Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brummen

Fietsregeling 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrummen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFietsregeling 2007
CiteertitelFietsregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

B&W van Brummen hebben op 16 december 2014 in het kader van de per 1 januari 2015 verplichte invoering van de werkkostenregeling (WKR) besloten om per 1 januari 2015 de onbelaste vergoedingen in het kader van de fietsregeling (onderdeel van de zgn. cafetariaregeling) niet aan te wijzen als werkkosten en als gevolg daarvan de betreffende regeling in te trekken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-01-200701-01-2015nieuwe regeling

09-01-2007

Gemeentethuis (Regiobode), 29-12-2010

07.00005.21/RvW

Tekst van de regeling

Intitulé

Fietsregeling 2007

 

 

Fietsregeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    werkgever: de gemeente Brummen

  • b

    deelnemer: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR in dienst van de gemeente die een fiets aanschaft teneinde deze op meer dan de helft van het voor hem geldende aantal werkdagen voor woon-werkverkeer te gebruiken

  • c

    fiets: een nieuwe fiets, al dan niet met elektrische trapondersteuning, die geschikt is om door de deelnemer voor woon-werkverkeer gebruikt te worden

  • d

    forfait vrije vergoeding: een door de belastingdienst forfaitair jaarbedrag (ter vervanging van de driejaarlijkse onderbouwde vergoeding van € 250,-- voor zaken die bij uitstek bij woon-werkverkeer op de fiets van pas komen);

  • e

    aanvraagformulier fietsregeling: het door de werkgever vastgestelde formulier, opgenomen als bijlage 1 bij deze regeling overeenkomst fietsregeling: de door de werkgever opgemaakte overeenkomst, opgenomen als bijlage 2 bij deze regeling

  • f

    verkoop verlofuren: uitwisseling van vakantie-uren tegen geld als bedoeld in artikel 4a:1 van de CAR

Artikel 2 Procedure

De deelnemer die de werkgever verzoekt om een onbelaste vergoeding in verband met de aanschaf van een fiets en/of forfaitaire vrije vergoeding, ontvangt die vergoeding van de werkgever, mits de aanschaf c.q. forfaitaire vergoeding past binnen zowel de geldende fiscale regeling als deze regeling en het verzoek – voor zover het de aanschaf van een fiets betreft -wordt gedaan binnen 1 maand na de aanschaf van die fiets.

Het verzoek als bedoeld in lid 1 kan slechts worden gedaan via een “aanvraagformulier fietsregeling”. Dit formulier bevat een verklaring van het zakelijk gebruik door de deelnemer en een toetsing namens de werkgever, door het hoofd van de afdeling waartoe de deelnemer behoort, inzake de aannemelijkheid van het opgegeven zakelijk gebruik in relatie tot de feitelijke situatie.

De deelnemer levert het volledig ingevulde en door hem en het afdelingshoofd ondertekende formulier in bij de afdeling Staf / team P&O en voegt daarbij de gespecificeerde originele rekening(en) van de aanschaf en - in tweevoud - de volledig door hem ingevulde en ondertekende “overeenkomst fietsgebruik”.

De afdeling Staf / team P&O toetst of de aanvrager deelnemer is, of de aanschaf financieel binnen de fiscale regeling valt. Als aan de voorwaarden is voldaan, zorgt zij voor ondertekening van de “overeenkomst fietsgebruik” namens de werkgever, verzending van één exemplaar daarvan naar de deelnemer, betaling van de onbelaste vergoeding en verrekening daarvan - op de door de deelnemer aangegeven manier - vanaf de eerstvolgende salarisverwerking.

De deelnemer die een aanvraagformulier inlevert waarop door het afdelingshoofd is aangegeven dat het door de deelnemer aangegeven zakelijk gebruik niet aannemelijk is, komt niet in aanmerking voor een vergoeding. De weigering wordt betrokkene schriftelijk kenbaar gemaakt.

Artikel 3 Vereffening

Het bedrag dat op basis van artikel 2 onbelast aan de deelnemer wordt vergoed, wordt vereffend door met de deelnemer een overeenkomst te sluiten waarin de deelnemer afstand doet van (een deel van) zijn toekomstige bezoldiging en/of eindejaarsuitkering en/of vakantietoelage en/of de vergoeding voor het verkopen van vakantie-uren.

De deelnemer heeft in het kader van deze regeling het recht - op grond, en met inachtneming, van het gestelde in artikel 4a:1 en 4a:3 van de CAR - maximaal 24 verlofuren per jaar te verkopen.

De medewerker die voornemens is een fiets aan te schaffen en daarvoor verlofuren wil verkopen, zal bij het indienen van zijn verzoek op grond van artikel 4a:1 aan moeten geven dat hij gebruik wil maken van de mogelijkheid in het vorige lid. De feitelijke verkoop van de verlofuren moet dan worden uitgesteld totdat de aanschaf van de fiets heeft plaatsgevonden en deelname aan de fietsregeling een feit is. Gebeurt dat niet, dan kan de vergoeding voor de verlofuren niet gebruikt worden voor vereffening.

De deelnemer kan de onbelaste vergoeding volledig vereffenen door aansluitend over meerdere jaren vakantie-uren te verkopen. In dat geval is de waarde van een vakantie-uur in het eerste jaar bepalend voor het aantal hele uren dat per jaar verkocht dient te worden. In de overeenkomst bedoeld in artikel 2, lid 3, wordt per jaar het aantal uit te wisselen uren en een bedrag dat zal worden vereffend, vermeld. Van de vergoeding voor het verkopen van vakantie-uren kan na inhouding van het te vereffenen bedrag dan ook nog een (klein) deel tot uitbetaling komen.

Ten aanzien van de vereffening gelden de volgende randvoorwaarden:

  • -

    volledige vereffening vindt plaats binnen maximaal 35 kalendermaanden na de maand waarin de onbelaste vergoeding is uitbetaald;

  • -

    vereffening vindt plaats in maximaal 36 termijnen;

  • -

    binnen 11 kalendermaanden na de maand waarin de onbelaste vergoeding is uitbetaald, dient tenminste éénderde deel vereffend te zijn;

  • -

    binnen 23 kalendermaanden na de maand waarin de onbelaste vergoeding is uitbetaald, dient tenminste tweederde deel vereffend te zijn;

  • -

    bij verlaging van het maandelijks brutoloon en/of de vakantietoelage dient te allen tijde te resteren het minimumbedrag aan loon en/of vakantietoelage als bedoeld in de Wet Minimumloon en minimumvakantietoeslag;

  • -

    de grenzen genoemd in het besluit van de belastingdienst nr. CPP2001/3047M d.d. 22 februari 2002 mogen niet worden overschreden.

Artikel 4 Fiscale situatie

Per 3 kalenderjaren kan in één of meerdere keren de aanschaf van een fiets en/of het forfait vrije vergoeding in het kader van deze regeling onbelast worden vergoed tot het alsdan geldende fiscale maximum. Bij elke aanschaf wordt getoetst of, en zo ja tot welk bedrag, in de twee kalenderjaren voor de aanschaf al een onbelaste vergoeding is verstrekt.

Artikel 5 Beëindiging dienstverband van deelnemer

Als het dienstverband van de deelnemer eindigt voordat de hem verstrekte onbelaste vergoeding volledig is vereffend, wordt het nog niet vereffende deel via een netto inhouding op de laatste salarisbetaling(en) alsnog vereffend. Indien dit niet tot volledige vereffening kan leiden, ontstaat voor het restant een vordering van de werkgever op de deelnemer.

Artikel 6 Fiscale beoordeling

Indien de fiscus bij een controle zich op het standpunt mocht stellen dat het zakelijk gebruik van een in het kader van deze regeling vergoede aanschaf niet of niet voldoende aannemelijk is, is de werkgever gerechtigd de daaruit voortvloeiende naheffing loonbelasting / premie volksverzekeringen of premies werknemersverzekeringen, voor zover betrekking hebbend op de deelnemer, op de deelnemer te verhalen.

Artikel 7 Slotbepalingen

Deze regeling is in principe voor onbepaalde tijd geldig tenzij fiscale of andere wettelijke maatregelen uitvoering van de regeling beperken dan wel onmogelijk maken.

Burgemeester en wethouders beslissen in gevallen waarin deze regeling niet voorziet.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007 en kan worden aangehaald als “ Fietsregeling”. De regeling Fietsplan gemeentepersoneel vastgesteld bij collegebesluit van 29 september 2004 komt hiermee te vervallen.

Bijlage 1 Aanvraagformulier fietsregeling

 

Aanvraagformulier fietsregeling

Bijlage 2 Overeenkomst Fietsregeling

 

Overeenkomst Fietsregeling