Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Welzijn gemeente Lopik 2010 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidie, welzijn, kosten, activiteiten |
Geen.
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2010 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 16-02-2010 Zenderstreeknieuws | onbekend | |
25-02-2010 | nieuwe regeling | 16-02-2010
| onbekend |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
subsidiebeschikking: een schriftelijk besluit van het college op een aanvraag tot subsidieverlening, waarbij een omschrijving van georganiseerde activiteiten of te verrichten werkzaamheden, de maximale hoogte van de subsidie en eventuele subsidievoorwaarden worden meegedeeld aan de instelling die subsidie ontvangt; respectievelijk de beschikking, op aanvraag van de subsidie ontvangende instelling, tot subsidievaststelling, waarbij het bedrag van de subsidie over een kalenderjaar definitief wordt vastgesteld en die aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag;
uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst tussen de gemeente Lopik en instellingen, die op basis van de verleende subsidie tot stand komt, waarin wordt weergegeven welke activiteiten (prestaties) door de instellingen moeten worden uitgevoerd tot het verkrijgen van subsidie, als bedoeld in art. 4:36 lid 1 Awb;
welzijnsprogramma: een samengesteld uitvoeringsprogramma welzijn dat jaarlijks -voorafgaand aan het jaar waarop het betrekking heeft- wordt vastgesteld door het college en waarin een samenhangend overzicht is opgenomen van beleidsvoornemens op het terrein van welzijn, ter uitwerking van de beleidsmatige en financiële kaders die de gemeenteraad in de kadernota heeft vastgesteld;
Eveneens uitgesloten van de mogelijkheid tot subsidiering zijn commerciële activiteiten; bar- en keukenexploitatie; het verstrekken van consumpties en attenties; rente en afschrijvingen, voortvloeiende uit niet vooraf door het college goedgekeurde investeringen; kampen, dagtochten, excursies en reizen, tenzij vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college.
Artikel 3. Bevoegdheid college
Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
De gemeente Lopik kent drie vormen van subsidiëring:
bijzondere subsidies: een subsidie voor een of meerdere activiteiten met een eenmalig of experimenteel karakter en een afgebakende looptijd. Het betreft activiteiten op het gebied van sportieve recreatie, verder technische en bestuursopleidingen voor vrijwilligers, startsubsidies voor de oprichting van een stichting, evenals subsidies in het kader van het Accommodatiebeleid.
Artikel 5. Subsidiegrondslagen
De raad stelt jaarlijks in de kadernota voorafgaand aan het opstellen van de begroting de totale subsidiebudgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn en stelt hiermee tevens het subsidieplafond vast. Bij de vaststelling van subsidies zal een budget per werksoort worden vastgesteld. Dergelijke budgetten zullen afzonderlijk worden vastgesteld voor sport, kunst en cultuur, jongerenwerk en buurtwerk. De sportraad zal een eigen verdeling maken van het bedrag dat aan de sportorganisaties beschikbaar wordt gesteld.
HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE
Artikel 7. Bij aanvraag voor budgetsubsidies in te dienen gegevens
Instellingen die voor het eerst in aanmerking willen komen voor het verlenen van een budgetsubsidie dienen naast de onder lid 1 van dit artikel genoemde gegevens de volgende bescheiden te overleggen:a. een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd;b. een opgave van de bestuurssamenstelling;c. de laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag;d. goedgekeurde en door de voorzitter en penningmeester ondertekende begrotingen van het lopende en komende jaar.
Artikel 8. Bij aanvraag voor waarderingssubsidies in te dienen gegevens
Instellingen die voor het eerst in aanmerking willen komen voor het verlenen van een waarderingssubsidie dienen de volgende bescheiden te overleggen:a. een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statutenzoals deze laatstelijk zijn gewijzigd;b. een opgave van de bestuurssamenstelling;c. een omschrijving van de doelgroep(en) en hoofdactiviteit(en).
Artikel 9. Bij aanvraag voor bijzondere subsidies in te dienen gegevens
Het college kan in bijzondere gevallen schriftelijk ontheffing verlenen van de aanvraagtermijn, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Een organisatie die een budgetsubsidie, een waarderingssubsidie of een subsidie in het kader van het Accommodatiefonds aanvraagt, dient deze ontheffing schriftelijk en gemotiveerd bij het college aan te vragen, vier weken voor de aanvraagtermijn van 1 april, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.
Het college beslist op een aanvraag voor een bijzondere subsidie, met uitzondering van subsidies in het kader van het Accommodatiefonds, binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.
HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE
Het college kan een aanvraag voor subsidie, naast gronden genoemd in artikel 4:35 Awb, weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente.
HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 13. Verlening subsidie
Artikel 14. Verlening budgetsubsidies
Op basis van de ingediende bescheiden wordt aan instellingen die een budgetsubsidie ontvangen het voorlopig bepaalde maximale subsidiebedrag verleend.
Artikel 15. Verlening waarderingssubsidies
Op basis van de ingediende aanvraag wordt aan instellingen die een waarderingssubsidie ontvangen het subsidiebedrag verleend dat is bepaald op basis van de subsidiegrondslagen.
Artikel 16. Verlening bijzondere subsidies
De volgende activiteiten komen in aanmerking voor bijzondere subsidies:
Technische opleidingen voor vrijwilligers, waarbij een subsidie wordt verleend van 50% van de ten laste van de instelling komende les -en examengelden en de kosten van cursusboeken. De subsidie wordt eerst toegekend na het met goed gevolg afleggen van het examen en geldt alleen voor cursussen die onder auspiciën van koepelorganisaties en/of door het betreffende ministerie erkende opleidingen worden gehouden.
Artikel 17. Betaling en bevoorschotting
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 18. Tussentijdse rapportage
Aan instellingen die budgetsubsidie ontvangen kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van een inhoudelijke verantwoording omtrent de verrichte activiteiten, zoals gedefinieerd in artikel 21. Hierover worden afspraken gemaakt met de instelling.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 20. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 21. Verantwoording budgetsubsidies
Artikel 22. Verantwoording waarderingssubsidies
Instellingen die waarderingssubsidie ontvangen hoeven geen financieel noch een inhoudelijk jaarverslag (zoals beschreven in artikel 21) in te dienen betreffende de subsidie die is ontvangen.
Artikel 23. Verantwoording bijzondere subsidies
Instellingen die een bijzondere subsidie ontvangen overhandigen bewijsstukken (bijvoorbeeld een diploma) waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie werd ontvangen inderdaad met goed gevolg zijn afgerond.
Artikel 24. Vaststelling van budgetsubsidie
Artikel 25. Vaststelling bijzondere subsidies
Bijzondere subsidies betreffende activiteiten op het gebied van sportieve recreatie, technische en bestuursopleidingen voor vrijwilligers en subsidies voor de oprichting van een stichting worden vastgesteld op basis van bescheiden waaruit blijkt dat de activiteiten daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Instellingen zijn verplicht verzekeringen af te sluiten met betrekking tot het risico vanwettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden - met uitzondering van lokale vrijwilligers voor wie de gemeente apart een verzekering sluit - en met betrekking tot het risico van brand, storm, waterschade op basis van nieuwwaarde van de eigendommen van deinstelling.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken - met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 12 voor zover van toepassing - indien het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 28. Overgangsbepalingen
Subsidieaanvragen die in 2010 worden ingediend worden afgehandeld volgens de bepalingen van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Lopik 2010.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Lopik 2005.
Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening Welzijn gemeente Lopik 2010.