Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2009
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbelastingen en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ondernemers en vastgoedeigenaren verenigd in Stichting Binnenstadsmanagement Ede (SBE) hebben aan de gemeente gevraagd of deze bereid is reclamebelasting in te voeren. De SBE heeft de wens om een vorm van collectieve fondsvorming in te kunnen voeren om daarmee Ede Centrum als winkel- en recreatief gebied beter op de kaart te zetten. Zij ziet reclamebelasting daarbij als geschikt middel.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-01-2012nieuwe regeling

11-12-2008

Ede Stad 24-12-2008

BB 2008 23669

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2009

De raad van de gemeente Ede;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2008, nummer ONT 2008/19795;

Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. tussenpersoon

:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

b. exploitant

:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2009 is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Ede, dat begrensd wordt door de volgende straten:

Achterdoelen - Doelenplein - Raadhuisplein - Oude Kerkplein - Driehoek ( huisnummer10A tot Molenstraat) - Molenstraat (huisnummer 11 tot Bunschoterweg) - Bunschoterweg (vanaf Molenstraat tot Verlengde Amsterdamseweg) - Verlengde Amsterdamseweg - Bospoort (huisnummer 1 t/m 3) - Amsterdamseweg (vanaf Grotestraat tot Notaris Fischerstraat) - Notaris Fischerstraat - Molenstraat (vanaf Notaris Fischerstraat tot Telefoonweg) - Telefoonweg (vanaf Molenstraat tot Stationsweg) - Maanderweg - Stationsweg ( huisnummer 24 tot Breelaan) - Breelaan (vanaf Stationsweg t/m huisnummer 3) – Detmarlaan - Van Irhovenlaan 16 - Arnhemseweg (vanaf Detmarlaan t/m huisnummer 16).

 

Voor de genoemde straten en pleinen geldt dat beide zijden tot het plangebied worden meegerekend. Eén en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht door een exploitant als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting niet geheven ter zake van openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling moet geschieden, onderscheidenlijk een vergoeding verschuldigd is aan de gemeente, dan wel aan de organisatie aan wie de gemeente zich middels een convenant verplicht heeft tot het uitbetalen van opbrengsten van de reclamebelasting.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak naar een vast bedrag van € 649,80 voor één of meer openbare aankondigingen die worden aangetroffen.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De reclamebelasting is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschul-digd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als de belastingplichtige binnen het gebied dat aan de reclamebelasting onderhevig is, verhuist en aldaar een andere onroerende zaak in gebruik neemt waarvoor de belastingplicht geldt.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die kunnen worden aangemerkt als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend;

  • b.

    die door of in opdracht van de gemeente zijn aangebracht, indien en voorzover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • c.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • e.

    aangebracht op een voertuig, tenzij dat kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • f.

    aangebracht op of bij bouwterreinen, voorzover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • g.

    betrekking hebbend op openbare verkoping, verkoop of verhuur van een onroerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke aanwezigheid van de te verkopen dan wel te verhuren zaak.

  • h.

    aankondigingen met uitsluitend naamsvermeldingen en/of openingstijden met een oppervlakte van minder dan 0,4 m²:

  • i.

    het hebben van niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek op brievenbussen, postzegelautomaten en telefooncellen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 3.

    De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2009’.

De raad voornoemd,

de griffier

w.g.HAGELSTEIN

de voorzitter

w.g.VAN DER KNAAP

Bijlage