Organisatie | Someren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening gemeente Someren 1995 |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Someren 1995 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-1995 | 30-03-1995 | nieuwe regeling | 30-03-1995 't Contact, 02-02-2011 | Onbekend |
De raad van de gemeente Someren;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 maart 1995;
Gezien het advies van de Commissie Algemene Zaken en Ruimtelijke Ordening;
Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening:
Vast te stellen de navolgende verordening, houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (exploitatieverordening).
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
de eigenaar of rechthebbende van een in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke als gevolg van het door of met medewerking van de gemeente treffen van voorzieningen van openbaar nut, geschikt of beter geschikt wordt voor bebouwing danwel anderszins in een voordeliger positie komt te verkeren.
Paragraaf 2 Exploitatie op initiatief van de gemeente
Artikel 3 Uitvoering van voorzieningen van openbaar nut
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kunnen burgemeester en wethouders de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant overlaten, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders een goede uitvoering is gewaarborgd.
Artikel 4 Vaststelling kostenverhaalbesluit
In het besluit, als bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven dat, voor wat betreft de niet door de gemeente in eigendom verkregen en in het exploitatiegebied liggende onroerende zaken, het verhaal van kosten in beginsel zal plaatsvinden op basis van een overeenkomst, als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.
Tevens zal worden bepaald dat, ingeval op enigerlei wijze niet kan worden gekomen tot het aangaan van een overeenkomst, als bedoeld in artikel 7 van deze verordening, het kostenverhaal in daarvoor in aanmerking komende gevallen zal plaatsvinden door middel van de vaststelling van een baatbelasting (ex artikel 222 Gemeentewet).
De in artikel 4, tweede lid onder c. genoemde begroting bevat in elk geval de volgende gegevens:
Een raming van de ten laste van de onroerende zaken in het exploitatiegebied komende kosten, te weten:
de inbrengwaarde van alle binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, zijnde de waarde van de grond vermeerderd met de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafd kunnen worden en met de kosten van vrijmaken van de grond van opstallen – met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels -, persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht, zakelijke lasten alsmede de kosten van schadevergoedingen;
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt onder meer verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen van structuur- en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zoveel deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;
De wijze van toerekening van de totale onder het eerste en tweede lid bedoelde kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied geschiedt naar de mate van het profijt, dat de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De mate van profijt wordt bepaald op basis van ligging, bestemming en de objectieve gebruiksmogelijkheden van de onroerende zaken.
Artikel 6 Grondslag voor toerekening profijt
Onder de grondoppervlakte, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruikersmogelijkheid, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid sub 3., waarin het profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Ingeval de toerekening op basis van m² grondoppervlakte onvoldoende uitdrukking geeft aan de in het exploitatiegebied opgenomen verschillen in toerekening van profijt, geschiedt de toerekening op basis van een nader door de burgemeester en wethouders te bepalen grondslag, welke voorziet in de aanwezige verschillen in profijt.
Artikel 7 Inhoud exploitatie-overeenkomst
Het verhaal van kosten van het treffen van voorzieningen van openbaar nut vindt, voor wat betreft de in het exploitatiegebied liggende onroerende zaken welke niet in eigendom zijn van de gemeente, plaats op basis van een exploitatieovereenkomst. Indien het afstand doen van gronden, als bedoeld in het derde lid onder d. onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, wordt hiervan een akte opgemaakt.
In het geval toepassing is gegeven aan artikel 3, tweede lid (uitvoering werken door exploitant), bevat de overeenkomst, onverminderd het gestelde in het derde lid, onder meer de volgende bepalingen:
ten behoeve van de door exploitant uit te voeren werken zal een aannemingsovereenkomst worden gesloten, waarin de gemeente als opdrachtgever en de exploitant als aannemer zal worden aangemerkt. De gemeente zal op basis van deze overeenkomst tevens worden belast met de directievoering en het dagelijks toezicht.
Artikel 8 Vaststelling exploitatiebijdrage
De in artikel 7 genoemde exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut het bedrag dat volgens de in de artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de in artikel 7 derde lid sub d. bedoelde gronden vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, verminderd met de inbrengwaarde als bedoeld in artikel 5, eerste lid sub 1. onder a. van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de door de exploitant ingebrachte grond, als bedoeld in het eerste lid, wordt door de gemeente in overeenstemming met de exploitant op basis van taxatie vastgesteld. Bij het ontbreken van overeenstemming wordt de waarde van de gronden vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een door de beide reeds aangewezen deskundigen.
Wordt over de aanwijzing van laatst genoemde deskundige geen overeenstemming verkregen, dan berichten de aangewezen deskundigen tezamen dit aan de opdrachtgevers, waarna de meest gerede partij, met kennisgeving aan de wederpartij, de kantonrechter in het kanton waartoe de gemeente behoort, kan verzoeken deze deskundige te benoemen.
Paragraaf 3 Exploitatie op aanvraag van exploitant
Bij de aanvraag dient, in aanvulling op de gegevens vermeld in artikel 4:2, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval te worden gevoegd:
Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, als bedoeld in de Woningwet, eventueel in combinatie met een aanvraag om vrijstelling wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening moeten worden getroffen, wordt dit vóór de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij wordt een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut verstrekt.
Artikel 10 Beslissing op de aanvraag
Naast de hiervoor genoemde mededeling zal aan exploitant tevens een ontwerp-overeenkomst, als bedoeld in artikel 7, worden aangeboden.
Paragraaf 4 Relatie gronduitgifte en andere kostenverhaal-instrumenten
Artikel 11 Relatie bouwgrond- en/of baatbelasting
In een gebied waarvoor een kostenverhaalbesluit, als bedoeld in artikel 4 is opgenomen, zal, indien exploitant een overeenkomst als bedoeld in artikel 7 aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van bouwgrond- en/of baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Indien een exploitant, in een gebied waarvoor een kostenverhaalbesluit als bedoeld in artikel 4 is opgenomen, niet bereid is tot het aangaan van de in artikel 7 genoemde overeenkomst, zullen burgemeester en wethouders aan exploitant mededeling doen van het voornemen tot invoering van een of bouwgrond- of baatbelasting, zulks overeenkomstig de bepalingen als opgenomen in het kostenverhaalbesluit.
Artikel 12 Relatie andere overeenkomsten
Indien van gemeentewege een overeenkomst wordt aangegaan, welke naast het kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van het in bouwexploitatie brengen van gronden nog andere elementen bevat, dan zal de vaststelling van de via een dergelijke overeenkomst totstandgekomen exploitatiebijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut, plaatsvinden op basis van het gestelde in deze verordening.
Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14 Uitvoering verordening
De gemeenteraad kan de uitoefening van zijn bevoegdheden, met uitzondering van de vaststelling van het in artikel 4 genoemde kostenverhaalbesluit, onder nader te stellen regels opdragen aan het college van burgemeester en wethouders.
Ten aanzien van een exploitatiegebied, waarvoor geldt dat op de datum van inwerkingtreding van deze verordening de te treffen voorzieningen van openbaar nut niet in gebruik zijn genomen en/of zijn voltooid én waarvoor geen kostenverhaalbesluit als bedoeld in artikel 4 is genomen, vinden de bepalingen in deze verordening toepassing op een voor zoveel nodig aan de afwijking van artikel 4 van deze verordening aangepaste wijze.
In elk geval geldt daarbij dat, indien binnen een zodanig exploitatiegebied wordt gekomen tot een exploitatie-overeenkomst als bedoeld in artikel 7, de vaststelling van de daarin op te noemen financiële bijdrage geschiedt op basis van een door de gemeenteraad vast te stellen kostenbegroting als bedoeld in artikel 5.