Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels over computerproject (4.22) |
Citeertitel | Beleidsregels computerproject minima 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2009 | 01-01-2010 | Nieuwe regeling | 12-05-2009 Haaksberger Koerier, 10-06-2009 | Onbekend |
Onderwerp: Beleidsregels over computerproject
Deze beleidsregels geven aan onder welke voorwaarden minima in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand in de vorm van een computer.
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;
wettelijke basis: bepalingen van de Wet werk en bijstand (artikel 35, vijfde lid) en de Algemene wet bestuursrecht
Daarnaast wordt in deze beleidsregels verstaan onder:
schoolgaand kind: een ten laste komend inwonend kind in de leeftijdvan 5 jaar tot en met 17 jaar, dat het basis- of voortgezet onderwijs volgt of binnenkort gaat volgen en (nog) geen recht heeft op een uitkering ingevolge de Wet Studiefinanciering (WSF 18+).
Als peildatum geldt de datum van 1 juli 2009 waarop het kind ouder dan 5 jaar en jonger dan 18 jaar dient te zijn;
Het college kan aan het gezin éénmalig bijzondere bijstand toekennen voor de aanschaf van maximaal één computer. Deze computer is bedoeld voor één of meerdere schoolgaande kinderen.
De in artikel 2 bedoelde bijstand kan slechts worden toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
het inkomen van de aanvrager dient in ieder geval in de laatste 36 maanden voorafgaande aan de bijstandsaanvraag gelijk te zijn of minder te bedragen dan 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Indien de periode van 36 maanden, zoals hiervoor genoemd, wordt onderbroken met een periode waarin een hoger inkomen wordt genoten, dan wordt de periode voor de beoordeling of men aanspraak kan maken op bijstand als volgt vastgesteld:
Geen bijstand als bedoeld in artikel 2 wordt toegekend aan de aanvrager van wie, naar het oordeel van het college, kan worden aangenomen dat het bestedingspatroon een beletsel vormt voor een duurzame oplossing van de financiële positie van de aanvrager.