Organisatie | Zuidplas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beloningsregeling |
Citeertitel | Beloningsregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
CAR/UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-08-2010 | nieuwe regeling | 08-06-2010 Hart van Holland | B10.000548 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Aanstelling : ambtelijke kennisgeving van de (eenzijdige) benoeming van ambtenarenArbeidsovereenkomst : Een mondelinge of schriftelijk (tweezijdig) vastgelegde overeenkomst waarbij de medewerker zich verbindt om in dienst van de werkgever tegen een bepaald loon, arbeid te verrichten onder gezag van de werkgever.CAR/UWO : de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zuidplas, zoals vastgelegd en gewijzigd in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en UitwerkingsovereenkomstBetrekking : de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWOBezoldiging : de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR/UWOConversie : de vertaling van de d.m.v. functiewaardering gevonden rangorde naar salarisschalenFeitelijke indiensttreding : De datum waarop de werknemer daadwerkelijk begint met werkenMaximumsalaris : het hoogste bedrag van een salarisschaalMedewerker : de medewerker in de zin van de artikelen 1:1, 1:2 en 1:2:1 van de CAR/UWOOverwerk : het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR/UWO.Passende en gangbare arbeid : Een functie waarvoor een werk- en denkniveau nodig is, die de medewerker in verband met zijn competenties, opleiding en ervaring in redelijkheid kan worden opgedragen. Personeelsbeoordeling : is een document waarin het oordeel van een leidinggevende wordt gegeven over kenmerken, gedrag of resultaten van een werknemer Salaris : het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR/UWOSchaal : de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR/UWOUurloon : het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de CAR/UWOVergadering : Bijeenkomst met een objectief vaststelbaar begin- en eindtijdstipVolledige betrekking : de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO (een werkweek van 36 uur)Zeefdienst : het verwerken van externe meldingen over ongewenste situaties ten aanzien van de openbare voorzieningen en het rioleringsstelsel
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Artikel 4 Onvolledige betrekking
Het salaris van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking op basis van 36 uren per week.
De salarissen van de medewerkers van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO.
Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris
De periodieke verhogingen worden toegekend aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt. Dit voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling met een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar. Voor de werknemer die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is, is de eerste verhoging een jaar na aanvang van de overeenkomst.
Artikel 8 Geen periodieke verhoging
Indien een medewerker voorafgaande aan zijn periodiekdatum een half jaar of langer door volledige arbeidsongeschiktheid of afwezigheid niet is staat was/is zijn werkzaamheden (conform de functiebeschrijving) uit te oefenen, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.
Indien een medewerker voorafgaande aan zijn periodiekdatum een half jaar of langer door volledige arbeidsongeschiktheid of afwezigheid niet is staat was/is zijn werkzaamheden (conform de functiebeschrijving) uit te oefenen, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.
Artikel 9 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de medewerker het salaris in de nieuwe schaal als volgt vastgesteld:a. Het verschil tussen het nieuwe en het oude salarisbedrag bedraagt tenminste 75% van het verschil tussen het oude salarisbedrag en het naasthogere bedrag in de oude schaal.b. Wanneer de medewerker het maximum van de schaal heeft bereikt bedraagt het verschil tenminste 75% van het oude salarisbedrag en het naastlagere bedrag in de oude schaal. Voor inpassing in de nieuwe schaal geldt de anciënniteit die direct volgt op het verkregen bedrag uit de hierboven genoemde berekening.
Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning/gratificaties
Aan de medewerker kan een gratificatie worden toegekend zoals bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO vanwegea. zeer goed of uitstekend functioneren of presteren; b. het inzetten van competenties, waarbij het resultaat van de inzet en aantoonbaar gedrag boven de verwachting uitstijgt;c. zeer brede inzetbaarheid;
Artikel 14 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal
Aan een medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR/UWO worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren zeer goed/uitstekend heeft gefunctioneerd, blijkende uit meerdere personeelsbeoordelingen.
Hoofdstuk 4 Toelage bereikbaarheid en beschikbaarheid
Artikel 17 Algemene bepalingen toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten
Aan de medewerker, die in een lagere schaal is geplaatst dan schaal 13, en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR/UWO zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
Artikel 18 Vergoeding bereikbaarheid en bechikbaarheid storings- en zeefdienst en milieuwerkzaamheden
Medewerkers met een functie zoals genoemd in bijlage II dienen bij toerbeurt buiten hun normale werktijden bereikbaar en beschikbaar te zijn voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden ten aanzien van het rioleringsstelsel of overige openbare voorzieningen (de zogenaamde storingsdienst), voor het verwerken van externe meldingen over ongewenste situaties ten aanzien van de openbare voorzieningen en het rioleringsstelsel (de zogenaamde zeefdienst) en voor milieuwerkzaamheden.
De vergoeding is gebaseerd op het uurloon van het maximum salaris van schaal 5. De vergoeding bedraagt voor de uren op maandag t/m vrijdag 5% van het uurloon en voor de uren op zaterdag, zondag en feestdagen (zoals bepaald in artikel 1 van de Regeling Arbeidsduur, werktijden en verlof) 10% van het uurloon.
Artikel 19 Vergoeding bereikbaarheid en beschikbaarheid brugwachter
Bediening van de bruggen geschiedt in de periode van 1 april tot 1 oktober. Een dienst vangt aan op vrijdag 16.00 uur en eindigt op de zondag daarop volgend om 17.00 uur. De dienst wordt onderbroken van vrijdag 19.00 uur tot zaterdag 10.00 uur en van zaterdag 17.00 uur tot zondag 14.00 uur. Een standaard dienst omvat 13 uur buiten de normale werktijd.
De vergoeding is gebaseerd op het uurloon van het maximum salaris van schaal 5. De vergoeding bedraagt voor de uren op vrijdag 5% van het uurloon en voor de uren op zaterdag, zondag en feestdagen (zoals bepaald in artikel 1 van de Regeling Arbeidsduur, werktijden en verlof) 10% van het uurloon. Daarnaast wordt de toelage verhoogd op grond van het gestelde in artikel 17 lid 2.
Artikel 20 Vergoeding bereikbaarheid en beschikbaarheid rampen
De vergoeding wordt gegeven voor de buiten de voor de medewerker geldende werktijden gelegen uren en bedraagt voor de uren op maandag t/m vrijdag 5% en voor de uren op zaterdag, zondag en feestdagen (zoals bepaald in artikel 1 van de Regeling Arbeidsduur, werktijden en verlof ) 10% van het uurloon van de medewerker.
Hoofdstuk 5 Overige vergoedingen en toelagen
Artikel 24 Toelage onregelmatige dienst
De toelage onregelmatige dienst, zoals verder omschreven in artikel 3:3 van de CAR/UWO, bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris per uur en wel:a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;b. 40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;c. 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;d. 75% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR/UWO. Met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximumsalaris van schaal 6.
a. Op basis van de mate waarin en de frequentie waarmee de bezwarende omstandigheid zich voordoet worden de volgende categorieën onderscheiden:Categorie 1: de bezwarende omstandigheid doet zich dagelijks enkele malen voor.Categorie 2: de bezwarende omstandigheid doet zich dagelijks meerdere keren voor.Categorie 3: de bezwarende omstandigheid doet zich dagelijks gedurende vrijwel de hele dag voor.b. In het overzicht van functies in bijlage II is aangegeven tot welke categorie een functie behoort.
a. De basistoelage bedraagt 5% van het salaris per uur dat is afgeleid van het maximumsalaris van schaal 4 (parttimers naar rato).b. De hoogte van de toelage bedraagt; Voor een functie in categorie 1: 33,3% van de basistoelage.Voor een functie in categorie 2: 66,6% van de basistoelage. Voor een functie in categorie 3: 100% van de basistoelage.
Bij de medewerker aan wie een toelage is toegekend, zoals bedoeld in artikelen 18, 19, 22, 24 en 25, en deze toelage wordt buiten zijn toedoen blijvend verminderd of beëindigd, wordt een afbouwtoelage toegekend, indien:a. die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, en b. de medewerker de toelage gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
Aan een medewerker van 55 jaar of ouder wordt een vaste toelage toegekend indien de toelage zoals bedoeld in lid 1, buiten zijn toedoen om wordt beëindigd of een blijvende vermindering ondergaat. Onder voorwaarde dat de medewerker de toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van bedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De medewerker die om dienstredenen niet in staat is thuis de avondmaaltijd te genieten krijgt van gemeentewege een maaltijd verstrekt. Indien een verstrekking van gemeentewege niet mogelijk is wordt een maaltijd vergoed conform de Reisregeling Binnenland van het rijk. De vergoeding/verstrekking wordt begrensd door de terzake geldende fiscale beperkingen.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 29 Werkingsfeer ABP en opbouw vakantietoelage
Alle in deze regeling genoemde toelagen en vergoedingen, uitgezonderd de vergoedingen genoemd in artikel 11, 12, 23, 24, 27 en 28 vallen onder de werking van het ABP. Voor de opbouw van vakantietoelage is artikel 3:1 lid 2 sub c en artikel 6:3 lid 2 van de CAR/UWO van toepassing.
Indien op grond van deze regeling de bezoldiging, overige toelagen of vergoedingen van een medewerker, die op de ingangsdatum van deze regeling in dienst is, in negatieve zin wijzigt, behoudt de medewerker zijn oorspronkelijke aanspraken, voor zolang de omstandigheden waarop deze aanspraken zijn gebaseerd niet wijzigen.
Bijlage I inzake Richtlijnen Bewust Belonen en bijlage II inzake Functienamen zijn onlosmakelijk verbonden aan deze regeling.
Artikel 6 Toepassing salarisbedragenIn lid 2 van dit artikel wordt de directe relatie gelegd tussen de uitkomsten van de generieke functiewaardering en het inschalingsniveau. Dit betekent dat uitsluitend sprake is van een functionele schaal en dat er geen sprake is van een aanloop- en uitloopschaal. Een afwijking op de functionele inschaling is alleen mogelijk indien de medewerker (nog) onvoldoende functioneert (lid 2) dan wel (nog) niet voldoet aan de functie-eisen (lid 4). Een plaatsing in de functionele schaal zal afhankelijk zijn van het moment waarop de beperkingen zijn opgeheven. Het is de intentie om dit z.s.m. als aan de functie-eisen wordt voldaan te laten ingaan. Als bijvoorbeeld een opleiding die nodig is om op het vereiste functieniveau te komen drie jaar duurt, kan de functionele inschaling ook zo lang uitgesteld worden. Duurt de opleiding maar een half jaar, dan kan functionele inschaling al na een half jaar volgen.
Artikel 8 Geen periodieke verhogingIn lid 2 is gekozen voor de termijn van 6 maanden omdat deze aansluit bij de termijn waarna ook rechtspositioneel (in geval van ziekte) de bezoldiging wordt gekort. De medewerker zal binnen een redelijke termijn voor de ingangsdatum worden geïnformeerd over dit besluit.
Artikel 9 Salaris bij bevordering naar hogere schaalDit artikel heeft betrekking op de situatie dat de medewerker in een hogere schaal wordt ingeschaald, zonder dat hij van functie wijzigt. Als de medewerker wel een andere betrekking krijgt, is sprake van ontslag-aanstelling en wordt betrokkene ingeschaald conform het inschalingsbeleid dat bij aanstelling geldt (zie ook de artikelen 2 t/m 6 van deze regeling en artikel 3:1:1 van de CAR/UWO).
Artikel 11 GratificatieDit artikel heeft betrekking op incidentele beloningsvormen, hetzij in tijd, hetzij in geld. Door heldere richtlijnen binnen een ruime differentiatie in beloningsmogelijkheden (zie bijlage 1 van deze regeling), wordt bevorderd dat gemakkelijk ‘boter-bij-de-vis’ gratificaties kunnen worden uitgedeeld. Zie voor verdere uitwerken ook de beleidsnotitie ‘bewust belonen’.
Artikel 12 Gratificatie bij ambtsjubileumBinnen deze gemeente wordt de standaardregeling t.a.v. ambtsjubilea gevolgd. Voor de bepaling van overheidsjaren wordt de Rijksregeling gevolgd. Bij de berekening van de gratificatie wordt rekening gehouden met deeltijdfactoren. Een medewerker die bijvoorbeeld na 23 jaar voltijd te hebben gewerkt, 18 uur wil gaan werken zou bij zijn 25-jarig ambtsjubileum een gratificatie op basis van 18 uur krijgen. Artikel 12 lid 2 biedt hiervoor compensatie. De gratificatie bedraagt in dit voorbeeld 23/25 van zijn voltijd bezoldiging en 2/25 van zijn deeltijd bezoldiging maal het desbetreffende percentage.
Artikel 13 Tijdelijke persoonlijke toelageHet toekennen van een persoonlijke toelage is in principe een vorm van flexibele beloning en dus tijdelijk. Als gekozen wordt voor een vast bedrag in plaats van een percentage, volgt dit vaste bedrag wel de algemene salarisaanpassingen.
Artikel 15 ArbeidsmarkttoelageBij het toekennen van een toelage om een medewerker voor de organisatie te behouden wordt een zorgvuldige afweging gemaakt, het behoud van de een kan wel eens in het vertrek van de ander betekenen. Als gekozen wordt voor een vast bedrag in plaats van een percentage, volgt dit vaste bedrag wel de algemene salarisaanpassingen.
Artikel 17 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenIndien bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten worden opgedragen aan personen die niet in dienst zijn van onze gemeente, dan worden hierover individuele afspraken gemaakt welke schriftelijk worden vastgelegd (denk hierbij aan brugwachters zonder aanstelling).
Artikel 18 Vergoeding bereikbaarheid en beschikbaarheid storings- en zeefdienst en milieuwerkzaamhedenIn de storingsdienst zijn medewerkers van de buitendienst ondergebracht, die buiten kantooruren kunnen worden opgeroepen om spoedeisende werkzaamheden te verrichten. De oproep kan worden gegeven door een medewerker van de zeefdienst, dan wel automatisch via semafoon door een van de pompinstallaties. De dienstdoende medewerker van de zeefdienst is buiten kantooruren het eerste aanspreekpunt van de gemeente op het gebied van openbare voorzieningen. Hij beoordeelt de binnenkomende meldingen op urgentie en komt eventueel in actie. Hij kan hierbij zo nodig de storingsdienst of externen inschakelen. Het participeren in de zeefdienst is functiegebonden en vrijwillig. Vanwege de niet-functiegebondenheid en het vrijwillige karakter is er voor gekozen om de vergoeding niet te relateren aan het salaris van de medewerker, maar voor iedere medewerker gelijk te stellen. Indien de milieuagent wordt belast met bereikbaarheids-diensten, ontvangt hij daarvoor een vergoeding op grond van lid 2.
Artikel 19 Vergoeding bereikbaarheid en beschikbaarheid brugwachterIn lid 4 van dit artikel wordt gesproken over ‘directe omgeving’. Hierover maken leidinggevende en betrokkene nadere afspraken.
Artikel 20 Vergoeding bereikbaarheid en beschikbaarheid rampenDe medewerker die is opgenomen op de “bellijst” van het Rampenplan wordt in zijn privé-situatie niet wezenlijk beperkt in zijn bewegings- of handelingsvrijheid. Er is voor hem derhalve geen sprake van een beschikbaarheids- en bereikbaarheidsdienst. In bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer gedurende een langere periode sprake is van een reële dreiging van een ramp, kan het college besluiten de handelings- en/of bewegingsvrijheid te beperken, zie lid 3.Lid 3 kan ook betrekking hebben op de beloning van de ambtenaar rampenbestrijding. Afhankelijk van de precieze invulling van deze functie, kunnen voor de ambtenaar rampenbestrijding aanvullende afspraken worden gemaakt.
Artikel 22 Toelage begraafplaatsLid 1: De noodzakelijke aanwezigheid voor een begrafenis op zaterdag wordt in principe enkele dagen hieraan voorafgaand aan de medewerker doorgegeven. De toelage wordt toegekend voor het feit dat de medewerker beschikbaar dient te zijn en hierdoor beperkt wordt in het maken van privé-afspraken.
Artikel 23 OverwerkvergoedingDe vergoeding bestaat uit verlof (tijd voor tijd) plus een bedrag dat voor die uren wordt berekend volgens artikel 3:2:1 van de CAR/UWO. Als er geen verlof wordt verleend geldt een vergoeding volgens artikel 3:2:1 lid 4 van de CAR/UWO.
Artikel 28 Preventie- en reïntegratievergoedingOnder noodzakelijke kosten worden kosten bedoeld om zaken aan te schaffen die een eerdere werkhervatting tot gevolg hebben. Ook de inzet van bedrijfspsychologen, personal coaches etc. valt onder de werking van dit artikel.
Artikel 29 Werkingssfeer ABP en opbouw vakantietoelageDe doorwerking van de ABP-premies in de vergoedingen is een voorschrift van het ABP.Op LOGA-niveau is bepaald, dat vergoedingen nooit meetellen in de eindejaarsuitkering.
Artikel 30 GarantiesDe mogelijkheid bestaat dat op grond van de nieuwe regeling in individuele situaties de medewerker er financieel op achteruit gaat. Dit artikel biedt hiertegen een garantie op basis van het Sociaal Statuut.