Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Duiven

Verordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDuiven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven
CiteertitelVerordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-2006Onbekend

25-09-2006

Duivenpost

2006/VII-8

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven

 

 

Versie geldig met ingang van 6 november 2006

Verordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    De gemeente: De gemeente Duiven

  • b.

    Het college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven

  • c.

    KAN; Stadsregio Arnhem Nijmegen

  • d.

    KAN raad; Het algemeen bestuur van het KAN

  • e.

    Sociale huurwoning; Huurwoning onder de aftoppingsgrens huursubsidie één- en tweepersoonshuishoudens

  • f.

    Middeldure huurwoning; Huurwoning boven de aftoppingsgrens huursubsidie één- en tweepersoonshuishoudens en onder de maximale huursubsidiegrens

  • g.

    Betaalbare huurwoning: Sociale en middeldure huurwoning

  • h.

    Betaalbare koopwoning: Koopwoning (bewoonbaar en ondeelbaar) met een vrij op naam prijs tot maximaal € 172.000,-, dan wel een gewijzigd prijsniveau op grond van een besluit van het college van bestuur KAN

Artikel 2: Doelomschrijving

Deze verordening regelt de inzet van de bijdragen die de gemeente van het KAN ontvangt op basis van de “Subsidie Woningbouw KAN 2005” voor het realiseren van het gemeentelijke woningbouwprogramma.

Hoofdstuk 2: Inzet van de inkomsten

Artikel 3: Budget

  • 1.

    Het woningbouwbudget is enig (uitkerings)jaar gelijk aan de feitelijk ontvangen bijdrage van het KAN op grond van de “Subsidie Woningbouw KAN 2005”, vermeerderd met het restant uit de voorgaande jaren.

  • 2.

    Het totaal van de betalingen en verplichtingen mag het beschikbare budget (= de reeds ontvangen bijdrage van het KAN + de bijdrage van het KAN dat op basis van harde bouwplanningen redelijker wijs verwacht mag worden) niet overschrijden.

  • 3.

    De gemeenteraad kan het woningbouwbudget van enig uitkeringsjaar verhogen door het beschikbaar stellen van een krediet.

Artikel 4: Inzet

  • 1.

    Het college kan uit het in artikel 3 lid 1 genoemde budget betalingen doen voor projecten en activiteiten overeenkomstig de in artikel 2 genoemde doelomschrijving en ten behoeve van de in lid 2 van dit artikel genoemde kosten.

  • 2.

    Het woningbouwbudget wordt ingezet voor het geheel of gedeeltelijk dekken van één of meerdere van de volgende kosten:

    • a.

      Een bijdrage in de grondexploitatie voor woningbouwprojecten die na 1 januari 2005 zijn of worden gerealiseerd en die zonder geldelijke steun niet volgens het gewenste gemeentelijke woningbouwprogramma zouden kunnen worden gerealiseerd;

    • b.

      Omzettingskosten van koop- naar huurprojecten, indien de start van de bouw door marktomstandigheden stagneert, bijvoorbeeld door onvoldoende voorverkoop;

    • c.

      Tijdelijk inhuren van extra personele capaciteit ten behoeve van het realiseren van woningen in het algemeen en sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen in het bijzonder;

    • d.

      (extra) onderzoek, inhuur van externe deskundigheid en/of tijdelijk inhuren van externe adviseurs ten behoeve van het wegnemen van knelpunten en het bevorderen van de procesgang;

    • e.

      (extra) maatregelen voor het toevoegen van kwaliteit in projecten met sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen, door toepassing van het Woonkeur Basis plus een van de pluspakketten toegankelijkheid of toekomstwaarde en/of toepassing van variabele energiebesparende maatregelen uit het nationaal pakket duurzaam bouwen dan wel de toepassing van niet-traditionele energieconcepten en of de realisatie van een betaalbare woning met een EPC van 0,65;

    • f.

      duurzame energiesystemen;

    • g.

      een bijdrage voor beleid of projecten die tot doel hebben de volkshuisvesting voor specifieke doelgroepen, zoals starters, senioren en zorgvragers.

      • 3.

        De feitelijke inzet van het woningbouwbudget vindt plaats op initiatief van het college. In zijn besluit geeft het college aan voor welke van de in lid 2 genoemde kosten de betaling zal worden gedaan.

      • 4.

        Het college stelt per geval de hoogte van de bijdrage(n) vast.

      • 5.

        Geen bijdragen worden verstrekt in de bouwkosten van woningen of aan de toekomstige bewoner van een woning.

Artikel 5: Voorwaarden

  • 1.

    Er kan door externe partijen geen verzoek om een bijdrage worden ingediend. Het college selecteert projecten die voor een bijdrage in aanmerking komen.

  • 2.

    Reguliere kosten komen op normale wijze ten laste van de grondexploitatie. Een bijdrage wordt uitsluitend verstrekt indien het naar oordeel van het college niet redelijk of wenselijk is dat deze geheel of gedeeltelijk ten laste komen van de grondexploitatie.

  • 3.

    Een bijdrage wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      het project niet valt onder de notitie kleinschalige inbreidingsplannen;

    • b.

      het project minimaal 50% betaalbare woningen bevat;

    • c.

      het project is opgenomen op de door het college vastgestelde planningslijst woningbouw;

    • d.

      de door het college voor het project aangegeven differentiatie door initiatiefnemer schriftelijk zijn bekrachtigd.

  • 4.

    Onverminderd het gestelde in lid 3 sub b wordt een bijdrage aan de grondexploitatie zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 sub a uitsluitend verstrekt indien het aandeel betaalbare woningen in het project meer dan 60% bedraagt.

    • 5.

      Een bijdrage wordt uitsluitend verstrekt indien aannemelijk is dat hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de voortgang van het proces.

    • 6.

      Een bijdrage, welke aan externe partijen ter beschikking is gesteld, wordt pas uitbetaald wanneer het project is opgeleverd.

Artikel 6: Meerjarenprognose

  • 1.

    Het college stelt ter besteding van de subsidie een meerjarenplanning op van te verwachten inkomsten op basis van de woningbouwplanning en de uitgaven voor projecten en activiteiten.

  • 2.

    De meerjarenplanning wordt ten minste eenmaal per jaar geactualiseerd op basis van de prognose van de subsidieontvangsten gekoppeld aan de dan geldende woningbouwplanning.

    Hoofdstuk 3: Afwijkingen

Artikel 7: Hardheidsclausule

Het college kan besluiten bepalingen uit deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voor zover toepassing van de bepalingen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij kan het college niet afwijken van het gestelde in artikel 2 en artikel 3.

Artikel 8: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 6 november 2006.

Artikel 9: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening inzet woningbouwsubsidie stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) in de gemeente Duiven”.