Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Duiven

Regeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDuiven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven
CiteertitelRegeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art.1 lid 2 Brandweerwet, Woningwet, Wet Milieubeheer, Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-2008Onbekend

13-11-2007

Duivenpost

46-06

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven

Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 13 november 2007, nr. 46-06

Versie geldig met ingang van 17 januari 2008

Aan deze versie kunnen geen rechten worden ontleend

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven:

gelet op artikel 1, tweede lid van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet Milieubeheer en artikel 149 van de gemeentewet,

overwegende dat:

het college de zorg heeft voor het voorkómen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkómen van ongevallen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt alsmede het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

het college andere werkzaamheden dan hierboven bedoeld, kan aanwijzen als werkzaamheden die tot het takenpakket van de gemeentelijke brandweer behoren;

de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

de bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot brandveiligheid;

de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, ondermeer door de brandveiligheid te bevorderen;

het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;

het college een meer intensieve samenwerking nastreeft met (een) andere gemeente(n), waaronder in ieder geval de gemeente Rheden, die zich richt op de ondersteunende brandweertaken (pro-actie, preventie, opleiden, oefenen, beleid- en beheermatige taken),

het aanbeveling verdient bij de uitvoering van taken rekening te houden met het gestelde in de Regeling Hulpverlening Gelderland Midden 2002,

besluit vast te stellen:

de Regeling brandveiligheid en hulpverlening

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeentelijke brandweer

    Het gemeentelijke organisatieonderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Brandweerwet 1985, dat is belast met de uitvoering van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding;

  • 2.

    Regionale brandweer

    Het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Brandweerwet 1985, belast met de in de Regeling Hulpverlening Gelderland Midden 2002 vastgelegde taken op het gebied van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding;

  • 3.

    Veiligheidsketen

    Het samenhangend geheel van de schakels: proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg;

  • 4.

    Pro-actie

    Schakel van de veiligheidsketen gericht op het voorkómen en wegnemen van structurele oorzaken van fysieke onveiligheid

  • 5.

    Preventie

    Schakel van de veiligheidsketen gericht op:

    • -

      het voorkómen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkómen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • -

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    • -

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • -

      de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening;

  • 6.

    Preparatie

    Schakel uit de veiligheidsketen gericht op de daadwerkelijke voorbereiding op te nemen acties bij brand en ongevallen;

  • 7.

    Repressie

    Schakel uit de veiligheidsketen gericht op:

    a) het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    b) het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    c) de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.

  • 8.

    Nazorg

    Schakel uit de veiligheidsketen bestaande uit het geheel van maatregelen gericht op de terugkeer naar de normale situatie.

  • 9.

    Grootschalig optreden en bestrijding van rampen en zware ongevallen

    Alle taken en werkzaamheden van de veiligheidsketen die betrekking hebben op het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen.

Artikel 2

Gemeentelijke brandweer

Het college beschikt over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3

Taken gemeentelijke brandweer

1.De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

a) de feitelijke uitvoering van de taken van de veiligheidsketen in de eigen gemeente, een en ander opvereenkomstig de uitwerking van het ingevolge artikel 4 van deze verordening vast te stellen gemeentelijk beleidsplan;

b) de door het bestuur van de regionale brandweer toegewezen specialistische taken en de uitvoering van door dit bestuur toegewezen coördinerende en faciliterende taken;

c) de taken voortvloeiende uit overeenkomst(en) met de regionale brandweer of met (een) andere gemeente(n) waarmee onderlinge afspraken gemaakt zijn (al dan niet vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst of anderszins);

d) andere dan de onder 1 a tot en met c genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

e) het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

f) het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;

g) het verrichten van bergingswerkzaamheden bij ongevallen te water;

h) het geven van (preventie) voorlichting;

i) het bestrijden van wateroverlast;

j) advisering over bouw- en milieuvergunningen;

k) advisering over gebruiksvergunningen;

l) het controleren van de afgegeven gebruiksvergunningen.

m) de door het college aan te wijzen andere taken en werkzaamheden. Hiertoe behoort o.a. het verlenen van acute levensreddende zorg door de first response teams.

2.Bij de uitvoering van taken wordt zoveel mogelijk functioneel samengewerkt (projectmatig of d.m.v. samenwerkingsafspraken) met andere gemeenten of gemeentelijke afdelingen.

Artikel 4

Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

  • 1.

    Het college legt eenmaal per vier jaar in een plan vast op welke wijze aan de inhoud van de in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (brandweerbeleidsplan). Dit beleidsplan is een afgeleide van het regionale meerjarenbeleidsplan brandweerzorg dat is opgesteld door het regionaal commandantenoverleg met instemming van het RCH.

  • 2.

    Het brandweerbeleidsplan omvat in elk geval een beschrijving van het te realiseren brandveiligheidsniveau inclusief de benodigde financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van taken van de veiligheidsketen. Het beleidsplan dat uitgewerkt wordt in jaarplannen, is een belangrijk brondocument in de gemeentelijke planning en controlcyclus.

Artikel 5

Taken regionale brandweer

Naast de in artikel 4 van de Brandweerwet 1985, de Regeling Hulpverlening Gelderland Midden (2002) en de instructie van de regionaal commandant (2002) opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan Hulpverlening Gelderland Midden overgedragen:

  • -

    het oefenen van bevelvoerders en officieren (ROBO);

  • -

    de (voorbereiding van) de inkoop van materieel;

  • -

    uitvoering van de Regeling operationele leiding;

  • -

    het opstellen van rampbestrijdingsplannen en coördinatieplannen;

  • -

    de afstemming van specialistische taken en de financiële verevening hiervan.

Artikel 6

Personeel

Het college draagt zorg voor een adequate personeelsvoorziening voor de uitvoering van de preventieve, repressieve en ondersteunende taken. Het personeelsplan maakt onderdeel uit van het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 7

Instructie commandant

  • 1.

    De brandweercommandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door het college vastgestelde instructie.

  • 2.

    De operationele leiding voor de regio is vastgelegd in de Regeling operationele leiding.

Artikel 8

Opleiding en oefening

Het college draagt zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk is. Basis voor het op te stellen opleiding- en oefenplan zijn het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel van het ministerie van BZK en de leidraad oefenen.

Artikel 9

Materieel

Het college draagt zorg voor een adequate materieelvoorziening die is afgestemd op de risico’s in het verzorgingsgebied. Het materieelplan maakt onderdeel uit van het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 10

Bluswatervoorziening

Het college draagt zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11

Dekkingsplan

Voor de gemeentelijke brandweer geldt dat gewerkt wordt volgens de operationele grenzen uit het laatst vastgestelde regionale dekkingsplan.

Artikel 12

Kwaliteit

Het college draagt zorg voor de kwaliteit van de gemeentelijke brandweer.

Artikel 13

Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven”.

  • 2.

    De regeling treedt in de werking de dag na haar bekendmaking.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de organisatieverordening brandweer zoals deze bij raadsbesluit van 29 januari 1990 is vastgesteld en zoals deze sedertdien is gewijzigd.

     

     

    Artikelgewijze toelichting op de Regeling brandveiligheid en hulpverlening gemeente Duiven

    Algemeen

    Op 8 maart 2006 is de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden in werking getreden. De betekenis van deze wet is dat bevoegdheden – eerder toebedeeld aan de raad – nu tot de competentie van het college behoren. Artikel 1, lid 2 van de Brandweerwet, dat de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer regelt, is op dit punt aangepast.

    De structuur van deze regeling is afgeleid van de modelverordening brandveiligheid en hulpverlening van de VNG en de Regeling brandveiligheid en hulpverlening van de veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland en aangepast aan de situatie in Gelderland Midden.

    In de overwegingen zijn de voor de brandweer relevante wetten en verordeningen genoemd. Daarbinnen opereert de gemeentelijke brandweer. Genoemd worden de Gemeentewet, de Brandweerwet 1985, de Wet Rampen en zware ongevallen, de Woningwet en de Wet Milieubeheer.

    Naast de wettelijke taken volgens de Brandweerwet 1985 is tevens de positie vastgelegd van de regionale brandweer Hulpverleningregio Gelderland Midden, die ondersteunend en aanvullend werkt ten opzichte van de gemeentelijke brandweer. De bestuurlijke verantwoordelijkheid van de regionale brandweer is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling.

    De gemeente Rozendaal heeft haar brandweerzorg uitbesteed aan de gemeente Rheden. Dit is in een gemeenschappelijke regeling vastgelegd.

    De colleges van Rheden en Duiven streven een meer intensieve en formele samenwerking na die zich richt op de ondersteunende brandweertaken (pro-actie, preventie, opleiden, oefenen, beleid- en beheermatige taken).

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    De in dit artikel omschreven begrippen zijn ontleend aan de Brandweerwet 1985, de landelijke referentiekaders in het kader van het project versterking brandweer (BZK) en het Meerjarenbeleidsplan proactie- en preventie HGM 2003 – 2006.

    Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

    Artikel 1 van de Brandweerwet 1985 stelt dat er in elke gemeente een gemeentelijke brandweer is, behalve wanneer er door samenwerking met andere gemeenten een regeling ter zake tot stand gekomen is, zoals in het geval van de gemeente Rozendaal.

    Artikel 3 Taken gemeentelijke brandweer

    In deze bepaling zijn de zogenaamde kerntaken van de gemeentelijke brandweer en – gescheiden daarvan – de overige taken van de gemeentelijke brandweer opgenomen. De kerntaken van de brandweer zijn benoemd in de Brandweerwet 1985 en bestaan in elk geval uit de feitelijke uitvoering van werkzaamheden gericht op het voorkómen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkómen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.

    Met betrekking tot de operationele taakuitvoering in het kader van de repressie omvatten de taken van de gemeentelijke brandweer eveneens de taken die door het bestuur van Hulpverlening Gelderland Midden, na consultatie van de colleges van burgemeester en wethouders, als specialistische en coördinerende en faciliterende taken aan de gemeente ter uitvoering zijn opgedragen. Tot de specialistische taken worden gerekend: de bosbrandbestrijding en het uitvoeren van de First Responder taak. Tot de regionale coördinerende en facilitaire taken behoren de – mede- invulling van de commando- en adviesstructuur in het kader van de Regeling Operationele leiding en het leveren van personeel ten behoeve van de brandweercompagnie en (separaat) het ondersteuningspeloton (logistiek).

    Aan de brandweer kunnen ook taken worden opgedragen die geen betrekking hebben op het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mensen en dieren, de zogenaamde dienstverleningstaken. De kosten voor de brandweer om deze taken en werkzaamheden uit te voeren kunnen op opdrachtgevers worden verhaald indien de taken in de legesverordening zijn opgenomen. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid om andere taken aan te wijzen.

    In Gelderland Midden is ervoor gekozen om door samenwerking en afstemming te komen tot een basisveiligheidsniveau op het gebied van de brandweerzorg. Dit betekent dat er in projecten wordt samengewerkt met andere gemeenten en de regio rond thema’s die de gemeentelijke basisbrandweerzorg betreffen.

    Artikel 4 Brandweerbeleidsplan

    De aan burgemeester en wethouders opgedragen zorg voor de brandveiligheid (zie artikel 1, lid 4 van de Brandweerwet 1985) betreft in hoofdzaak de zorg voor een redelijke brandpreventie en een redelijke brandrepressie, alsmede de voorbereiding daarop: de proactie en de preparatie. De brandveiligheid dient in samenhang te worden beoordeeld. Het brandweerbeleidsplan geeft aan op welke wijze de gemeente voor een bepaalde periode uitvoering geeft aan de brandweerzorg (brandveiligheid, hulpverlening anders dan bij brand) en het aandeel van de brandweer in de gemeentelijke rampenbestrijding. Het gemeentelijke beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening wordt afgeleid van het regionale meerjarenbeleidsplan brandweerzorg dat is opgesteld door het regionaal commandantenoverleg met instemming van het RCH Gelderland Midden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de wens van het bestuur van HGM om de veiligheidsregio van onderop (door samenwerking en afstemming binnen de regio) vorm te geven.

    In het beleidsplan, dat de brandweer periodiek aan het college voorlegt ter vaststelling, wordt onder meer het gewenste fysieke veiligheidsniveau beschreven. Het fysieke veiligheidsniveau van een gemeente wordt enerzijds bepaald door de gekozen repressieve sterkte van de brandweer (in samenhang met de regionale brandweer) en anderzijds het brandpreventieniveau van de gemeente. Het brandpreventieniveau in de gemeente wordt deels bepaald door de keuze van het (vooral bouwkundige) brandpreventieniveau die de gemeente maakt binnen de bandbreedte die het Bouwbesluit toestaat voor bestaande bouwwerken en deels door de handhaving van die keuze. Met het vaststellen van het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening spreekt het gemeentebestuur zich uit over het gewenste fysieke veiligheidsniveau binnen de gemeente.

    In het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening geven burgemeester en wethouders tevens aan welke van de gemeentelijke taken zijn uitbesteed aan de regionale brandweer en welke specialistische, coördinerende en faciliterende taken de gemeentelijke brandweer voor de regionale brandweer uitvoert.

    Het brandweerbeleidsplan geeft eveneens een omschrijving van de organisatiestructuur van de brandweer, waarin in ieder geval de verdeling van de werkzaamheden tussen de vrijwilligers en de beroepsbrandweer is aangegeven. Ook wordt aandacht besteed aan de organisatorische en bestuurlijke inbedding in het gemeentelijke apparaat.

    Dit beleidsplan zal, gelet op de in ontwikkeling zijnde organisatiewijziging in het kader van de samenwerking met de gemeente Duiven, gelijktijdig aan het college en de gemeenteraad van Duiven aan het college en de gemeenteraad van Rheden worden aangeboden. Getracht zal worden beide beleidsplannen op elkaar te laten aansluiten, in ieder geval voor wat betreft de organisatie, een en ander uiteraard zonder daarbij afbreuk te doen aan de onderscheidenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid en beleidsvrijheid van beide gemeenten.

    Artikel 5 Taken regionale brandweer

    Het niveau van veiligheid in de veiligheidsregio Gelderland Midden op het gebied van brandweerzorg en hulpverlening én rampenbestrijding, is de uitkomst van de optelsom van de verschillende niveaus van de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening Gelderland Midden. In regionaal verband maken gemeenten afspraken over deze niveaus zodat er een balans ontstaat tussen de gemeenten onderling en tussen de gemeenten en Hulpverlening Gelderland Midden.

    Aan de regionale brandweer zijn, naast de in de Brandweerwet 1985 genoemde taken, extra taken opgedragen. Hierover heeft besluitvorming plaatsgevonden in het Regionaal College Hulpverlening Gelderland Midden.

    Artikel 6 Personeel

    Volgens de Brandweerwet 1985 leggen burgemeester en wethouders in de verordening brandveiligheid en hulpverlening het aantal personeelsleden vast, dat ter behartiging van de veiligheid ten minste belast is met de uitvoering van taken volgens de veiligheidsketen. Deze personeelsformatie volgt uit de keuze voor het te handhaven fysieke veiligheidsniveau in de gemeente en het dekkingsplan. De gemaakte keuze ligt vast in het in artikel 4 bedoelde brandweerbeleidsplan. Dit kan nader worden beschreven in een personeelsplan. Ook hiervoor geldt dat dit eerst na de organisatieontwikkeling ter vaststelling zal worden aangeboden.

    Artikel 7 Instructie commandant

    Document noemen waarin taken en bevoegdheden van commandant zijn beschreven. Er zal regionaal een opzet voor gemaakt worden.

    Artikel 8 Opleiding en oefenen

    De opleiding en het oefenen worden gebaseerd op het vigerende Besluit Brandweerpersoneel van het ministerie van BZK. Het college stelt het gemeentelijke meerjaren opleidings- en oefenbeleidsplan vast.

    Artikel 9 Materieel

    Volgens de Brandweerwet 1985 leggen burgemeester en wethouders in de verordening de materieelsterkte vast. De materieelsterkte die samenhangt met de risico’s in het verzorgingsgebied en het gekozen brandveiligheidsniveau, wordt opgenomen in een materieelplan dat onderdeel uitmaakt van het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening.

    Artikel 10 Bluswatervoorziening

    Brandbestrijding is een publieke taak. Daarmee omvat de zorg voor de brandveiligheid ook de verantwoordelijkheid voor een adequate bluswatervoorziening. Dit kan worden verkregen uit het drinkwaternetwerk, een afzonderlijk bluswaterleidingnet, open water, blusvijvers of geboorde putten.

    Het kan voorkomen dat de drinkwaterbelangen strijdig zijn met de bluswaterbelangen. Voor de toekomst moet er rekening mee worden gehouden dat de brandblusvoorzieningen meer geld gaan kosten. Dit betekent dat de bluswatervoorziening nadrukkelijk een aandachtspunt moet worden in de proactieve fase. Zo kan het College bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswatervoorziening op grond van de bouwverordening een niet-openbare bluswatervoorziening eisen als voorwaarde voor het verlenen van een bouwvergunning. Dit kan voorkomen bij ver van de bebouwde kom gelegen bouwwerken of indien een grote hoeveelheid bluswater ineens nodig is. De gemeente bepaalt waar de grens ligt tussen de publiek plicht om voor voldoende bluswater te zorgen en de noodzaak voor anderen dat te doen.

    Artikel 11 Dekkingsplan

    Periodiek wordt een dekkingsplan opgesteld om de opkomsttijden (volgens de geldende normen voor de verschillende objecten) vanuit de kazernes en posten te monitoren. In sommige gevallen kan een eenheid vanuit een andere gemeente sneller ter plekke zijn. Operationele grenzen bepalen dat de eenheid die het snelste ter plekke kan zijn, als eerste gealarmeerd wordt.

    Artikel 12 Kwaliteit

    De NVBR heeft een normenboek brandweer uitgebracht dat als richtinggevend te beschouwen is voor de kwaliteit van de gemeentelijke brandweer.

    Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

    Dit artikel bevat de citeertitel van de regeling.

    Op grond van het bepaalde in artikel 2 van de Brandweerwet 1985 moet de regeling binnen een week na vaststelling aan het College van Gedeputeerde Staten worden gezonden.