Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften van de afdeling Sociale Dienstverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften van de afdeling Sociale Dienstverlening
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften sociale dienstverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbezwaarschriften

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1999Onbekend

26-08-1999

Soester Courant 22-9-1999

RV 99-76

Tekst van de regeling

Intitulé

 

De raad der gemeente Soest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 augustus 1999

nr. RV 99-76;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t:

in te trekken met ingang van 1 september 1999 de "Verordening behandeling aanvragen om bijstand en bezwaarschriften sociale dienstverlening" (nummer RB 93-172)

en vast te stellen de "VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN VAN DE AFDELING SOCIALE DIENSTVERLENING".

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    afdeling: de afdeling Sociale Dienstverlening;

  • c.

    commissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • d.

    secretaris: ambtelijk secretaris ter ondersteuning van de commissie, zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 2 De commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet die gericht zijn tegen beschikkingen waarvan de uitvoering ligt bij de afdeling.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak te adviseren ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde bezwaarschriften.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit vijf personen waarbij in ieder geval vertegenwoordigd zijn:

  • a.

    maatschappelijke dienstverlening;

  • b.

    vakbeweging;

  • c.

    specifieke juridische deskundigheid;

  • d.

    het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Voorzitter van de commissie

Burgemeester en wethouders wijzen de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter aan met inachtneming van artikel 7:13, eerste lid onder b van de wet.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    Aan de commissie is een secretaris toegevoegd zijnde het hoofd van de afdeling;

  • 2.

    Bij afwezigheid wijst de secretaris een plaatsvervanger aan;

  • 3.

    De secretaris is belast met de voorbereiding, samenstelling en verzending van de commissiestukken;

  • 4.

    De secretaris draagt er zorg voor dat het advies ter kennis wordt gebracht aan burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Benoeming en werkwijze van de commissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemen de leden van de commissie en regelen de werkwijze;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders benoemen zo mogelijk twee plaatsvervangende leden.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend;

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld;

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • a.

    2:1 lid 2;

  • b.

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet kan worden gesteld;

  • c.

    6:17 voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling van de commissie;

  • d.

    7:4 lid 2;

  • e.

    7:6 lid 4;

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen;

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen om op de zitting te verschijnen;

  • 3.

    In het geval ter uitvoering van lid 2 van dit artikel kosten gemoeid zijn, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid wordt gesteld zich door de commissie te doen horen;

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Onpartijdigheid

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 14 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden;

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en zo nodig aan de indiener van het bezwaarschrift toegezonden;

  • 3.

    De voorzitter beslist of de aanvullende informatie aanleiding geeft tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting;

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in lid 3 van dit artikel, is deze verordening eveneens van toepassing.

Artikel 15 Beraadslaging en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies;

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

  • 3.

    In het geval bij stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter;

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt in het geval de minderheid dit verlangt;

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift;

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 16 Zittingsduur van de commissie

  • 1.

    De zittingsduur van de commissieleden is vier jaar;

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen éénmalig herbenoemd worden;

  • 3.

    In afwijking van lid 2 van dit artikel kan het lid van de commissie zoals genoemd in artikel 3 sub d herbenoemd worden zolang deze lid is van het college van burgemeester en wethouders;

  • 4.

    De commissieleden kunnen op ieder moment ontslag nemen;

  • 5.

    De aftredende commissieleden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 17 Overgangsbepaling

  • 1.

    De commissieleden die zitting hebben op grond van de verordening van 16 december 1993 blijven aan op grond van deze verordening;

  • 2.

    De leden van de huidige commissie treden niet allen tegelijk af;

  • 3.

    In afwijking van artikel 16 van deze verordening wordt door burgemeester en wethouders een afwijkende zittingsduur bepaald op een dusdanige wijze dat de zittingsduur van twee leden eindigt per 1 mei 2000 en de zittingsduur van de overige leden eindigt bij het aftreden van de gemeenteraad. In het geval de leden reeds langer dan acht jaar zitting hebben in de commissie kunnen zij niet herbenoemd worden.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften sociale dienstverlening.

Artikel 19 Ingangsdatum

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin bekendmaking heeft plaatsgevonden;

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 26 augustus 1999.

de secretaris, de voorzitter,

TOELICHTING OP DE VERORDENING BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN SOCIALE DIENSTVERLENING

ALGEMEEN

De verordening van 16 december 1993 behoefde aanpassing om een drietal redenen.

Ten eerste stonden in de verordening niet alle regelingen meer genoemd op grond waarvan bezwaarschriften ingediend kunnen worden. Door nieuwe regelgeving die in medebewind en onder mandaat bij de afdeling sociale dienstverlening worden uitgevoerd dienen deze ook onder de werking van de verordening te vallen. Om te voorkomen dat de verordening steeds moet worden aangepast op het moment dat er nieuwe regelgeving is, is voor een algemene omschrijving gekozen in plaats van de wettelijke regelingen op te sommen.

Ten tweede stonden in de verordening bepalingen omtrent de afhandeling van aanvragen in het kader van de (oude) Algemene Bijstandswet. Sedert de invoering van de (nieuwe) Algemene bijstandswet (Abw) per 1 januari 1996 wordt de behandeling van aanvragen geregeld in het beleidsplan rechtmatigheid van de uitvoering.

Ten derde bevatte de verordening geen bepaling omtrent de zittingsduur van de commissieleden.

TOELICHTING OP ARTIKEL 3, 6 EN 16

Samenstelling commissie

In artikel 3 is de samenstelling van de commissie geregeld. Vervallen is de extra vertegenwoordiging vanuit het Instituut Midden en Kleinbedrijf (IMK) en een vertegenwoordiger van het ministerie van Economische Zaken in de commissie op het moment dat er een bezwaarschrift wordt behandeld op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Met betrekking tot de vertegenwoordiger van het IMK heeft dit te maken met het feit dat de gemeente sinds 1 januari 1996 vrij is om al dan niet advies in te winnen omtrent de Bbz-aanvraag en bij welke instelling ze dit wil inwinnen. Tot op heden wordt dit advies nog steeds bij het IMK ingewonnen. Op grond van artikel 9 van de verordening kan een dergelijke deskundige worden uitgenodigd om de commissie te ondersteunen. In de praktijk wordt hier ook inhoud aan gegeven.

In artikel 6 is de mogelijkheid toegevoegd om plaatsvervangende leden te benoemen, zodat bij afwezigheid tegelijkertijd van meerdere commissieleden gezorgd kan worden dat het quorum aanwezig is.

Zittingsduur

Teneinde de zittingsduur te regelen is artikel 16 in de verordening opgenomen. Het is niet gewenst dat alle leden tegelijk aftreden. Door als overgangsbepaling te regelen dat de huidige leden gefaseerd aftreden, zal in de toekomst geen gelijktijdige aftreding plaatsvinden aangezien een commissielid voor vier jaar benoemd wordt.

OVERIGE ARTIKELEN

De overige artikelen behoeven geen toelichting. In grote lijnen zijn de bepalingen uit de oude verordening overgenomen en heeft enkel aanpassing plaatsgevonden aan de huidige werkwijze.

Bijgewerkt t/m Raadsbesluit : RB 99-76, d.d. 26 augustus 1999

Goedgekeurd Gedeputeerde Staten : n.v.t.

Goedgekeurd Koninklijk Besluit : n.v.t.

Opmerkingen :