Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening gemeente Raalte |
Citeertitel | Monumentenverordening gemeente Raalte |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Intrekking na vaststelling van de Erfgoedverordening door de raad op 29-09-2011.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2011 | 01-01-2012 | intrekking | 29-09-2011 Weekblad voor Salland, 09-11-2011 | 1101616 | |
10-06-2002 | Nieuwe regeling | 23-04-2002 Weekblad van Salland, 29-04-2002 | D-398 |
Hoofdstuk 2 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1 De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken nadat de monumentencommissie is gehoord, een beslissing als bedoeld in het tweede lid. Zo spoedig mogelijk wordt de beslissing bekend gemaakt aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers, en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve of op aanvraag van belanghebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, leden 2 en 3, achterwege. Monumenten die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet of die zijn geplaatst op een lijst van monumenten, op grond van een monumentenverordening van de provincie Overijssel, worden door burgemeester en wethouders niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:a. een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;b. een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Een vergunning blijft buiten werking gedurende 6 weken na de datum waarop zij is bekend¬gemaakt clan wel van rechtswege is verleend. Indien gedurende die termijn bezwaar is ingesteld op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op dat bezwaar is beslist, tenzij met toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht op een desbetreffend verzoek beslist wordt de schorsing op te heffen.
Burgemeester en wethouders nemen met betrekking tot een kerkelijk monument geen beslissing ingevolge de bepalingen van artikel 6 clan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het betreft een beslissing, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstoefening in dat monument in het geding zijn.
Hoofdstuk 3 BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN
Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de monumentenwet 1988 voor een beschermd rijksmonument met de ingediende bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van 2 weken, genoemd in artikel 12, lid 8, van de Monumentenwet.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument, schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
Hoofdstuk 6 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al clan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.