Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen en heffingen |
Deze regeling vervangt de "Verordening forensenbelasting 2009" van 13 november 2008, welke is ingetrokken per 1 januari 2010. De "Verordening forensenbelasting 2009" blijft van toepassing op de belastbare feiten zie zich voor deze datum hebben voorgedaan.
Forensenbelasting moet worden betaald door mensen die in de gemeente een woonverblijf gebruiken, maar buiten de gemeente hun hoofdverblijf hebben.
De tarieven van de forensenbelasting zijn gekoppeld aan de toeristenbelasting.
Gemeentewet, art. 223
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | i.v.m. waardeontwikkelingen woz | 12-11-2009 Ede Stad 23-12-2009 | 597065 | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 13-11-2008 Ede Stad 24-12-2008 | BB 2008 20380 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, geldt ingeval een machtiging tot automatische incasso is verstrekt dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.