Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenparticipatie |
Citeertitel | Verordening Cliëntenparticipatie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | Onbekend | 24-09-2009 Onbekend | Onbekend |
Artikel 2. Instellen en in stand houden cliëntenplatform
Cliëntenparticipatie WSW heeft de volgende doelstellingen:
Het bewerkstelligen dat WSW-gerechtigden bij het gemeentelijk beleid en visie inzake de uitvoering van de WSW vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid, zoals door het Algemeen Bestuur van Promen vastgesteld.
Artikel 3. Leden van het cliëntenplatform
De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.
Artikel 4. Benoeming van de leden
Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap
Artikel 6. Periodiciteit van de vergaderingen
Artikel 8. Ambtelijk secretaris
Artikel 10. Adviezen cliëntenplatform
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009. Per gelijke datum wordt de Verordening Cliëntenparticipatie Krimpen aan den IJssel 2005 ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Cliëntenparticipatie.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 24 september 2009.
De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie
Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.
De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.
De Wet werk en bijstand en cliëntenparticipatie
Op grond van artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen over de wijze waarop de uitkeringsgerechtigden, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a van de WWB, betrokken worden bij de uitvoering van de WWB. In deze verordening dient in ieder geval geregeld te worden, de wijze waarop:
Verordening cliëntenparticipatie
Met een verordening cliëntenparticipatie wordt invulling gegeven aan de in artikel 47 WWB en artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie Krimpen aan den IJssel 2005. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als Verordening Cliëntenparticipatie door het leven gaan.
De artikelen spreken voor zich.
Artikel 2. Instellen en in stand houden van een cliëntenplatform
Het doel van cliëntenparticipatie is dat belanghebbenden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van sociale zaken. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam het cliëntenplatform.
Het college laat zich omtrent de opstelling en de uitvoering van het lokale gehandicapten-beleid adviseren door het Platform gehandicaptenbeleid. Daarom wordt dit beleidsterrein niet tot de werkingssfeer van het cliëntenplatform gerekend.
Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met het Cliëntenplatform gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.
Artikel 3. Leden van het cliëntenplatform
De omschrijving van wie tot de leden van het cliëntenplatform kunnen worden gerekend staat beschreven in artikel 1.
Mede ingegeven door het feit dat het bijzonder lastig is voldoende gegadigden voor dit overleg aan te trekken, staat een ruime uitleg van het begrip “maatschappelijke organisaties” voor ogen. In dat licht bezien staat het bijvoorbeeld de lokale kerken vrij een vertegenwoordiger af te vaardigen, evenals andere maatschappelijke organisaties.
Mocht deze ruime uitleg in de toekomst leiden tot een overschrijding van het maximale aantal deelnemers, dan zal in overleg met het cliëntenplatform een nader standpunt over het begrip “hun vertegenwoordigers” worden ingenomen.
Namens de gemeente zal de directeur van de afdeling samenleving in het cliëntenplatform zitting nemen. Waar nodig of gewenst zal de betreffende wethouder op uitnodiging ook bij de vergadering aanwezig zijn.