Organisatie | Goirle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Goirle 2011 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Goirle 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
besluit vervangt Besluit maatschappelijke ondersteuning 2010, versie 2
Onbekend
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuw besluit | 18-01-2011 Goirles Belang, 26-01-2011 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Artikel 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget, dan wel als gevolg van zijn financiële situatie niet kan beschikken over (een deel van) het persoonsgebonden budget.
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage.
Artikel 2.1. Omvang van de eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden.
Het bedrag dat de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar moet betalen bedraagt € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 22.636,00 (per jaar) het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.636,00;
Het bedrag dat de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder moet betalen bedraagt € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 15.838,00 per jaar het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 15.838,00;
Het bedrag dat de gehuwde personen indien (een van) beiden jonger zijn dan 65 jaar moeten betalen bedraagt € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 27.902,00 per jaar het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 27.902,00;
Het bedrag dat de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn moeten betalen bedraagt € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.100,00 per jaar het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.100,00.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden.
Artikel 3.1. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.
De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp bij de huishouding als volgt plaats:
Er wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat per klasse per jaar bedraagt:
Klasse 1, (0 tot en met 1,9 uur per week) € 979,00
Klasse 2, (2 tot en met 3,9 uur per week) € 2.941,00
Klasse 3, (4 tot en met 6,9 uur per week) € 5.394,00
Klasse 4, (7 tot en met 9,9 uur per week) € 8.337,00
Klasse 5, (10 tot en met 12,9 uur per week) € 11.280,00
Klasse 6, (13 tot en met 15,9 uur per week) € 14.220,00
Voor additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend, wordt een uurbedrag gehanteerd van € 18,45.
Artikel 3.2 Categorieën diensten hulp bij het huishouden
Voor de categorieën hulp bij het huishouden gelden de volgende activiteiten:
Hulp bij het huishouden categorie 1 alleen schoonmaakwerkzaamheden:
Hulp bij het huishouden categorie 2 schoonmaakwerkzaamheden met aanvullende ondersteuning in de (ontregelde) huishouding:
Verstrekking van een financiële tegemoetkoming voor hulp bij het huishouden (Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2010, artikel 3.1 onder c, wordt verstrekt in de vorm van alfacheques. Een alfacheque vertegenwoordigt een waarde van € 12,80 en geldt voor 1 uur hulp bij het huishouden volgens categorie 1.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Artikel 4.2. Tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten.
De in artikel 4.2 van de Verordening Wmo 2010 genoemde financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten is een forfaitair bedrag en bedraagt € 2.348,00.
Artikel 4.3 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard.
Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of niet-technische aard als bedoeld in artikel 4.2 onder c van de Verordening Wmo 2010 worden, met uitzondering van voorzieningen in verband met woningsanering, in bruikleen verstrekt. Wanneer burgemeester en wethouders hiertoe aanleiding zien, kunnen deze voorzieningen in eigendom verstrekt worden.
Overgordijnen woonkamer € 28,60 per m2 raamoppervlak
Overgordijnen slaapkamer € 21,40 per m2 raamoppervlak
Vitrage woon- en slaapkamer € 19,60 per m2 raamoppervlak
Vloerbedekking woonkamer € 16,00 per m2 vloeroppervlak
Vloerbedekking slaapkamer € 14,30 per m2 vloeroppervlak
Leeftijd tot 2 jaar: vergoeding van 100 % van het normbedrag;
Leeftijd tot 4 jaar: vergoeding van 75 % van het normbedrag;
Leeftijd tot 6 jaar: vergoeding van 50 % van het normbedrag;
Leeftijd tot 8 jaar: vergoeding van 25 % van het normbedrag;
Ouder dan 8 jaar: geen vergoeding meer omdat de artikelen zijn afgeschreven
Artikel 4.4. Het primaat van verhuizen.
Van het primaat van de verhuizing als bedoeld in artikel 4.3 Verordening WMO 2010 wordt afgezien, indien de noodzakelijke aanpassingskosten lager zijn dan € 7.266,00.
Artikel 4.5. Bezoekbaar maken van een woonruimte.
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 4.6 lid 2 van de Verordening Wmo 2010 bedraagt
Artikel 4.6. Tijdelijke huisvesting.
De in artikel 4.7 van de Verordening Wmo 2010 bedoelde financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting omvat de werkelijke kosten tot een maximumbedrag per maand, als hierna aangegeven:
Artikel 4.8. Onderhoud keuring en reparatie
De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten en van de Wet maatschappelijke ondersteuning verstrekte voorzieningen worden vergoed zoals weergegeven in Bijlage 3 bij dit besluit: onderhoud, keuring en reparatie van woonvoorzieningen.
Artikel 4.9. Terugbetalen bij verkoop.
De verplichting als bedoeld in 4.10 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning is van toepassing als de woonvoorziening gerealiseerd is in de vorm van uitbreiding van de woning door een aan- op- of bijbouw al dan niet gepaard gaande met verwerving van de voor de bouw benodigde grond.
De restitutie als bedoeld in artikel 4.10 van de Verordening bedraagt voor het eerste jaar na gereedmelding 100% van de meerwaarde;
- voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde;
- voor het derde jaar 60% van de meerwaarde;
- voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde;
- en voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde.
Doch nooit meer dan het bedrag dat ten laste van de gemeente is gekomen in verband met de getroffen voorzieningen.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 5.1 Hoogte persoonsgebonden budget.
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte W.A.-verzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages worden als bijlage bij dit besluit opgenomen.
Artikel 5.2 Collectief aanvullend vervoer (Regiotaxi').
Met het in artikel 5.1 onder a van de Verordening Wmo 2010 genoemde collectief systeem van aanvullend vervoer wordt bedoeld het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV), Regiotaxi Midden-Brabant, dat wordt uitgevoerd volgens de opzet zoals beschreven in bijlage 4 bij dit besluit.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte W.A.-verzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages worden als bijlage bij dit besluit opgenomen.
Hoofdstuk 7. Advisering en samenhangende afstemming.
Artikel 7.1. Verplicht advies.
Er wordt advies gevraagd bij een externe organisatie, wanneer dit naar het oordeel van het college gewenst is, waarbij zo veel als mogelijk een integrale benadering wordt nagestreefd.
Artikel 7.2. Samenhangende afstemming.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 7.4. van de Verordening Wmo 2010, indien van toepassing, aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Bijlage 1 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen
het architectenhonorarium, echter uitsluitend in de gevallen waarin het inschakelen van een architect naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is (het betreft dan veelal een ingrijpende woningaanpassing, zoals een aanbouw). De vergoeding voor het honorarium wordt gesteld op 10 procent van de aanneemsom, overeenkomstig de Standaard Regeling 1997 (SR 1997) van de Bond van Nederlandse Architecten, tenzij het honorarium ingevolge artikel 51 lid 1 van De Nieuwe Regeling (DNR 2004) behorende bij SR 1997 schriftelijk is vastgesteld op een lager bedrag, en dat de vergoeding voor het honorarium in dit laatste geval gelijk is aan het (lagere) bedrag zoals dat ingevolge artikel 51 lid 1 DNR 2004 schriftelijk is vastgesteld.
Bijlage 2 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
Ingevolge artikel 4.2 van de Verordening Wmo 2010 is het mogelijk om een financiële tegemoetkoming te krijgen in de kosten voor het aanbouwen of uitbreiden van een vertrek bij een bestaande woning of de extra bouwkosten bij een nieuw te bouwen woning.
Voor de berekening van deze tegemoetkoming wordt als basis genomen het extra aantal m2 dat volgens tabel 1a voor vergoeding in aanmerking komt, vermenigvuldigd met de verdiepingshoogte, met een maximum van 2,70 m.
Wanneer het woonoppervlak van de nieuw te bouwen woning groter is dan 75 m2 vermeerderd met het maximum aantal meters dat noodzakelijk is volgens het programma van eisen (zie kolom 2 van tabel 1a), wordt geen financiële tegemoetkoming in de bouwkosten verstrekt.
Ingevolge artikel 4.2, onder b van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2010 en artikel 4.1 lid 2 onder b van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2011 is het mogelijk om een financiële tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk is.
Een financiële tegemoetkoming in de extra grondkosten wordt bij een bestaande woning alleen verstrekt, indien uitbreiding of aanbouw op eigen grond niet mogelijk is. Bij een nieuw te bouwen woning waarvoor de perceeloppervlakte groter is dan 250 m² behoeft geen extra grond te worden verworven en wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.
Het aantal m2 dat voor een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget in aanmerking komt, is per vertrek aan een maximum gebonden, zoals in onderstaande tabel aangegeven.
Maximum aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:
Indien de aanleg van een verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, of tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Dit geldt zowel bij de aanleg van een nieuw pad als bij de aanpassing van een bestaand pad.
Voor de financiële tegemoetkoming geldt een maximumoppervlakte
van 20 m2 en een maximumprijs van € 57,94 per m2.
Indien de aanleg van een verhard terras, direct aansluitend aan de woonruimte, of de aanpassing van een bestaand terras noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Voor de financiële tegemoetkoming geldt een maximumoppervlakte van 6 m2 en een maximumprijs van € 37,44 per m2.
Bijlage 3 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
Kosten van onderhoud, keuring en reparatie
In artikel 4.8 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2011 is geregeld dat de kosten van onderhoud keuring en reparatie van woonvoorzieningen worden vergoed overeenkomstig deze bijlage.
Bijlage 4 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
Het Collectief Vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi Midden Brabant).
De Wmo-gerechtigde kan zich door één sociaal begeleider laten vergezellen. De begeleider betaalt dezelfde eigen bijdrage als de WMO-pashouder. Deze eigen betaling dient per taxirit contant te worden voldaan aan de chauffeur. Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is de begeleider geen betaling verschuldigd. Een Wmo-gerechtigde voor wie naar het oordeel van het college medische begeleiding noodzakelijk is, kan alleen als hij vergezeld is van een medisch begeleider reizen tegen het Wmo-tarief. Om als begeleider te kunnen worden aangemerkt moet de begeleidende persoon 16 jaar of ouder zijn.
Op aanvraag van de Wmo-gerechtigde kan het college de indicatie afgeven dat partner en kind(eren) of kinderen met de gehandicapte mogen meereizen (gezinstaxi). De mogelijkheid om voor gezinsvervoer een hele taxi af te huren is beperkt tot situaties waarin meerdere gezinsleden met de gehandicapte meereizen en van die meereizende gezinsleden tenminste één gezinslid jonger is dan 14 jaar. Wmo-gerechtigde betaalt voor de eerste zone € 2,50 (inclusief het basistarief van 1 zone). Voor elke volgende zone waarin wordt gereisd is de Wmo-gerechtigde € 1,25 per zone verschuldigd. Deze eigen betaling dient per taxirit contant te worden betaald aan de chauffeur. Met ingang van 1 maart 2011 vervalt de gezinstaxi. In plaats daarvan kan de reiziger 2 kinderen meenemen tegen hetzelfde tarief.
Voor vervoer dat niet valt binnen de reikwijdte van de Wmo, zoals vervoerskosten die gecompenseerd worden door de Zvw) en leerlingenvervoer en AWBZ-vervoer, kunnen Wmo-gerechtigden en (sociaal) begeleider niet reizen tegen het hierboven genoemde tarieven. Wel kan er dan gereisd worden tegen het reguliere CVV-tarief van € 1,70 per zone.
Bijlage 5 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
De prijs is inclusief noodzakelijke aanpassingen.
Verzekering: vergoed wordt de verplichte WA-verzekering. Het is niet mogelijk op dit moment een definitief bedrag op te nemen, omdat er alleen collectieve contracten zijn. Als blijkt dat de kosten hoger zijn dan in de tabel opgenomen, wordt de vergoeding aangepast.