Organisatie | Noordenveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling cafetariamodel gemeente Noordenveld |
Citeertitel | Regeling cafetariamodel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Wijziging artikelen als gevolg van vervallen spaarloonregeling |
Geen
Car, artikel 4a:3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2017 | art. 3, 7 en p | 14-02-2012 www.gemeentenoordenveld.nl, 14 maart 2012 | Geen | |
01-10-2008 | nieuwe regeling | 16-09-2008 De Krant, 23-09-2008 | Geen | ||
01-10-2008 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-09-2008 De Krant, 23-09-2008 | Geen |
Iedere medewerker kan in beginsel aanspraak maken op de keuzemogelijkheden zoals die in het kader van deze regeling worden aangeboden.
Deelname van de medewerker aan de keuzemogelijkheden zoals die in het kader van deze regeling worden aangeboden, geschiedt op basis van vrijwilligheid.
Een medewerker bepaalt zelfstandig, onder eigen verantwoordelijkheid en binnen de kaders van deze regeling zijn individuele voorkeur, indien hij wil deelnemen aan de keuzemogelijkheden zoals die in deze regeling worden aangeboden.
De medewerker geeft op het aanvraagformulier “cafetariamodel” aan welke doelen hij kiest. De medewerker heeft daar de keuze uit de volgende doelen:
De medewerker geeft op het aanvraagformulier “cafetariamodel” aan welke bronnen hij wil inzetten ten behoeve van het realiseren van de door hem gekozen doelen. De medewerker heeft daarbij de keuze uit de volgende bronnen:
Tenzij anders is geregeld, wordt bij het afzien van loon of uitkering uitgegaan van de waarde van het recht dat wordt uitgeruild. Eventuele latere aanpassingen van deze waarde met terugwerkende kracht (bijvoorbeeld een bevordering met terugwerkende kracht) naar een datum voor verrekening leiden in geen geval tot herberekening van de componenten waarvan is afgezien.
Artikel 5 Verrekening en restant bedrag
De door de medewerker gemaakte keuze voor in artikel 3 en 4 bedoelde doelen en bronnen, worden binnen het desbetreffende kalenderjaar uitgevoerd m.u.v. artikel 3 sub a. De medewerker stemt het bedrag dat uit de bronnen resulteert zoveel mogelijk af op het bedrag voor het gewenste doel. De vergoeding van het betreffende doel wordt betaalbaar gesteld op het moment waarop normaal ook de aangegeven bron zou zijn uitbetaald.
Indien de bronnen ontoereikend zijn of in bijzondere gevallen, kan door het afdelingshoofd op verzoek van de medewerker, de gemaakte keuze geheel of gedeeltelijk in het volgende kalenderjaar worden uitgevoerd.
Bij beëindiging van de aanstelling of arbeidsovereenkomst zal voor het deel waarop nog niet aan de in artikel 4 vermelde bronnen is voldaan de waarde van het restant deel van de bron netto door de werknemer worden voldaan.
Het afdelingshoofd is bevoegd beslissingen te nemen op aanvragen van de medewerkers uit zijn afdeling.
Indien het afdelingshoofd voornemens is een aanvraag geheel of gedeeltelijk af te wijzen, vindt hierover overleg plaats met de medewerker. Een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een aanvraag wordt schriftelijk gemotiveerd.
Aanvragen voor het doel genoemd in artikel 3 sub a moeten uiterlijk twee maanden voor de aanvang van het volgende kalenderjaar worden ingediend. Bv. aanvraag 2009 voor 1 november 2008. Aanvragen voor de doelen genoemd in artikel 3 sub b, e en f kunnen het gehele jaar worden ingediend, waarbij de voorwaarden van de fietsregeling (artikel 3 sub b) van toepassing zijn. Aanvragen voor de doelen genoemd in artikel 3 sub c en sub d moeten uiterlijk 1 november van het betreffende kalenderjaar worden ingediend.
Indien bij controle door de inspectie der belastingen blijkt dat het gebruik van de voorzieningen en vergoedingen uit het cafetariamodel niet voldoen aan de zakelijke bepalingen en voorwaarden zoals die zijn geformuleerd in de fiscale wetgeving, en dientengevolge naheffing bij de werkgever plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief eventuele rente en boete) voor rekening van de werknemer.Voorts aanvaardt de werkgever geen enkele verantwoordelijkheid voor de mogelijk in andere (wettelijke) regelingen opkomende gevolgen van de verlaging van de bronnen bij het gebruikmaken van de regeling.
Of, de wijze waarop, en de voorwaarden waaronder een medewerker de in artikel 4 genoemde bronnen kan inzetten voor de doelen, met fiscaal voordeel als bedoeld in artikel 3 onder b tot en met f, wordt beschreven in de “ toelichting Regeling cafetariamodel gemeente Noordenveld”.
Deze regeling wordt vastgesteld met ingang van 1 oktober 2008.
De regeling kan worden aangehaald als “Regeling Cafetariamodel gemeente Noordenveld”.
Het principe van het cafetariamodel houdt in dat een medewerker zijn bruto salariscomponent inruilt tegen netto vergoedingen, bijvoorbeeld voor het kopen van een fiets. Op die manier betaalt een medewerker geen belasting over het bedrag dat hij inzet en haalt gemiddeld een voordeel van 42%, want dit is het meest voorkomende belastingtarief. De randvoorwaarden hiervoor worden bepaald door de fiscale regelgeving en/of instructie van de inspecteur van de Belastingdienst. Hierdoor kunnen de voorwaarden van het cafetariamodel door de tijd heen wijzigen.
De regeling is van toepassing op alle medewerkers (tijdelijk en vast) van de gemeente Noordenveld, inclusief de vrijwilligers bij de brandweer. Een medewerker moet wel een aanstelling hebben van minimaal één jaar (bij de fietsregeling een vaste aanstelling).
Omdat door de deelname het belastbare inkomen wordt verlaagd, heeft de deelname ook gevolgen voor het pensioengevend inkomen. Een voorbeeld: als het belastbare inkomen door de deelname aan het cafetariamodel met € 150 wordt verlaagd, wordt het pensioengevend inkomen ook verlaagd met € 150. Dit houdt in dat je in dat geval per jaar € 3,08 (bruto) minder aan pensioen opbouwt (2,05% van € 150).
Wanneer het brutosalaris wordt ingezet om een bestedingsmogelijkheid te financieren, heeft dat ook gevolgen voor salaris gerelateerde toelagen. Door de verlaging van het brutosalaris moet je rekening houden met een verlaging van de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering, de levensloopbijdrage en toeslagen zoals de toelage onregelmatige dienst. Voorbeeld: je zet € 100 van het brutosalaris in voor de financiering van een doel. Het brutosalaris wordt hierdoor € 100 lager. Maar ook bouw je minder vakantietoeslag (€8), levensloopbijdrage (€1,50) en eindejaarsuitkering (€ 6) op. Als je deze effecten wilt voorkomen, kunt je beter kiezen voor de inzet van andere bronnen.
1) zie artikel 5 lid 2 van de regeling cafetariamodel gemeente Noordenveld
Storting levensloop: bij het inzetten van vakantie-uren wordt hier het uurloon van januari van het lopende jaar gehanteerd. Dus verkopen van verlofuren voor het jaar 2009 tegen het uurloon van januari 2009. Het bruto bedrag wordt netto in de levensloopregeling gestort, waarbij bij het opnemen van levensloopverlof de loonheffing en premies worden verrekend.
SalarisEen deel van het salaris kan ingezet voor:
Een medewerker kan niet zijn volledige salaris inzetten. Het is wettelijk verplicht dat hij maandelijks altijd het wettelijk minimumloon krijgt uitbetaald.
Vakantietoelage Een medewerker kan niet zijn volledige vakantietoelage inzetten. Het is wettelijk verplicht dat hij altijd de vakantietoelage op basis van het wettelijk minimumloon krijgt uitbetaald. Voor 2008 is dit € 1.302,34 bij een volledig dienstverband. Alles daar boven kan worden ingezet in het kader van het cafetariamodel. Dit is in 2008, bij een volledig dienstverband, minimaal: € 411,02 per maand (nl. € 1.713,36 - € 1.302,34).
Eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage Een medewerker kan zijn volledige eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage inzetten.
FietsOm voor deze vergoeding in aanmerking te komen moet een medewerker de fiets méér dan de helft van zijn werkdagen gebruiken voor het woon-werkverkeer. Je hoeft hierbij niet de hele afstand tussen huis en werk met de fiets af te leggen. Je mag, bij gebruik van openbaar vervoer, van en naar het station fietsen. (“Fietsregeling gemeente Noordenveld”).
Storting in levensloop Alle genoemde bronnen in artikel 4 kunnen worden gebruikt met al eerder genoemde voorwaarden (hoofdstuk 6a van de CAR-UWO).
Reiskosten woon-werkverkeer (nieuw) In het kader van het cafetariamodel kan een medewerker voor de reiskosten woon-werkverkeer (auto / fiets / openbaar vervoer / te voet) zijn eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage en (eventueel) vakantietoelage (zie artikel 5 lid 2 van de regeling) inzetten.
Berekening hoogte reiskosten woon-werkverkeer Voor de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer mag de werkgever een vaste vergoeding geven voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van 206 werkdagen per jaar verstrekken bij een vijfdaagse werkweek. Is een medewerker gedurende het jaar langer dan 30 dagen ziek geweest? Dan dient het totaal aan ziektedagen in mindering gebracht te worden op de 206 werkdagen. Dit geldt eveneeens voor een medewerker, die 5 dagen in de week werkt. Werk je op minder dagen dan worden werk- en ziektedagen naar verhouding verminderd. De Belastingdienst gaat er wel vanuit dat de medewerker ook daadwerkelijk op minimaal 70% van zijn werkdagen naar zijn werk heeft gereisd. De hoogte van de vergoeding bereken je als volgt: de afstand naar je werk en terug vermenigvuldigen met € 0,19 per km en tot slot vermenigvuldigen met 206 dagen als je 5 dagen werkt. De overigen weer naar verhouding. De afstand wordt bepaald aan de hand van www.routenet.nl, waarbij je de optie “kortste route” moet gebruiken. Medewerkers die een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer ontvangen, moeten deze vergoeding in mindering brengen op de uitkomst van de berekening.
Bijvoorbeeld: Een medewerker woont 30 km van zijn werk en werkt 5 dagen per week. De maximale tegemoetkoming waarvoor hij bronnen in kan zetten, bedraagt dan: 30 * 2(heen en terug) * € 0,19 per km = € 11,40 per dag * 206 dagen per jaar = € 2.348,40.
Voor een parttimer die 3 dagen per week werkt, ziet de maximale tegemoetkoming er als volgt uit: 30 * 2 (heen en terug) * 0,19 per km = € 11,40 * 124 dagen per jaar (3/5 * 206 dagen) = € 1.413,60
Of de medewerker deze bedragen ook daadwerkelijk kan omruilen, zal afhangen of er voldoende bronnen beschikbaar zijn om ingezet te kunnen worden voor woon-werkverkeer.
Vergoeding vakbondscontributie In het kader van het cafetariamodel kan een medewerker een deel van zijn eindejaarsuitkering of de levensloopbijdrage inzetten voor de vergoeding vakbondscontributie. Een verklaring van de vakbond moet wel bij de aanvraag ingeleverd worden of betalingsbewijzen van de maandelijkse contributie.
Kopen van vakantie-uren tegen salaris Bij het kopen van vakantie-uren wordt het uurloon van januari van het lopende jaar gehanteerd. Dus kopen van verlofuren voor het jaar 2009 tegen het uurloon van januari 2009. Maximaal aantal te kopen vakantie-uren is 2x je aanstellingsomvang.
Salaris Bij het inzetten van salaris voor vakantie-uren wordt het uurloon van januari van het lopende jaar gehanteerd. Dus kopen van verlofuren voor het jaar 2009 tegen het uurloon van januari 2009. De inzet wordt gezien als negatief loon, waarover je loonheffing en pseudo ww-premie terugbetaald krijgt.