Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs openbare basisschool gemeente Lopik 2000 |
Citeertitel | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs openbare basisschool gemeente Lopik 2000 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidiëring, godsdienst, godsdienstonderwijs, openbare, basisscholen |
Regeling ten behoeve van de subsidiering van instellingen ter gelegenheid van jubilea Lopik
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2000 | 01-09-2011 | Nieuwe regeling | 04-07-2000 Zenderstreeknieuws | Onbekend | |
01-08-2000 | 01-09-2011 | Nieuwe regeling | 04-07-2000 Zenderstreeknieuws | Onbekend | |
01-08-2000 | Nieuwe regeling | 04-07-2000 Zenderstreeknieuws | Onbekend |
dat het wenselijk is een verordening vast te stellen met betrekking tot het verlenen van een subsidie aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen als bedoeld in de artikelen 50 en 51 van de Wet op het Primair Onderwijs voor het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de openbare basisschool in de gemeente Lopik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni 2000, nr. 8 * ;
gelet op de artikelen 50 en 51 van de Wet op het Primair Onderwijs;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING SUBSIDIËRING GODSDIENSTONDERWIJS OPENBARE BASISSCHOOL, GEMEENTE LOPIK 2000
Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen, als bedoeld in artikel 50 van de Wet op Primair Onderwijs, kunnen burgemeester en wethouders desgevraagd, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, uit de gemeentekas een subsidie verlenen voor het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen.
Het in de voorgaande artikelen bedoelde onderwijs wordt in schoollokalen en binnen de in het schoolwerkplan vermelde schooltijden gegeven aan de leerlingen. Voor de leerlingen die dit onderwijs niet volgen, voorziet het schoolwerkplan in andere activiteiten op de school.
De leerkrachten onthouden zich ervan het godsdienstonderwijs zodanig richting te geven dat het wervingsaspecten vertoont voor enige richting in het onderwijs, dan wel een kerkelijke, maatschappelijke of politieke stroming.
De leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de basisschool te geven. Zij verstrekken de directeur van de basisschool alle verlangde inlichtingen.
Het in artikel 1 bedoelde subsidie wordt voor elk gegeven wekelijks lesuur van 45 minuten, berekend naar 75% van het salarisbedrag per wekelijks klokuur per jaar van een vakleerkracht van een school voor basisonderwijs salarisschaal 6, salarisnummer 7. Wordt godsdienstonderwijs gedurende een gedeelte van het kalenderjaar gegeven, dan wordt de subsidie naar tijdsgelang berekend volgens een breukgetal waarvan de teller het aantal weken aanduidt, gedurende welke periode in het kalenderjaar godsdienstonderwijs is gegeven en de noemer 40 bedraagt. Ook komen voor subsidie in aanmerking de kosten voor de aanschaf van naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor het geven van godsdienstonderwijs noodzakelijke leermiddelen.
Om voor het in artikel 7 bedoelde subsidie in aanmerking te komen, moet de les bezocht worden, bijzondere gevallen ter beoordeling van burgemeester en wethouders daar gelaten, door tenminste 6 leerlingen van de groepsgrootte, die in schoolverband een groep of groepencombinatie vormt. Hierbij kunnen leerlingen, die wegens ziekte of om andere redenen verhinderd zijn de les bij te wonen, worden meegerekend, indien zij naar het oordeel van burgemeester en wethouders geacht kunnen worden regelmatig aan dit onderwijs deel te nemen.
Voor het verkrijgen van het in artikel 7 bedoelde subsidie zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen 30 dagen na afloop van het kalenderjaar bij burgemeester en wethouders een opgave in, vermeldende:
De opgave wordt, vóór de inzending, door de directeur van de betreffende onderwijsinstelling gewaarmerkt.
De subsidie mag noch middellijk noch onmiddellijk aan de basisschool zelf ten goede komen. Intrekking van de subsidie vindt plaats wanneer in strijd hiermee wordt gehandeld.
Elke leerling mag voor de berekening van het in artikel 7 bedoelde subsidie slechts éénmaal worden meegerekend.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2000 en kan worden aangehaald als 'Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs openbare basischool, gemeente Lopik 2000'. Hiermee komt de "Verordening, regelende de subsidiëring van het geven van godsdienstonderwijs op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Lopik", vastgesteld door de raad in zijn vergadering op 22 december 1992 te vervallen.