Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Beheersregels Grond- en Ontwikkelingsbedrijf 2011 gemeente Den Haag |
Citeertitel | Verordening betreffende de Beheersregels Grond- en Ontwikkelingsbedrijf 2011 gemeente Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 2011/02 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2011 | 01-01-2011 | 01-11-2012 | nieuwe regeling | 20-01-2011 Posthoorn, 02-02-2011 | rv 9, 2011 |
In deze nota wordt (in alfabetische volgorde) verstaan onder:
HOOFDSTUK 2 Budgettaire en programmatische kaders
Artikel 2.1 Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (IpSO)
De raad stelt jaarlijks het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (IpSO) vast. Hierin wordt het benodigde budget en het te realiseren programma voor de uitvoering van fysiek ruimtelijke projecten binnen de gemeente aangegeven. Een en ander is direct gerelateerd aan het budgettaire kader zoals opgenomen in de programmabegroting.
Het IpSo bevat een operationeel onderdeel waarin de projecten in uitvoering zijn opgenomen.
Over dit operationele programma wordt separaat en gedetailleerd gerapporteerd en verantwoording afgelegd over de voortgang van de projecten in de planning en controlcyclus (zie hoofdstuk 6).
Verder omvat het IpSO het ontwikkelingsprogramma met een programmatisch en financieel kader voor de op korte termijn operationeel te verklaren of te herziene projecten.
Het ontwikkelingsprogramma kan tussentijds bij het halfjaarbericht Concern worden geactualiseerd. Dit halfjaarbericht Concern wordt voorgelegd aan de raad (zie ook art. 4.1. lid 2). Het college is bevoegd om over- en onderschrijdingen op projectbegrotingen binnen het ontwikkelingsprogramma onderling te compenseren, zolang dit binnen het totale financiële en programmatische kader van het ontwikkelingsprogramma past.
Artikel 3.1 Autorisatie van voorbereidingskosten
De regels voor autorisatie voor het maken van voorbereidingskosten om te komen tot een nota van uitgangspunten zijn als volgt:
Bij kosten > € 500.000 (excl. BTW) legt het college het besluit, voorafgaande aan definitieve besluitvorming aangaande het maken van deze voorbereidingskosten, ter advisering voor aan de desbetreffende raadscommissie(s). Bovendien wordt de raadscommissie geïnformeerd indien overschrijdingen worden voorzien. Grondverwervingen worden ten laste van de diverse reserves strategische verwervingen gebracht. (zie hoofdstuk 6).
Het projectdocument voldoet aan de uitgangspunten zoals opgenomen in de nota van uitgangspunten, of geeft in een argumentatie aan waarom uitgangspunten niet worden gehandhaafd, en bevat naast stedenbouwkundige randvoorwaarden, uitvoerings- en procedurele aspecten, uitvoeringsplanning en risicoanalyses en een gedetailleerde grondexploitatie. Hierbij wordt de checklist grote projecten (RIS161689), afkomstig uit het rapport Grip op grote projecten (RIS169996A), als leidraad gehanteerd, evenals de aanbevelingen over de overzichtelijkheid van de rapportage.
Wanneer tijdens de uitvoering substantieel wordt afgeweken van wat in het projectdocument is gesteld ten aanzien van projectbegrenzing, programmatische eigenschappen en/of kwalitatieve kenmerken, wordt het projectdocument inclusief grondexploitatie herzien. Het college neemt hiertoe het besluit en neemt het te herziene project op in het ontwikkelingsprogramma IpSO.
Stroomschema proces en informatie
Aan bestuurlijke documenten, die betrekking hebben op grote projecten, wordt een stroomschema ‘proces en informatie’ toegevoegd. Significante afwijkingen t.o.v. het door de raad vastgestelde stroomschema worden inclusief verklaring door het college gemeld aan de raad. In voortgangsrapportages wordt een geactualiseerde versie van het stroomschema opgenomen.
HOOFDSTUK 4 Informatievoorziening en verantwoording
In de jaarrekening wordt over de programmabegroting verantwoording afgelegd. De laatste bestuurlijk vastgestelde (halfjaarbericht of jaarrekening) grondexploitatie dient als basis voor verschillenverklaring. Het gaat om verantwoording over lasten en baten en over dotaties en onttrekkingen aan reserves met inbegrip van de Reserve Grondbedrijf. Er is een overzicht opgenomen van lopende en (recent) afgesloten projecten.
Artikel 4.3 Meerjarenprognose Grondexploitaties (MPG)
In de MPG wordt een prognose van de Reserve Grondbedrijf opgenomen voor de komende 5 jaar waarin in ieder geval de prognose van te dekken verslechteringen op lopende grondexploitaties, de verrekening van verwachte negatieve en positieve exploitatiesaldi van af te sluiten plannen en de verwachte winstneming van deelnemingen in PPS en gemeenschappelijke regelingen zijn betrokken.
Het hoofdrapport van de MPG wordt gepubliceerd en is geschikt voor de openbaarheid. In een separate geheime notitie wordt verantwoording afgelegd over deelnemingen in PPS en gemeenschappelijke regelingen. Deze notitie wordt ter inzage gelegd in de leeskamer van de griffie.
(Voetnoot: Vanwege privaatrechtelijke verplichtingen met partners in publiek-private samenwerking is de gemeente niet volledig vrij om gevoelig geachte informatie ten aanzien van de PPS zelfstandig openbaar te maken.)
HOOFDSTUK 5 Reserves en voorzieningen
Artikel 5.1 Reserve Grondbedrijf (RGB)
Deze algemene reserve is het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Het dient ter verrekening van het jaarrekeningresultaat op operationele grondexploitaties en deelnemingen in PPS voor zover sprake is van winsten of verliezen die niet worden veroorzaakt door substantiële beïnvloedbare afwijkingen van plankaders zoals vastgelegd in projectdocument en grondexploitatie.
Artikel 5.2 Reserve Vastgoedexploitaties (RVE)
De reserve is bestemd voor de verrekening van het exploitatie- en verkoopresultaat van verspreid bezit zoals vastgesteld bij collegebesluit DSO/2005.3436, de verrekening van exploitatie- en verkoopresultaat van strategisch vastgoed dat buiten de masterplangebieden structuurvisie valt en de verrekening van exploitatie- en verkoopresultaat van herontwikkeld vastgoed voortkomend uit fase van herontwikkeling en de fase van beheer van herontwikkeld vastgoed.
Artikel 5.3 Reserve Anticiperende Werkzaamheden
De reserve dient ter dekking van tijdelijke uitgaven (aankopen en plankosten) (maximaal 2 jaar) anticiperend op het operationeel verklaren van betreffende grondexploitaties. Alleen grondexploitaties waarbij een nota van uitgangspunten bestuurlijk is vastgesteld komen in aanmerking voor deze tijdelijke dekking.
Artikel 5.7 Reserve Strategische Aankopen Binckhorst (SAB)
Deze reserve is bestemd voor de verrekening van het exploitatie- en verkoopresultaat van strategisch aangekocht vastgoed binnen het masterplangebied Binckhorst uit de structuurvisie 2020, evenals de verrekening van het exploitatie- en verkoopresultaat van herontwikkeld vastgoed in het masterplangebied Binckhorst.
Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2011 en per laatstgenoemde datum vervalt de Verordening Beheerregels Grond- en ontwikkelingsbedrijf gemeente Den Haag van 24 juni 2004 (rb 88, 6/2004).
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening betreffende de Beheersregels Grond- en Ontwikkelingsbedrijf 2011, gemeente Den Haag”.