Overheidsorganisatie | Gemeente Ede |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2009 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | belastingen en heffingen |
Deze regeling vervangt de "Verordening forensenbelasting 2008" van 13 december 2007, welke is ingetrokken per 1 januari 2009. De "Verordening forensenbelasting 2008" blijft van toepassing op de belastbare feiten zie zich voor deze datum hebben voorgedaan.
Forensenbelasting moet worden betaald door mensen die in de gemeente een woonverblijf gebruiken, maar buiten de gemeente hun hoofdverblijf hebben.
De tarieven van de forensenbelasting zijn gekoppeld aan de toeristenbelasting.
Gemeentewet, art. 223
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | i.v.m. waardeontwikkelingen woz | 12-11-2009 Ede Stad 23-12-2009 | 597065 | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 13-11-2008 Ede Stad 24-12-2008 | BB 2008 20380 |
De raad van de gemeente Ede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2008, nummer BB 2008/18649;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
3. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
De belasting bedraagt bij een waarde van: | ||
- - | minder dan € 79.000 € 79.000 of meer, doch minder dan € 157.000 | € 184,00 € 350,75 |
- | € 157.000 of meer, doch minder dan € 316.000 | € 527,00 |
- | € 316.000 of meer | € 711,96 |
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid, geldt ingeval een machtiging tot automatische incasso is verstrekt dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
1. De 'Verordening forensenbelasting 2008' van 13 december 2007, bekendgemaakt op 19 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2009'.
De raad voornoemd,