Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Telecommunicatieverordening 2011 Gemeente Den Haag |
Citeertitel | Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 2011/01 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2011 | nieuwe regeling | 20-01-2011 Posthoorn, 02-02-2011 | rv 6, 2011 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college van B&W minimaal drie werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden op een door het college van B&W nader te bepalen wijze. Na ommekomst van de termijn kunnen de werkzaamheden met inachtneming van de nadere regels worden uitgevoerd.
Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding. Deze melding dient plaats te vinden voorafgaand aan de werkzaamheden dan wel tot uiterlijk binnen één werkdag na aanvang van de werkzaamheden. De aanbieder maakt melding van de werkzaamheden op een door het college van B&W nader te bepalen wijze.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op werkzaamheden welke plaats dienen te vinden in rijbanen of onder fietspaden waarbij verkeershinder wordt veroorzaakt. In dat geval dient altijd vooraf contact te worden opgenomen met de daartoe door het college van B&W aangewezen functionaris.
Artikel 4 Gegevensverstrekking
Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste en vierde lid, of artikel 3, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval, voor zover van toepassing, de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die, dan wel een storingsdienst/calamiteitennummer dat, ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;
Artikel 5 Aanvullende verplichtingen
Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de aanbieder op schriftelijk verzoek van het college van B&W verplicht gegevens omtrent de ligging van de conform de aanvraag en het betreffende instemmingsbesluit aangelegde kabels te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde kabels.
Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding
Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college van B&W dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 7 Voorschriften bij instemming
Het college van B&W kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.
Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college van B&W geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Indien de openbare gronden op basis van het door het college van B&W vastgestelde standaardprofiel geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een redelijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12 van de Telecommunicatiewet.
Artikel 9 Intrekking oude verordening
De telecommunicatieverordening Den Haag, zoals vastgesteld in 1999, wordt ingetrokken.