Vastgesteld bij besluit van de
raad van 7 oktober 2010 nr. 189672 en gewijzigd op 11 juni 2015 nr. 397891
De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Putten;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 maart 2015, nr.
397901;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b,
artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4 en 12 van de
Huisvestingswet 2014 en artikel &:13 van de Awb;
besluiten:
aan artikel 2 lid 3 van de Verordening commissie bezwaarschriften per 1 juli
2015 toe te voegen:
c. besluiten ter uitvoerig van de Huisvestingsverordening gemeente Putten
2015.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan:
bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
- b.
commissie:
vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;
- c.
Awb:
Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die
zijn ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet
waardering onroerende zaken;
- b.
functieomschrijvingen en functiewaarderingen in de zin van
rechtspositieregelingen;
- c.
besluiten ter uitvoering van de Huisvestingsverordening
gemeente Putten 2015.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en zeven leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst
en ontslagen.
- 3.
Het college wijst één of meer plaatsvervangers van de voorzitter
aan.
Artikel 4 Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen
ambtenaar.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de
secretaris aan.
Artikel 5 Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een
termijn van vier jaar.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het
college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de
commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is
voorzien.
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen
zeven werkdagen in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7 Bemiddeling
De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens
de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de
nodige handelingen. Het ambtelijk apparaat van de vakafdelingen en de
bestuurlijke portefeuillehouders worden hier zoveel mogelijk bij
betrokken.
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- a.
- b.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- c.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- d.
- e.
Artikel 9 Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo
nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien
daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college
vereist.
Artikel 10 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de
gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten
horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb
.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien
van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en
het verwerend orgaan.
Artikel 11 Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken
het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één
week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het
eerste tot en met het derde lid.
Artikel 12 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de voorzitter, of zijn
plaatsvervanger, en minstens één ander lid aanwezig zijn.
Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 14 Openbare zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de
commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien
een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen
aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten,
vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de
aanwezigen en hun hoedanigheid. Het verslag wordt uitgewerkt wanneer
daar door een indiener van een bezwaar, een derde-belanghebbende of
door de rechtbank om wordt verzocht.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer
is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren
plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt
het verslag hiervan melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden,
die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het uitgewerkte verslag wordt ondertekend door de secretaris of door
een door hem aangewezen medewerker.
Artikel 16 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de
voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere
commissieleden dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift
aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere
informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten
tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist
op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 17 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt
indien die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de secretaris van de commissie
ondertekend.
Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op
het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de
termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de
Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een
advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend
orgaan tijdig de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19 Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de
gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande
kalenderjaar.
Artikel 20 Intrekking oude regeling
De Verordening commissie Bezwaarschriften wordt ingetrokken.
Artikel 21 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.
Artikel 22 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
Bezwaarschriften.