Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lopik

Verordening Wmo-raad Lopik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLopik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wmo-raad Lopik
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwmo, maatschappelijke, ondersteuning, ouderen, clientenparticipatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-10-2013nieuwe regeling

26-01-2010

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wmo-raad Lopik

<vet>Verordening Wmo-raad Lopik</vet>

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

gehoord hebbende de inspraakreactie in deze raadsvergadering;

overwegende dat het wenselijk is de vorm van cliëntenparticipatie bij de Wet maatschappelijke ondersteuning vast te leggen;

gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

<vet>b e s l u i t :</vet>- - - - - - - -

de navolgende Verordening Wmo-raad Lopik vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wmo-platform Lopik.

Artikel 1  

<vet>Artikel 1. Begripsbepalingen</vet>In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    <onderstreept>College</onderstreept>: het college van burgemeester en wethouders van Lopik.

  • b.

    <onderstreept>Gemeenteraad</onderstreept>: de gemeenteraad van de gemeente Lopik.

  • c.

    <onderstreept>Wmo</onderstreept>: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • d.

    <onderstreept>Representatieve organisaties</onderstreept>: Plaatselijke en regionale pati&#xEB;nten-, gehandicapten- en cli&#xEB;nten organisaties, organisaties van mantelzorgers, organisaties van dak- en thuislozen, organisaties van ouderen, organisaties van jongeren en andere vertegenwoordigers van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, die naar het oordeel van het college representatief zijn.

  • e.

    <onderstreept>Wmo-raad</onderstreept>: een adviesorgaan dat bestaat uit (toekomstige) vragers en vertegenwoordigers van representatieve organisaties van vragers, met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening.

  • f.

    <onderstreept>Prestatievelden</onderstreept>: de negen in de Wet maatschappelijke ondersteuning voorgeschreven prestatievelden waarop de gemeente moet aangeven welke doelen en resultaten zij wil bereiken.

Voor zover niet anders is bepaald, worden de begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

<vet>Artikel 2. Doelstellingen</vet>Het gevraagd en ongevraagd adviseren van het gemeentebestuur aangaande alle zaken die de maatschappelijke ondersteuning betreffen en daarmee mede het lokale Wmo beleid en de uitvoering te bepalen. Daarnaast het bevorderen van de maatschappelijke participatie door burgers met een functiebeperking in de gemeente Lopik.

<vet>Artikel 3. Taken </vet>

  • 1.

    De Wmo-raad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over ontwerpbeleidsplannen in het kader van de prestatievelden Wmo, zoals aangegeven in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de uitvoering daarvan.

  • 2.

    De negen prestatievelden zijn:a. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;b. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden;c. het geven van informatie, advies en cli&#xEB;ntondersteuning;d. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;e. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;f. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;g. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;h. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;i. het bevorderen van verslavingsbeleid.

  • 3.

    De Wmo-raad is alert op ontwikkelingen en knelpunten bij de uitvoering van de Wmo en geeft deze signalen door aan het college.

  • 4.

    De Wmo-raad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over de werkterreinen, die verwant zijn met de maatschappelijke ondersteuning. Hiertoe worden met name gerekend:a. welzijn en volksgezondheid; b. wonen, huisvesting en ruimtelijke ordening; c. woonomgeving en veiligheid; d. verkeer en vervoer; e. vrijetijdsbesteding en sport;f. communicatie.

Er zal regelmatig overleg plaatsvinden tussen de gemeente en de Wmo-raad over prioriteiten van bovenstaande Wmo-werkterreinen.

<vet>Artikel 4. Samenstelling Wmo-raad</vet>

  • 1.

    De Wmo-raad bestaat uit vertegenwoordigers van bij de Wmo prestatievelden betrokken belangenorganisaties en/of doelgroepen en daarnaast deskundigen op persoonlijke titel.

  • 2.

    De leden van de Wmo-raad hebben in principe zitting voor een periode van vier (4) jaar. In overleg kan tot verlenging van de zittingsperiode worden besloten.

  • 3.

    De Wmo-raad wordt voorgezeten door een voorzitter. Kandidaten voor deze functie worden voorgedragen door de Wmo-raad en benoemd door het college.

  • 4.

    De Wmo-raad kiest uit haar midden een vice-voorzitter, secretaris en penningmeester.

<vet>Artikel 5. Wmo-raad en gemeente(bestuur) Lopik</vet>

  • 1.

    Het college vraagt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip advies dat dit advies van invloed kan zijn op te nemen besluiten (maar tenminste 2 weken voorafgaand aan besluitvorming).

  • 2.

    Het college vraagt de Wmo-raad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, voor zover deze van invloed zijn op de prestatievelden van de Wmo.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van het college advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening zal een en ander achteraf in de raad ter discussie worden gesteld.

  • 4.

    Wanneer de Wmo-raad besluit een gevraagd advies niet uit te brengen, wordt dit besluit binnen 8 dagen meegedeeld aan het college met opgave van redenen van dit besluit.

  • 5.

    De Wmo-raad zendt een kopie van haar advies aan het college naar de gemeenteraad. Wanneer het college in haar voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.

  • 6.

    Het college voorziet de leden van de Wmo-raad van voldoende informatie om voornemens tot beleid en uitvoering te kunnen beoordelen en daarover te kunnen adviseren.

  • 7.

    De agenda&#x2019;s van de commissie- en raadsvergaderingen worden de Wmo-raad toegezonden.

  • 8.

    Tussen het college (in de persoon van de portefeuillehouder) en de Wmo-raad vindt minimaal 2 x per jaar een structureel overleg plaats, waarvoor beide partijen onderwerpen kunnen agenderen. Van dit overleg en de daarin gemaakte afspraken wordt een verslag gemaakt.

  • 9.

    Het functioneren van de Wmo-raad wordt jaarlijks door de leden van de Wmo-raad ge&#xEB;valueerd. Tijdens deze evaluatie worden in ieder geval de effecten van de uitgebrachte adviezen van de Wmo-raad ge&#xEB;valueerd.

  • 10.

    De Wmo-raad rapporteert &#xE9;&#xE9;n keer per jaar over de activiteiten van de Wmo-raad. Deze rapportage wordt samenvattend opgenomen in het jaarverslag respectievelijk jaarplan ten behoeve van het college. Zowel in de evaluatie, als in het jaarverslag van de Wmo-raad, wordt aandacht besteed aan de representativiteit van de Wmo-raad.

<vet>Artikel 6. Besluitvorming</vet>

  • 1.

    De leden van de Wmo-raad hebben stemrecht, ieder &#xE9;&#xE9;n stem.

  • 2.

    Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal opgeroepen leden vereist.

  • 3.

    De besluiten van de Wmo-raad worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Wanneer de stemmen staken geeft de Wmo-raad een verdeeld advies.

  • 4.

    In de adviezen van de Wmo-raad worden ook eventuele minderheidsstandpunten vermeld. Meerderheids- en minderheidsstandpunten worden daarbij met aantallen vermeld.

<vet>Artikel 7. Wmo-raad en inwoners gemeente Lopik</vet>

  • 1.

    De Wmo-raad kan een breed overleg en/of hoor- en inspraakbijeenkomsten met alle kerkelijke-, maatschappelijke-, culturele-, cli&#xEB;nten-, pati&#xEB;ntengroeperingen en voor inwoners binnen de gemeente Lopik organiseren. Voor deze bijeenkomsten wordt ook het gemeentebestuur uitgenodigd.

  • 2.

    Individuele klachten worden door de Wmo-raad niet in behandeling genomen. Indien echter de aard van de klacht betrekking kan hebben op een groep, wordt de klacht, na te zijn ontdaan van eventueel tot de persoon herleidbare gegevens, als signaal van mogelijk probleem op het terrein van de uitvoering van de Wmo behandeld en verwerkt in een advies.

<vet>Artikel 8. Vergadering </vet>

  • 1.

    De voorzitter roept de Wmo-raad in vergadering bijeen. De Wmo-raad vergadert zo vaak als het door de voorzitter nodig geacht wordt, c.q. in het kader van de advisering aan het college nodig is, maar tenminste 4 x per jaar.

  • 2.

    Op voorstel van minimaal de helft van de leden van de Wmo-raad kan een vergadering uitgeschreven worden.

  • 3.

    De leden van de Wmo-raad worden zo veel mogelijk tenminste 14 dagen v&#xF3;&#xF3;r een vergadering uitgenodigd en ontvangen dan de stukken. De voorzitter draagt hiervoor de zorg.

  • 4.

    De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar, tenzij zaken (moeten) worden besproken, die onontkoombaar te herleiden zijn naar individuele personen.

  • 5.

    De voorzitter kan bepalen dat onderwerpen in besloten vergadering worden behandeld. Op voordracht van minimaal de helft van de aanwezige leden kan eenzelfde besluit worden genomen.

  • 6.

    Leden van de Wmo-raad kunnen in overleg met de voorzitter deskundigen uitnodigen voor vergaderingen of desgewenst derden raadplegen over aangelegenheden waar zij als lid van de Wmo-raad mee te maken krijgen.

<vet>Artikel 9. Faciliteiten </vet>

  • 1.

    De gemeenteraad stelt aan de Wmo-raad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmo-raad redelijkerwijze in staat kan worden gesteld om haar taken, in het kader van de uitvoering van deze verordening, adequaat uit te voeren.

  • 2.

    Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende kosten inbegrepen:- deskundigheidsbevordering;- documentatie;- vergaderkosten;- kosten voor het breed overleg en/of hoor- en inspraakbijeenkomsten, zoals bedoeld in artikel 7;- public relations; - compensatie van eventuele fysieke beperkingen van deelnemende leden ten behoeve van deelname aan de Wmo-raad, voor zover daarin niet op een andere wijze is voorzien (bijvoorbeeld een doventolk).

  • 3.

    De middelen als bedoeld in het tweede lid van dit artikel worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting. Indiening van zowel de begroting, als het financieel verslag, zal de voorschriften volgen overeenkomstig de subsidieverordening Welzijn, gemeente Lopik, 2005.

  • 4.

    De gemeente ondersteunt de Wmo-raad in 2010 nog door het beschikbaar stellen van een notulist(e) en vanaf 2011 via een budget voor het aantrekken van een eigen notulist(e).

  • 5.

    De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-raad. De contactambtenaar woont op verzoek van de Wmo-raad een (gedeeltelijke) vergadering bij.

  • 6.

    Voor niet reguliere activiteiten kan de Wmo-raad bij het college subsidie aanvragen op basis van projectsubsidie.

<vet>Artikel 10. Slotbepalingen </vet>

  • 1.

    De Wmo-raad kan klachten met betrekking tot de uitvoering van deze verordening schriftelijk indienen bij het college.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na advies van de Wmo-raad te hebben gevraagd op dit onderdeel.

  • 3.

    Uiterlijk twee jaar nadat deze verordening in werking is getreden, evalueert het college het functioneren van de Wmo-raad. Zonodig kan de verordening worden aangepast op basis van de uitgevoerde evaluatie.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als &#x201C;Verordening Wmo-raad Lopik&#x201D;.

  • 5.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 26 januari 2010.

de griffier, de voorzitter,

 

Mw. MR. G.M.G. DOLDERS Mw. MR. R.G. WESTERLAKEN-LOOS