Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Verordening op het gebruik van het openbaar vaarwater in de gemeente Woerden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van het openbaar vaarwater in de gemeente Woerden 2011
CiteertitelVaarwaterverordening 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Vaarwaterverordening 2009.

Art. 31 kent een overgangsbepaling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2011nieuwe regeling

15-12-2010

Woerdense Courant 29 december 2010

2010/45

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het gebruik van het openbaar vaarwater in de gemeente Woerden 2011

De raad van de gemeente Woerden,   gelezen het voorstel d.d. 2 november 2010 van burgemeester en wethouders;   besluit;   vast te stellen de "Verordening openbaar vaarwater 2011(Verordening op het gebruik van het openbaar vaarwater in de gemeente Woerden)"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: Openbaar vaarwater: Alle wateren binnen de gemeente Woerden die al of niet met enige beperking voor het publiek toegankelijk of bevaarbaar zijn en in publiekrechtelijk beheer bij de gemeente of waarover de gemeente zeggenschap heeft krachtens overeenkomst.

Haven: Openbaar water waar een ligplaats ingenomen mag worden ingenomen als zodanig aangegeven in het uit deze verordening voortvloeiende vaartuigenreglement.

Kade: De kaden langs een haven; de plaatsen in een haven bestemd voor laden en lossen.

Havenmeester: De door burgemeester en wethouders als zodanig benoemde ambtenaren, alsmede diens plaatsvervanger(s).

Schipper: Degene die rechtens dan wel feitelijk aan boord van een vaartuig het gezag heeft.

Schip/Vaartuig: Elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder begrepen een watervliegtuig, drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonschepen, woonarken, glijboten en ponten.

Pleziervaartuig: Een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet bedrijfsmatige d.w.z. sportieve of recreatieve doeleinden.

Kleine boot: Open vaartuig van maximaal 7 meter lang en 2 meter breed, voor zover in onderhavige verordening niet anders is bepaald.

Woonschip: Een vaartuig dat aan romp en opbouw herkenbaar is als schip en dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor of is bestemd tot dag- of nachtverblijf van één of meer personen.

Woonark: Een vaartuig, niet zijnde een woonschip, dat feitelijk niet geschikt en bestemd is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water en dan wordt gebruikt of is bestemd tot dag- of nachtverblijf van één of meer personen.

Woonboot: Woonschip of woonark.

Bedrijfsvaartuig: Een vaartuig daaronder begrepen een object te water (niet zijnde een binnenschip), hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, voor het bedrijfsmatig vervoer van minder dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.

Passagiersvaartuig: Een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, niet zijnde een veerboot. Bedrijfsmatig vervoer wil zeggen in uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding.

Ligplaats innemen: Het aanleggen met een schip aan een kade, laad- en losplaats of steiger of dat gedeelte van het openbaar vaarwater dat gebruikt mag worden voor het afmeren van een schip. Het zich binnen 12 meter vanaf de oeverlijn van de kade ophouden met het doel om personen en of goederen van of aan boord te nemen.

Passantenligplaats: Ligplaats bedoeld voor eigenaren en/of houders van vaartuigen die met hun boot gedurende maximaal zeven dagen per week in de gemeente Woerden verblijven en bovendien niet al voor een andere ligplaats binnen de gemeente Woerden havengeld betalen en/of een ligplaatsvergunning verkregen hebben.

Permanent woon-en nachtverblijf: Gedurende een periode van ten minste zeven achtereenvolgende dagen gebruiken van een vaartuig mede met het gevolg daarin te overnachten.

Zomerabonnement: Abonnement voor de zomerperiode, lopende van 1 april tot 1 november.

Winterabonnenement: Abonnement voor of de winterperiode die loopt van 1 november tot 1 april.

Gevaarlijke stoffen: De stoffen genoemd in de International Maritieme Dangerous Goods Code (IMDGcode), of een van de andere codes van de International Maritieme Organization (IMO), het Schepenbesluit, de Wet gevaarlijke stoffen, het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Besluit Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen, alsmede de stoffen die door burgemeester en wethouders als gevaarlijke stof zijn aangewezen en bekendgemaakt.

Lengte: De totale lengte van het vaartuig met inbegrip van een vaste boegspriet, een papagaaistok en een roer.

Breedte: De breedte over alles van een vaartuig met inbegrip van overhangen en balkons.

Diepgang: De verticale afstand tussen het diepststekend scheepsdeel en de waterspiegel.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1 Deze verordening is van toepassing op het openbaar vaarwater gelegen in de gemeente Woerden.

In voorkomende gevallen kan het zo zijn dat tevens regelgeving van andere waterbeheerder dan de gemeente Woerden van toepassing is.

2 Voor het gebruik van het openbaar vaarwater van de gemeente worden vergoedingen in rekening gebracht op basis van de verordening havengelden van de gemeente Woerden.

Artikel 3 Inname ligplaatsen

1. Burgemeester en wethouders stellen de plaatsen vast waar de verschillende categorieën vaartuigen ligplaats mogen innemen of hebben in een aanwijsbesluit.

2. De plaatsen worden aangegeven op kaarten per gebied en/of per soort vaartuig. 3. Per plaats kunnen voorschriften worden gegeven voor:

- het aantal;

- de maximale breedte;

- de maximale diepgang;

- de maximale lengte;

- de maximale hoogte vanaf de waterlijn;

- de minimale te hanteren afstand tussen de vaartuigen onderling.

Artikel 4 Ligplaatsverbod

1. Onverminderd het bepaalde in het deze verordening en de hieruit voortvloeiende besluiten is het zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een ligplaats te hebben of in te nemen met een vaartuig op een plaats, welke niet voor dat soort vaartuig in een aanwijzingsbesluit is aangewezen.

2. Burgemeester en wethouders stellen regels vast met betrekking tot de vergunningverlening.

Artikel 5 havenmeester

1 Voor die ligplaatsen waar geen vergunning voor is vereist, mag slechts na aanwijzing en of mondelinge toestemming van de havenmeester een ligplaats worden ingenomen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een reglement vaststellen waarin de taken en bevoegdheden van de havenmeester nader zijn uitgewerkt.

Artikel 6 Algemene bepaling voorkomen van schade en/of hinder

1. Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, het openbaar water binnen te varen, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip gevaar, schade, hinder of nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt of met zich kan meebrengen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip in een dusdanig verwaarloosde toestand verkeert, of uiterlijke verschijning heeft dat het nadelige gevolgen met zich meebrengt voor het stadsschoon.

3. De verboden als bedoeld in het eerste en het tweede lid worden pas opgelegd nadat is gebleken dat geen uitvoering is gegeven aan maatregelen die in de onderhavige gevallen door burgemeester en wethouders kunnen worden opgelegd of indien geen maatregelen mogelijk zijn ter voorkoming van de ongewenste situatie.

4. De verboden als bedoeld in het eerste en tweede lid worden de schipper, eerst mondeling en bij het geen gevolg geven aan het verbod schriftelijk medegedeeld.

Artikel 7 Tekens

1. Burgemeester en wethouders kunnen in de havens om reden van ordening en of in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere regels stellen bestaande uit het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in het vaartuigenbesluit

2 Burgemeester en wethouders maken van de bevoegdheid van het eerste lid geen gebruik indien het besluit tot plaatsing van een teken gebaseerd kan worden op grond van één van de in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet genoemde belangen.

3. Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; zij kunnen in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken, het verbod, de aanbeveling of de inlichting in een voorschrift opnemen.

Artikel 8 Overtreden tekens en voorschriften

Het is verboden te handelen in strijd met een teken en de daarbij behorende nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, en met een voorschrift als bedoeld in artikel 7, derde lid.

Artikel 9 Hinderen

1. Het is verboden met of op een vaartuig overlast of hinder te veroorzaken dan wel op een andere wijze de openbare orde te verstoren.

2. De schipper is verplicht ervoor zorg te dragen dat geen onderdelen van het vaartuig of andere voorwerpen buiten boord steken zodanig dat daardoor gevaar of hinder kan ontstaan.

Artikel 10 Geluidsoverlast

1. Het is verboden om aan boord van een vaartuig voortstuwingsinstallaties, motoren, aggregaten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking te hebben of werkzaamheden of activiteiten te verrichtten in strijd met de geluids- en trillingsvoorschriften zoals deze zijn opgenomen in het vaartuigenbesluit: trilling van de Bijlage van het Besluit jachthavens.

2. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op geluidsversterkers, voor zover deze gebruikt worden voor het veilig manoeuvreren van vaartuigen.

Artikel 11 Vaarsnelheid

1. Het is verboden in alle wateren binnen de gemeentegrenzen te varen met een snelheid van meer dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).

2 Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 12 Zeilplanken, waterjetski, waterskies

1. Het is verboden in de haven te varen met een zeilplank, waterscooter of een waterjetski;

2. Het is verboden in de haven een waterski voort te bewegen dan wel zich op waterskies te bewegen of te doen voortbewegen.

3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste en tweede lid bepaalde ontheffing verlenen.

Artikel 13 Zeilen in de haven

1. Het is verboden in de haven een vaartuig uitsluitend door middel van zijn zeil voort te bewegen indien het vaartuig over een bruikbare motor beschikt.

2. Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders in de haven met een schip te zeilen.

3. Het in het tweede lid gestelde is niet van toepassing voor het rechtstreeks varen naar een ligplaats, dan wel het rechtstreeks verlaten van de haven.

Artikel 14 Varen in de haven

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 is het verboden in de haven te varen anders dan voor het direct meren of vertrekken of het rechtsreeks varen naar een aangrenzend vaarwater.

Artikel 15 Schaderegeling na aanvaring

De schipper die schade veroorzaakt aan gemeente-eigendommen is verplicht met de havenmeester een schaderegeling te treffen voordat hij zijn reis vervolgt.

Artikel 16 Verbod vuur te stoken

1. Het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover:

a. op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn;

b. de provinciale Milieuverordening van toepassing is;

c. artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, Wetboek van strafrecht van toepassing is;

d. artikel 5.5.1 van de gemeentelijke APV van toepassing.

3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen, indien het betreft verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke, of vuur voor koken, bakken, braden en barbecuen, indien dat ter beoordeling van de havenmeester geen gevaar oplevert voor de omgeving.

Artikel 17 Verbod ijs te breken

1. Het is verboden ijs te breken in een haven of langs een steiger,kade, laad- en losplaats.

2. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor:

a. het losmaken van ijs rond een vaartuig;

b. diegene die handelt in opdracht of met toestemming van de havenmeester.

Artikel 18 Zwemverbod

Het is verboden om in de havens te zwemmen.

Artikel 19 Vissen

Het is niet toegestaan te vissen in het openbaar vaarwater van de gemeente, indien dit naar het oordeel van de havenmeester gevaar, schade of hinder voor de scheepvaart met zich kan meebrengen.

Artikel 20 Gebruik oevers en kademuren

1. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders enig obstakel of voorwerp aan te brengen, te hebben, te plaatsen of te houden op of in openbare oevers en kademuren.

2. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders openbare oevers en kademuren of delen daarvan in gebruik te nemen of te hebben.

3. Toestemming voor het neerleggen of het hebben liggen van enig obstakel of voorwerp op of gebruik van openbare oevers of kaden wordt geweigerd indien dit gevaar, schade of hinder kan veroorzaken

Artikel 21 Los- en laadinrichtingen

Het is verboden om zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders los- en laadinrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen.

Artikel 22 Gebruik van ankers

1. Het is de schipper verboden om zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders:

a. een anker te gebruiken om een schip te stoppen;

b. ten anker te gaan of te gaan liggen.

2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor een schip:

a. dat daarmee een aanvaring dan wel aandrijving voorkomt;

b. dat zich verplaatst op een ligplaats of dat een manoeuvre uitvoert;

c. voor een baggervaartuig indien de ankers worden gebezigd bij het verrichten van baggerwerkzaamheden;

d. dat ligt in een aangewezen ankergebied in het vaartuigenbesluit.

Artikel 22a Gebruik sluizen en bruggen

1. Het is verboden, ten tijde van het openen, het geopend zijn en het sluiten van een sluis of brug zich te bevinden op het beweegbare gedeelte van een sluis of brug of op het aansluitende weggedeelte tot de slagboom.

2. Het is verboden sluizen en bruggen te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn bestemd.

3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

4. Het is anderen dan dienstdoende brug- of sluiswachters verboden om sluizen en/of bruggen te bedienen of daarvoor gebruikte slagbomen te openen of te sluiten.

Artikel 23 Verwijderen obstakels

Degene die een brug passeert, is verplicht zo veel mogelijk uitstekende obstakels te verwijderen indien daardoor het openen of het geopend houden van een brug kan worden voorkomen.

Artikel 24 Aanbrengen voorwerpen of inrichtingen

1. Het is verboden zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders meerpalen, meerboeien, steigers, buizen, kabels, hijsbalken, laadbruggen of dergelijke voorwerpen of inrichtingen in of boven de havens te hebben, aan te brengen, te leggen of te plaatsen.

2. Het is verboden zonder, ontheffing van Burgemeester en wethouders palen, balken, planken, trossen, draden, kettingen of andere dergelijke voorwerpen in of boven een der havens of andere bevaarbare wateren te hebben, aan te brengen, te leggen of te plaatsen.

3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor toegangsmiddelen tot een vaartuig en voor trossen, draden of kettingen welke dienen voor het afmeren of slepen van vaartuigen.

Artikel 25 Aggregaten

1. Het is verboden om aggregaten te gebruiken voor het opwekken van energie.

2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod, indien ter plaatse van de aangewezen ligplaats geen of onvoldoende walvoorzieningen zijn aangebracht voor het verkrijgen van de benodigde energie.

Artikel 26 Nutsvoorzieningen

1. Het is verboden om zonder ligplaatsvergunning gebruik te maken van de gemeentelijke nutsvoorzieningen.

2. Het verbod in het eerste lid is eveneens van toepassing voor diegene die in strijd met vaartuigenbesluit een ligplaats heeft ingenomen.

Artikel 27 Aanwijzing

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en de hieruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten is belast de havenmeester.

2. Voorts zijn met het toezicht op naleving van het bij krachtens deze verordening en de hieruit voortvloeiende besluiten belast de door de burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 28 Binnentreden woning

Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 29 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 30 Overgangsrecht

1. Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van het vaartuigenreglement Woerden worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze wet indien zij niet strijdig zijn met de in deze verordening neergelegde bepalingen.

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend en waarop nog niet is beslist wordt daarop conform de onderhavige verordening beslist.

3. Burgemeester en wethouders stellen voor vergunningen die op grond van het vaartuigenreglement Woerden zijn vastgesteld, voor zover zij strijdig zijn met de onderhavige verordening een overgangsregeling vast.

Artikel 31 Inwerkingtreding

1. De vaarwaterverordening 2009, vastgesteld door de raad op 18 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten en rechtshandelingen die zich voor deze datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘vaarwaterverordening 2011’.

Ondertekening:

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2010,

de griffier,                                 de voorzitter,

mr. G.A. Karssenberg               mr. H.W. Schmidt