier;

  • -

    de teamleider of het afdelingshoofd heeft inzage in de personeelsdossiers van de medewerkers die op zijn/haar afdeling werkzaam zijn;

  • -

    de medewerkers van P&O hebben inzage in alle personeelsdossiers;

  • -

    de portefeuillehouder personeelszaken heeft inzage in alle personeelsdossiers;

  • -

    de directeur-secretaris heeft inzage in alle personeelsdossiers.

Artikel 11 Slotbepaling

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling functioneringsgesprekken / persoonlijk ontwikkelingsplan’.

Lid 2

De regeling treedt in werking op 19 juni 2007.